Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Ilfov Court – Criminal Division (Roemenië)en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Ilfov Court – Criminal Divisionte Ilfov (Roemenië) en strekte tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft ter zitting vastgesteld dat het vonnis dat ten grondslag ligt aan het EAB-A inmiddels deel uitmaakt van een, onherroepelijk geworden, verzamelvonnis van de Ilfov Court – Criminal Division van 4 april 2017 waarvoor een nieuwe EAB is uitgevaardigd op 4 mei 2017 waarvan de vordering ex artikel 23 OLW thans onder zaaknummer RK 17/3180 (parketnummer 13/751430-17) bij deze rechtbank in behandeling is: het EAB-B. De rechtbank heeft bij uitspraak van 31 augustus 2017 de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering ex artikel 23 van de OLW van 15 februari 2017 dat ziet op het EAB van 25 januari 2017: het EAB-A.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak 14 september 2017
4.Detentieomstandigheden Roemenië
strong presumptionvan onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden in Roemenië voor de opgeëiste persoon niet is weerlegd door de brief van 25 augustus 2017 (vertaald op 2 september 2017) van de Roemeense autoriteiten. De conclusie moet dan ook zijn dat de door de Roemeense autoriteiten verstrekte informatie het vastgestelde reële gevaar van een onmenselijke of vernederende behandeling voor de opgeëiste persoon niet uitsluit.