Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
feit 1) en dat hij (semi-)automatische vuurwapens en munitie voorhanden heeft gehad (
feit 2). Ook wordt hem verweten dat hij op 5 november 2015 in [plaats 1] samen met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan heling van twee personenauto’s, een motorscooter en een scooter (
feit 3) en dat hij daarnaast voorhanden heeft gehad 2,2 kilogram springstof, vijf elektrische slagpijpjes en een elektronische constructie, bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing (
feit 4). Tot slot wordt hem verweten dat hij op 5 november 2015 in zijn woning in Amsterdam wapens en munitie voorhanden heeft gehad (
feit 5 en feit 6).
feit 1), een vals politielegitimatiebewijs voorhanden heeft gehad (
feit 2) en zich schuldig heeft gemaakt aan heling van politie-uniformen (
feit 3). Ook wordt hem verweten dat hij op 5 november 2015 in Diemen zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan vernieling/beschadiging van een personenauto, toebehorende aan [slachtoffer 2] (
feit 4). Tot slot wordt hem verweten dat hij in de periode van 15 juni 2015 tot en met 5 november 2015 zonder geldig rijbewijs een auto heeft bestuurd (
feit 5).
3.Voorvragen
4.Bespreking van de vormverzuimverweren
5.Zaak A: vaststelling feiten en omstandigheden
zaak Agaat de rechtbank op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [7]
[e-mailadres 1]. [22] In de contactenlijst in de telefoon staan de e-mailadressen
[e-mailadres 2]onder de naam [bijnaam 1] ,
[e-mailadres 3]onder de naam [bijnaam 2] ,
[e-mailadres 4]onder de naam [bijnaam 3] en
[e-mailadres 5]onder de naam [bijnaam 4] . [23]
[e-mailadres 1]voorkomt in de PGP-telefoons van andere verdachten, kan worden afgeleid dat [medeverdachte 1] de bijnamen [bijnaam 5] en [bijnaam 6] heeft.
[e-mailadres 2]. In de contactenlijst komen voor de e-mailadressen
[e-mailadres 1]onder de naam [bijnaam 5] ,
[e-mailadres 4]onder de naam [bijnaam 3] ,
[e-mailadres 5]onder de naam [bijnaam 7] . [25] Dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van de bij hem inbeslaggenomen PGP-telefoon leidt de rechtbank, naast de contacten en inhoud van de berichten in de telefoon zoals die hieronder zullen worden weergegeven, ook af uit onderzoek naar de historische gegevens van de PGP-telefoon waaruit is gebleken dat deze vaak zendmasten heeft aangestraald in de directe omgeving van het verblijfadres van [medeverdachte 3] . [26] Uit de naam waaronder het e-mailadres
[e-mailadres 2]voorkomt in de PGP-telefoons van de andere verdachten kan worden afgeleid dat [medeverdachte 3] de bijnaam [bijnaam 1] heeft. [27]
[e-mailadres 3]is gebruik gemaakt van de PGP-telefoon die in de woning van [verdachte] is aangetroffen. [28] In de contactenlijst van die telefoon komen voor de e-mailadressen
[e-mailadres 1]onder naam [bijnaam 6] ,
[e-mailadres 5]onder de naam [bijnaam 8] en
[e-mailadres 4]onder de naam [bijnaam 9] . [29] Uit de inhoud van de berichten zoals die hieronder nog zullen worden weergegeven, en de contacten in de telefoon, kan worden afgeleid dat [verdachte] de gebruiker van die telefoon is geweest.
[e-mailadres 4]. In de telefoon van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] is dit e-mailadres opgeslagen onder de naam ‘ [bijnaam 3] ’. [31]
[e-mailadres 4]en dat een bijnaam van hem ‘ [bijnaam 3] ’ is.
[e-mailadres 5]en dat bijnamen van hem ‘ [bijnaam 4] ’ en ‘ [bijnaam 7] ’ zijn.
[e-mailadres 6]. Dit e-mailadres komt ook voor in contacten in de telefoon van [medeverdachte 3] . Daar is de naam [bijnaam 10] aan dit e-mailadres gekoppeld. [35]
onder meerdoor [verdachte] tegen [medeverdachte 1] gezegd: “… maar zijn dus weggekomen” waarop [medeverdachte 1] heeft geantwoord: “wij drietjes, maar die [bijnaam 1] is geveegd gab.” Verder zegt [verdachte] : “dat die waggie op zich wel goed schoon was” en “dat hij voor de rest niks meer heeft aangeraakt”. [verdachte] zegt ook: “ik maak mij meer zorgen dat die kankerlijer nog leeft…” [medeverdachte 1] zegt tegen [verdachte] : “we hadden hem vandaag gewoon niet moeten doen gab.” Over de mogelijkheid dat zij in de parkeergarage door een beveiligingscamera zijn vastgelegd zegt [verdachte] : “maar daar sta ik ook niet echt op daar had ik een petje op en die dinges en mijn vest aan. Ze kunnen alleen mijn silhouet zien, wat willen ze daarmee.” [verdachte] zegt verder: “hij heeft echt gewoon kanker geluk gehad deze man (…) “Hij heeft zes in zijn [bijnaam 5] gekregen” zegt [medeverdachte 1] . [84]
- een pistool van het merk Walther, type P99 knal, zijnde een vuurwapen in de zin van categorie III van de Wet wapens en munitie (hierna: WWM);
- tien kogelpatronen van het kaliber 9mm Br.C. van het merk Sellier & Bellot, twee kogelpatronen van het kaliber .380 Auto van het merk Fiocchi, een patroon van het kaliber 7.62x39mm en 270 patronen in een plastic koffer van het kaliber 9mm Br.C en .380 Auto en 9mm Luger en 7.62x39mm, zijnde munitie in de zin van categorie II WWM;
- twee stroomstootwapens, allebei van het type 618TYPF, zijnde wapens in de zin van categorie II WWM;
- een gasdrukwapen van het merk Gamo, type V3, van het kaliber 177/4,5mm en een veerdrukwapen van het kalibier 6mm BB, zijnde wapens van de categorie I onder 7 WWM en
- twee vlindermessen en een vilmes, zijnde wapens van de categorie I onder 1 en 3 WWM.
6.Zaak A: (nadere) bewijsoverwegingen
7.Beoordeling zaak B
8.Bewezenverklaring
9.De strafbaarheid van de feiten
10.De strafbaarheid van verdachte
11.Motivering van de straf
12.Beslag
onder 2, 13 en 19 vermelde voorwerpenworden onttrokken aan het verkeer, nu deze voorwerpen zijn aangetroffen in het onderzoek naar de door [verdachte] begane misdrijven, terwijl zij kunnen dienen tot het begaan van een soortgelijk misdrijf en van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang;
onder 3 tot en met 12, 14, 20 en 28 vermelde voorwerpenworden onttrokken aan het verkeer, nu met betrekking tot deze voorwerpen het in zaak A onder 5 en 6 bewezen geachte is begaan, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang;
onder 15 tot en met 17 vermelde voorwerpenworden onttrokken aan het verkeer, nu met betrekking tot deze voorwerpen het in zaak B onder 1 bewezen geachte is begaan, en van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang;
onder 21, 22, 24, 25 en 26 vermelde voorwerpenworden verbeurdverklaard, nu met behulp van die voorwerpen het bewezen geachte is voorbereid;
onder 27 vermelde voorwerpwordt verbeurdverklaard, nu met betrekking tot dit voorwerp het in zaak B onder 2 bewezen geachte is begaan;
onder 1, 29 en 30 vermelde voorwerpenzal de teruggave aan de rechthebbende worden gelast.
13.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
€ 363,-.
14.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 45, 47, 57, 225, 289, 350 en 416 van het Wetboek van Strafrecht
- de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie
- de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet
- de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994
15.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 16 jaar.