3.1.Na eiswijziging wordt de rechtbank verzocht bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. Primair:
1. op vordering van Gratama q.q. te verklaren voor recht dat Gratama q.q. terecht de Actio Pauliana heeft ingeroepen ten aanzien van:
a. het samenstel van de onverplichte rechtshandelingen die ten grondslag liggen aan de doorbetaling van het ‘Noodfonds’ van Plassania via onder meer de bankrekening van Drie Gezusters respectievelijk [naam 1] naar de derdenrekening van [gedaagde] ; alsmede ten aanzien van
b. de Overeenkomst; alsmede ten aanzien van
c. alle betalingen die op basis van die Overeenkomst zijn verricht als genoemd in alinea’s 22 tot en met 24 van de dagvaarding en dat deze betalingen derhalve rechtsgeldig en terecht zijn vernietigd; althans
d. te verklaren voor recht dat de gelden (van het noodfonds) van Plassania door middel van diverse overboekingen vanaf de bankrekeningen van [naam 1] (zoals vermeld in alinea 17 van de dagvaarding) zijn (terug)betaald aan Plassania met de derdengeldrekening van [gedaagde] als betaaladres, zodat de derdengeldrekening van [gedaagde] genoemde gelden (het noodfonds) is gaan houden voor Plassania en dat Plassania ook om die reden terecht aanspraak heeft gemaakt op terugbetaling daarvan,
2. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan de boedel van Plassania van het bedrag van € 1.115.139,82 vermeerderd met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 18 juli 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening aan de boedel van Plassania;
B. Subsidiair:
1. op vordering van Gratama q.q. wordt subsidiair een gelijke verklaring voor recht gevorderd als genoemd onder A sub 1 primair, maar dan uitsluitend ten aanzien van de betalingen van de declaraties van [gedaagde] die [gedaagde] vanaf zijn derdengeldrekening aan zichzelf heeft verricht van in totaal € 283.730,20 alsmede voor recht te verklaren dat deze betalingen onbevoegd, althans onrechtmatig, althans paulianeus zijn verricht; en
- dit bedrag van € 283.730,20 vermeerderd met wettelijke handelsrente daarover vanaf 18 juli 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening door [gedaagde] dient te worden terugbetaald aan de boedel van Plassania;
2. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 283.730,20 vermeerderd met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 18 juli 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening aan de boedel van Plassania;
C. Meer subsidiair:
1. op vordering van Looyen q.q. te verklaren voor recht dat:
a. Looyen q.q. terecht de Actio Pauliana heeft ingeroepen ten aanzien van de Overeenkomst; alsmede ten aanzien van alle betalingen die op basis van die Overeenkomst zijn verricht als genoemd in alinea’s 22 tot en met 24 van de dagvaarding en dat deze betalingen derhalve rechtsgeldig en terecht zijn vernietigd;
b. de overboekingen op 22 november 2010 aan [gedaagde] , zijnde een totaalbedrag van € 54.890,- na datum faillissement zijn verricht en derhalve onbevoegd en in strijd met het fixatiebeginsel, althans onrechtmatig zijn uitgevoerd en dat genoemd totaalbedrag aan de boedel van [naam 1] dient te worden terugbetaald;
c. alsmede dat de op 30 juli 2010, 20 augustus 2010 en 15 november 2010 verrichte betalingen van in totaal € 228.840,08 terecht zijn vernietigd op grond van artikel 42 jo 43 Fw althans 47 Fw, althans dat [gedaagde] daarmee onrechtmatig heeft gehandeld, althans in strijd met zijn verplichtingen als advocaat;
2. op vordering van Looyen q.q. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 283.730,20 vermeerderd met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 18 juli 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening aan de boedel van [naam 1] ;
D. Namens de boedel van Plassania primair, subsidiair en meer subsidiair:
1. Gratama q.q. vordert primair, subsidiair en méér subsidiair te verklaren voor recht dat:
a. [gedaagde] jegens (de gezamenlijke crediteuren van) Plassania onrechtmatig heeft gehandeld en/of toerekenbaar is tekort geschoten in de behoorlijke nakoming van zijn verplichtingen als advocaat jegens zijn cliënte (Plassania);
b. dat [gedaagde] derhalve gehouden is de dientengevolge door (de gezamenlijke crediteuren van) Plassania geleden schade aan de boedel van Plassania te vergoeden ter hoogte van € 1.115.139,82 vermeerderd met wettelijke handelsrente;
2. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan de boedel van Plassania van het bedrag van € 1.115.139,82 vermeerderd met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 18 juli 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag van algehele voldoening aan de boedel van Plassania;
E. Buitenrechtelijke kosten, advocaatkosten en proceskosten
1. Naast het onder A tot en met D gevorderde, vorderen de curatoren tevens om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 6.775,-, de advocaatkosten van € 5.160,- evenals in de kosten van deze procedure (p.m.) aan de boedel van Plassania althans de boedel van [naam 1] .