Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
voorbereidenvan liquidaties komt de rechtbank onlogisch voor. Voorbereiding (artikel 46 Sr) komt na artikel 45 Sr (poging) en is in het leven geroepen om niet gerealiseerde misdrijven, die om andere redenen dan een vrijwillige terugtred, nog niet tot een begin van een uitvoering zijn gekomen toch strafbaar te kunnen stellen. Het is moeilijk voorstelbaar dat het oogmerk van een criminele organisatie is gericht op onvoltooide misdrijven. Waar de officier van justitie de verdachten ziet als de “afdeling werkvoorbereiding” verliest hij uit het oog dat deze afdeling deel uitmaakt van de organisatie die liquidaties zelf op het oog heeft. Daarnaast levert de verweten voorbereiding (opsporen en/of observeren van beoogde slachtoffers, wapens en auto’s met petflessen met benzine leveren) telkens een deelnemingsvorm aan de liquidatie zelf op. Voor het bestaan van een criminele organisatie is ten slotte niet vereist dat de deelnemers aan de organisatie de misdrijven zelf plegen.
bestemd waren tot het begaan vandatmisdrijf”moeten naar het oordeel van de rechtbank ook de contouren van het (feitelijk) te plegen misdrijf blijken.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
3 (drie) jaar.