Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 februari 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2017.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 februari 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiser tegen de weigering van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Eiser had op 21 december 2015 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), maar deze werd afgewezen omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 26 januari 2017 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was aanwezig. De rechtbank heeft de zaak vervolgens gesloten. Eiser voerde aan dat zijn beperkingen niet adequaat waren vastgelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) en dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met de medische informatie die hij had ingediend. De rechtbank overwoog dat de rapportages van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen nieuwe medische feiten waren die de eerdere beoordelingen konden weerleggen.
De rechtbank concludeerde dat het UWV op goede gronden had vastgesteld dat eiser per 21 december 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.