ECLI:NL:RBAMS:2016:7738

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
13/997058-15 (A) en 13/997068-16 (B)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorbereidingshandelingen moord en deelname aan een criminele organisatie met een groot wapenarsenaal

Op 28 november 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verschillende ernstige misdrijven, waaronder het voorbereiden van moord en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder het voorhanden hebben van een groot aantal wapens en munitie. De verdachte werd vrijgesproken van de voorbereidingshandelingen voor moord, omdat de rechtbank oordeelde dat niet met voldoende bepaaldheid was aangetoond welk concreet misdrijf werd voorbereid. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wel degelijk deel uitmaakte van een criminele organisatie, die een oogmerk had dat onder andere het plegen van moord omvatte. De verdachte had een belangrijke rol binnen deze organisatie, onder andere door het bijhouden van een gedetailleerde administratie van de activiteiten en financiën van de organisatie. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van acht jaar op, het maximum voor de deelname aan een criminele organisatie, en verklaarde verschillende in beslag genomen wapens en munitie verbeurd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummers: 13/997058-15 (A) en 13/997068-16 (B) (Promis)
Datum uitspraak: 28 november 2016
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te distrikt [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het (brief) [adres 3] , [plaats] , thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting [naam PI] , [plaats PI] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 22 september 2016, 23 september 2016, 26 september 2016, 29 september 2016, 30 september 2016, 3 oktober 2016, 4 oktober 2016, 10 oktober 2016 en 21 november 2016.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mr. J. Plooij en H.J. Mous (hierna gezamenlijk: de officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L.J.B.G. van Kleef, naar voren hebben gebracht.
Het onderzoek Koper richt zich op de volgende verdachten: [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] , [verdachte 8] , [verdachte 9] en [verdachte] .

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging ter terechtzitting van 21 juni 2016 - kort gezegd het volgende tenlastegelegd:
(Zaak A)
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van voorbereiding van moord op één of meer personen in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht;
Subsidiair:
medeplichtigheid aan medeplegen van voorbereiding van moord in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht door gelegenheid te verschaffen en behulpzaam te zijn geweest door de door hem gehuurde opslagruimten en de hiervoor verstrekte toegangscodes ter beschikking te stellen;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld dan wel afpersing in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht;
Subsidiair:
medeplichtigheid aan medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld dan wel afpersing in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht door gelegenheid te verschaffen en behulpzaam te zijn geweest door de door hem gehuurde opslagruimten en de hiervoor verstrekte toegangscodes ter beschikking te stellen;
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van het voorhanden hebben van een groot aantal wapens, munitie, patroonmagazijnen, handgranaten en geluiddempers in de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein;
ten aanzien van feit 4:
medeplegen van het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur, een pistool, magazijnhouders en 75 kogelpatronen op 15 juli 2015 in Nieuwegein;
ten aanzien van feit 5:
medeplegen van het aanwezig hebben van 2369 gram cocaïne op 15 juli 2015 in Nieuwegein;
ten aanzien van feit 6:
medeplegen van het aanwezig hebben van 690 gram hasjiesj op 15 juli 2015 in Nieuwegein;
ten aanzien van feit 7:
deelname aan een organisatie in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder opzetheling, witwassen, handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, voorbereiding van moord, diefstal met geweld, afpersing en/of opzettelijke brandstichting.
(Zaak B)
Medeplegen van het voorhanden hebben van een multiband jammer op 15 juli 2015 in Nieuwegein.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Inleiding
In het onderzoek Koper zijn in Maurik twee gestolen snelle auto’s aangetroffen: een Audi S5 en een Audi RS6, beide voorzien van valse kentekenplaten. In de Audi RS6 lagen twee petflessen met benzine. Verder is in Nieuwegein in [naam opslag] een groot aantal vuurwapens - waaronder automatische - aangetroffen, alsmede handgranaten, patroonhouders, geluiddempers, slagpijpjes, ontstekers, veel munitie, kogelwerende vesten en handschoenen. Bij doorzoekingen in Utrecht en omstreken zijn verder bakensets en SD-kaartjes met filmbeelden van heimelijk gefilmde personen (onder wie de later doodgeschoten getuigen [getuige 1] en [getuige 2] ) en telefoons, waaronder zogenaamde PGP-telefoons, aangetroffen.
Tijdens het onderzoek is onder meer gebleken dat [verdachte 5] , [verdachte 6] en [verdachte 7] hebben geschoten met (automatische) vuurwapens op een afgelegen plek - door de officier van justitie aangeduid als proefschieten. De gestolen auto’s werden voorzien van brandstof en een nieuwe accu (rijklaar maken). Er is een peilbaken geplaatst onder een huurauto, in gebruik bij getuige [getuige 3] . In diverse afgeluisterde gesprekken wordt gesproken over schieten, ijzers (de rechtbank begrijpt: vuurwapens [1] , [2] ), waarbij onder andere wordt gezegd: “hitman at your service”, “hun komen en doen dang dang, kom pang…pfft split. Hup deze in de fik, hup ijzer, doe je de volgende, pang split” “2 vesten (…) 2 PG tjes (…) Het gaat om ijzers, als ie tegen ons zegt ga die kant snel dingen klaarleggen, bam binnen tien minuten hebben we die dinges klaar.” [getuige 3] heeft verklaard – zakelijk weergegeven – dat niet naar hem, maar naar [naam] werd gezocht, kennelijk met het doel hem te vermoorden. [3]
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
(Zaak A)
De voorbereidingshandelingen zoals tenlastegelegd onder feit 1 primair kunnen worden bewezen. Verdachten zijn planmatig te werk gegaan, gelet op het in kaart brengen van de slachtoffers, gesprekken over liquidaties en het voorhanden hebben van wapens, die door middel van proefschieten werden getest, en die in ‘uitruksets’ gereed werden gemaakt. Hieruit kan worden afgeleid dat verdachten op ieder willekeurig moment konden beschikken over de voor de uitvoering benodigde middelen. Voor het opzet maakt het geen verschil of men in tijd vlakbij of nog veraf van de liquidatie is. In het verlengde daarvan moeten de twee auto’s - de werkauto’s - worden gezien die rijklaar en DNA-vrij werden gemaakt en werden voorzien van voldoende brandstof en petflessen met benzine, dit alles in afwachting van het moment van die ene ‘actie’, zoals uit PGP-berichten blijkt, met het doel om na het gebruik van de auto bij de uitgevoerde liquidatie deze in brand te steken om opsporing te verhinderen.
Dat verdachten zich op hun zwijgrecht hebben beroepen maakt hun opzet op moord en brandstichting des te aannemelijker. Verdachte is binnen de groep verdachten te zien als een intellectuele dader die een uitgebreide en zeer nauwkeurige administratie heeft bijgehouden van alle inkomsten en uitgaven. Hij had de beschikkingsmacht over de opslagboxen 40 en 161 en heeft aan anderen de toegangscode ter beschikking gesteld. De duidelijke bestemming die het voorhanden hebben van de wapens voor hem had, namelijk het plegen van liquidaties, is grotendeels af te leiden uit de aan hem toegeschreven administratie. Dat verdachte de auteur is van de administratie, kan worden vastgesteld op grond van het handschrift vergelijkend onderzoek door een deskundige in combinatie met het feit dat het administratieboekje bij hem thuis is aangetroffen en er lichaamssporen van verdachte in het boekje zijn aangetroffen. In deze administratie worden dingen vermeld als ‘
€ 81.600,- aan wapens’, ‘spotter’en
‘hitter’. De in de administratie opgenomen uitgaven voor bakensets, kogelwerende vesten, auto’s en PGP-telefoons, vinden bevestiging in feitelijke bevindingen in het onderzoek. Verdachte heeft van al deze goederen wetenschap gehad doordat hij deze heeft geadministreerd. Verdachte is degene langs wie alle goederen passeerden, in of uit. Dat kan hem worden toegerekend, gelet op de duidelijke bestemming van de voorwerpen, zodat kan worden gesproken van opzet op het verwerven van voorbereidingsmiddelen voor het misdrijf moord.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 2 (primair en subsidiair) nu het dossier hiervoor geen bewijs bevat. Daarbij komt dat veel van de aangetroffen voorwerpen niet bij het misdrijf van afpersing passen.
Feit 3 kan ook worden bewezen. Box 40 is direct te linken aan verdachte nu hij deze box huurde. Op 20, 22, 24 en 25 mei en 24 juni 2015 is met de code van verdachte ingelogd bij [naam opslag] . Kennelijk is de code door verdachte aan anderen ter beschikking gesteld. Hij is zelf op 24 juni bij [naam opslag] gezien. De sleutel van box 40 en de twee verschillende sleutels van de kluis in box 40 zijn bij verdachte thuis aangetroffen. Box 161 is door de zus van verdachte gehuurd. Het is aannemelijk dat zij dit ten behoeve van haar broer heeft gedaan. Dit wordt bevestigd doordat de sleutels van box 161 en de administratie bij verdachte thuis zijn aangetroffen en daarin staat vermeld: ‘
opslag 280 op 30-6-15 niet optellen’. De huur van € 280,- moest uiterlijk 1 juli zijn voldaan. Daarnaast is in de administratie twee keer een uitgave vermeld voor een kluis. Verdachte is ook nog op een andere manier te verbinden met de wapens in de kluizen. In de administratie zijn namelijk uitgaven vermeld van minstens
€ 81.600,- voor wapens. De aanduidingen van een deel van die wapens (Grand Power, AK, Scorpio) past bij de aangetroffen wapens in de kluizen. Op grond van al het voorgaande kan de conclusie geen andere zijn dan dat verdachte beschikkingsmacht had over de boxen 40 en 161 - waar hij toegang toe had - en de zich daarin bevindende kluizen, en dat hij wist dat zich daarin een hoeveelheid wapens bevonden. Verdachte heeft geen verklaring willen afleggen. Op grond van al het voorgaande kan hij verantwoordelijk worden gehouden voor het voorhanden hebben van het hele wapenarsenaal in beide kluizen.
Voorts dient feit 4 te worden bewezen. Gelet op de plaats van het aantreffen van de tenlastegelegde wapens en munitie mocht van verdachte die de bewoner van de woning was, een verklaring worden gevergd. Hij heeft verklaard dat niet alles van hem was en dat hij alleen wetenschap had van een pistool. Daaruit blijkt in elk geval wetenschap dat hij meer in huis had dan dat ene pistool. Zonder indicatie van het tegendeel mag worden vermoed dat hij beschikkingsmacht had over alles wat in zijn huis lag.
Ook kan worden bewezen dat verdachte de tenlastegelegde cocaïne en hasjiesj (feit 5 en feit 6) aanwezig heeft gehad. Op de aangetroffen drugs in de woning van verdachte, te weten cocaïne en hasjiesj, stonden stempels met aanduidingen die ook voorkwamen in de administratie. In het dossier bevinden zich positieve indicatieve drugstesten. Weliswaar ontbreekt een NFI rapport voor de hard- en softdrugs, maar er is geen enkele aanleiding te twijfelen aan de testresultaten. Van verdachte mocht een verklaring worden gevergd en die heeft hij niet gegeven.
Daarnaast dient feit 7 te worden bewezen. Uit het dossier komt een groep mannen naar voren, van wie een aantal al lang met elkaar is bevriend. Uit politieregistraties blijkt dat verdachte, [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 7] , [verdachte 8] , [verdachte 5] en [verdachte 6] in wisselende samenstelling meerdere malen zijn aangehouden of gecontroleerd. Verdachte komt in het onderzoek weinig direct in beeld, maar heeft een belangrijke positie binnen de groep. Verdachte was de beheerder van de administratie en de kas en zag toe op de betreffende uitgaven voor voorbereidingsmiddelen. Kennelijk werd hij onmiddellijk in kennis gesteld van uitgaven en ontvangsten. Daarnaast beheerde hij de wapenopslag in Nieuwegein en deelde hij de toegang daartoe met anderen.
(Zaak B)
Tot slot dient ook het voorhanden hebben van de jammer worden bewezen, die werd aangetroffen in box 161. Hoewel box 161 door de zus van verdachte werd gehuurd, is het aannemelijk dat zij dit ten behoeve van verdachte heeft gedaan. Bij hem zijn ook de sleutels van deze box aangetroffen. Aangenomen moet worden dat verdachte de beschikkingsmacht had over box 161 en zonder contra-indicaties moet hij hebben geweten wat daar lag.
4.3
Het standpunt van de verdediging
(Zaak A)
Verdachte dient van de tenlastegelegde voorbereidingshandelingen (feiten 1 en 2) te worden vrijgesproken. De door het Openbaar Ministerie opgesomde voorbereidingsmiddelen kunnen voor een veeltal aan doelen voorhanden zijn geweest, zowel legaal als illegaal. De dwingende connectie naar meerdere moorden is er simpelweg niet. Ook de inhoud van de administratie die bij verdachte thuis is gevonden, kan daar niet toe bijdragen. Op basis van het handschrift vergelijkend onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat deze administratie door verdachte is geschreven. Deskundige De Jong heeft namelijk aangegeven dat de Likelihood Ratio van het Bayesiaanse model niet kan worden berekend, waardoor zijn rapport geen wetenschappelijke waarde heeft. En ook al zou de administratie door verdachte zijn bijgehouden, dan kan uit deze omschrijvingen niet voortvloeien dat hij wetenschap had van of daadwerkelijke betrokkenheid had bij of opzet had op wat is geadministreerd of omtrent welke goederen waar zijn en voor welk doel ze werden gebruikt. Bovendien is niet duidelijk dat verdachte betalingen zou hebben gedaan, wapens zou hebben uitgedeeld of ontvangen, wanneer bepaalde posten in de administratie terecht zijn gekomen en of er met verdachte is gecommuniceerd over de in de administratie op te nemen posten. Verdachte komt niet voor in OVC-gesprekken of taps, hij bemenst geen auto’s en er zijn geen lichaamssporen van hem te vinden in de kluizen en op andere goederen. Verdachte heeft geen betrokkenheid gehad bij het verrichten van voorbereidingshandelingen, laat staan dat hij een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Daartoe is het ter beschikking stellen van een opslagruimte niet voldoende. Dat verdachte toegangscodes ter beschikking zou hebben gesteld is puur speculatief en kan niet met bewijsmiddelen worden onderbouwd. Bovendien is daarmee niet duidelijk op welke manier dat een samenwerking oplevert.
Verdachte dient ook van feit 3 te worden vrijgesproken. Uit het feit dat verdachte huurder was van de boxen 161 en 40 in [naam opslag] , die hij wellicht aan derden beschikbaar heeft gesteld, kan niet worden afgeleid dat hij wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de inhoud van de boxen en kluizen. Er zijn hierin geen lichaamssporen van hem aangetroffen. Meerdere mensen hadden blijkbaar toegang tot de boxen en kennelijk waren er ook meerdere sleutels in omloop. Hoewel er bij verdachte sleutels zijn aangetroffen waarmee toegang kon worden verkregen tot de boxen en er tevens een sleutel paste op een slot van de kluis in box 40 waar ook nog een tubulaire sleutel voor nodig was – een dergelijke sleutel werd tevens aangetroffen bij verdachte maar daarvan kon niet meer worden vastgesteld of die op het doorboorde slot heeft gepast – kan niet worden gesteld dat verdachte toegang had tot de kluis in box 40. De conclusie van Baardemans heeft immers niets met deskundigheid te maken, maar heeft meer weg van logica die niet dwingend logisch is. Bovendien blijkt uit het dossier niet dat verdachte daadwerkelijk toegang heeft gehad tot de kluizen.
Ten aanzien van feit 4 blijkt uit het proces-verbaal van aanhouding niet dat de rechter-commissaris verdachte de cautie heeft gegeven voorafgaand aan de doorzoeking van zijn woning. Het moet ervoor worden gehouden dat de cautie pas is gegeven nadat het wapen was aangetroffen en nadat verdachte had aangegeven dat er een wapen in zijn woning aanwezig was. Hierdoor is sprake van een onherstelbaar vormverzuim waardoor verdachte in een specifiek belang is geschaad. Het bewijs dat hieruit is voortgevloeid, dient te worden uitgesloten, te weten de Steyr pistool en de patroonhouder. Ten aanzien van de onder dit feit tenlastegelegde pistoolmitrailleur refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Verdachte dient van feiten 5 en 6 te worden vrijgesproken. Het dossier bevat ten aanzien van deze feiten alleen een indicatieve test en dat is geen bewijs voor de aanwezigheid van verdovende middelen.
Ten aanzien van feit 7 is het Openbaar Ministerie niet in staat gebleken om bewijs te produceren waaruit blijkt dat verdachte in de tenlastegelegde periode het oogmerk heeft gehad op het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie en de voorbereidingshandelingen gericht op ontploffing of moord. De geschetste vermoedens leveren simpelweg het bewijs hiervoor niet.
(Zaak B)
Ten aanzien van dit tenlastegelegde feit heeft de verdediging geen standpunt ingenomen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Wapens (feit 3)
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte het gehele wapenarsenaal met anderen voorhanden heeft gehad. De rechtbank overweegt het volgende.
Op 15 juli 2015 is in [naam opslag] in Nieuwegein een grote partij wapens en munitie gevonden in kluizen in de boxen 40 en 161. Deze opslagboxen werden gehuurd door respectievelijk verdachte en zijn zus, waarbij duidelijk is geworden dat zij box 161 huurde voor haar broer en verder geen bemoeienis heeft gehad in of bij deze box. Op 24 juni 2015 is verdachte bij [naam opslag] geweest en kreeg hij toegang tot het pand door middel van de toegangscode behorende bij box 40. De sleutels van beide boxen zijn aangetroffen in de woning van verdachte. Aldus kan worden vastgesteld dat beide boxen voor verdachte direct toegankelijk waren.
In elk van de boxen stond een kluis, waarin zich wapens en munitie bevonden. Bij verdachte thuis werden twee sleutels aangetroffen waarvan er één paste op het linker slot van de kluis in box 40. Of de andere in de woning van verdachte aangetroffen - tubulaire - sleutel paste op het rechter – tubulaire - slot van de kluis in box 40, kon niet meer met zekerheid worden vastgesteld nu het slot van de kluis was doorboord.
In de woning van verdachte is een boekje aangetroffen waarin een administratie werd bijgehouden. Zoals uit de bewijsmiddelen volgt en hierna bij de bespreking van feit 7 nader wordt overwogen, is het op grond van het handschriftvergelijkend onderzoek in combinatie met de daarin aangetroffen vingerafdrukken van verdachte en de plaats waar het boekje is aangetroffen, aannemelijk dat deze administratie is bijgehouden door verdachte. Een deel van deze administratie sluit aan bij bevindingen en/of geldstromen die betrekking hebben op wapens (ijzers).
Op grond van het gegeven dat een grote hoeveelheid wapens en munitie in twee voor hem direct toegankelijke plaatsen waren opgeslagen, en verdachte voorts thuis beschikte over twee wapens en dus niet onbekend mag worden verondersteld met het voorhanden hebben van wapens, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte ten aanzien van
alleaangetroffen wapens en munitie op zijn minst voorwaardelijk opzet heeft gehad op het voorhanden hebben daarvan en dat hij ook de beschikkingsmacht over die goederen heeft gehad. De rechtbank betrekt bij haar overweging het gegeven dat verdachte geen redelijke, de redengevendheid van de hiervoor genoemde omstandigheden ontzenuwende verklaring heeft gegeven.
4.4.2
Criminele organisatie (feit 7)
Onder organisatie, als bedoeld in artikel 140 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht wordt verstaan een samenwerkingsverband van tenminste twee personen met een zekere duurzaamheid en structuur. [4] Voor deelneming aan een dergelijke organisatie is in het algemeen vereist dat de verdachte tot deze organisatie behoort en dat de verdachte een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met, de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. [5] Niet is vereist dat komt vast te staan dat verdachte heeft samengewerkt, althans bekend is geweest met alle personen die deel uitmaken van de organisatie. [6] Evenmin is vereist dat verdachte wetenschap heeft van een of meer concrete misdrijven. [7]
Gelet op de bewijsmiddelen die zijn gebruikt voor het hiervoor bewezenverklaarde wapenbezit, alsmede op wat hierna wordt overwogen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de tenlastegelegde periode heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
Duurzaamheid en structuur
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt een beeld naar voren van een samenwerkingsverband van een aantal personen, uit de omgeving van Utrecht/Nieuwegein dat zich gedurende geruime tijd heeft beziggehouden met meerdere vormen van criminaliteit.
Hierbij wordt naast de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen ten aanzien van het wapenbezit en de deelname aan de criminele organisatie in het bijzonder nog gewezen op de zogenoemde administratie die bij verdachte is aangetroffen [8] en aan hem wordt toegeschreven. Het notitieboekje is immers bij verdachte thuis aangetroffen [9] , bevat onder meer zijn vingerafdrukken [10] en volgens de handschriftdeskundige [11] zijn diens bevindingen veel waarschijnlijker wanneer verdachte de producent is van het handschrift in dit boekje dan wanneer iemand anders dat is. Dat volgens de raadsman dit waarschijnlijkheidsoordeel geen wetenschappelijke basis heeft, maakt niet dat de rechtbank dit deskundigenoordeel naast zich neer legt. Overigens heeft verdachte slechts gezwegen op vragen naar dit notitieboekje.
Deze administratie bestrijkt een periode van anderhalf jaar, waarin chronologisch en op gedetailleerde wijze de inkomsten en uitgaven van allerlei transacties van de organisatie zijn bijgehouden. De administratie getuigt van een zeer actieve, professionele en goed gestructureerde bedrijfsvoering, met een omvang van ongeveer negentien miljoen euro gedurende die periode. Ook al is handel in verdovende middelen niet expliciet als oogmerk vermeld in de tenlastelegging, opvallend is wel het uitgebreide deel van de boekhouding dat hierop lijkt te zijn gericht. In de administratie zijn veel posten vermeld die overeenkomen met bevindingen van de politie. Dit gaat onder meer over uitgaven voor opslag, betalingen voor kluizen, een Audi S5 die wordt gekocht voor € 3.500,-, een betaling voor werk aan twee “werkauto’s”, € 7.000,- voor de aankoop van twee trackers, betalingen voor het “sweapen van twee waggies” en voor “sweapen huis”. Er staan betalingen aan spotters vermeld, alsook de bijkomende kosten voor huurauto’s ten behoeve van het spotten, en aantekeningen over jammers. Het boekje behelst veel vermeldingen over “ijzers” (vuurwapens). Op een los blaadje staat dat er vuurwapens (3x AK met maga; 1 x Scorpio) zijn ontvangen. Ook wordt geld ontvangen van en uitgegeven aan (onder meer voor “ijzer”) [verdachte 9] (“ [bijnaam verdachte 9] ”) [12] en [verdachte 8] (“ [bijnaam verdachte 8] ”). [13] Deze administratie beslaat een langere periode dan tenlastegelegd. In deze administratie worden ook andere (bij)namen genoemd dan die van verdachten, zodat kan worden aangenomen dat ook anderen dan verdachte en medeverdachten hebben deelgenomen aan de organisatie.
Verder wordt gewezen op de onderlinge communicatie via versleuteld berichtenverkeer. Bij alle verdachten zijn één of meerdere zogenaamde PGP-telefoons aangetroffen. [14] Enkele van deze telefoons zijn “gekraakt” door het NFI. Uit dit berichtenverkeer [15] blijkt dat over al dan niet misdadige zaken wordt gecommuniceerd. Verdachten hebben geen verklaring willen geven over deze communicatie of waarom zij van een dergelijke dure en versleutelde communicatievorm gebruik wensten te maken. Overigens hebben verdachten zich jegens de politie en de rechtbank geheel of grotendeels op hun zwijgrecht beroepen - zelfs op ogenschijnlijk onschuldige vragen als wie wie kent - wat de rechtbank sterkt in haar oordeel dat van een crimineel samenwerkingsverband sprake is geweest, nu verdachten onderlinge communicatie kennelijk geheim wensen te houden, terwijl zij in het openbaar niet wensen te communiceren over het verwijt dat hun wordt gemaakt.
Er was dan ook sprake van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband.
Oogmerk
De organisatie beschikte over twee gestolen voertuigen en een arsenaal van (vuur)wapens, waarmee het tenlastegelegde oogmerk tot opzetheling en handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie is gegeven.
Uit OVC-gesprekken [16] , de gekraakte PGP-telefoon van [verdachte 9] [17] , de administratie waaruit blijkt dat op 9 juli 2015 € 94.500,- uitging naar Ennetcom (een leverancier van PGP-telefoons)/Junior [18] , alsmede de negentig bij [verdachte 5] aangetroffen PGP-toestellen [19] , die volgens een afgeluisterd gesprek ongeveer € 1.000,- per stuk kosten, leidt de rechtbank af dat de organisatie een handel in PGP-telefoons - al dan niet met bijbehorend netwerk - aan het opzetten was, waartoe reeds een investering was gedaan. Het met deze investering - die in de boekhouding van de organisatie is opgenomen - gemoeide geld kan niet anders dan van misdrijf afkomstig zijn. Immers, verdachten hebben aan de criminele organisatie deelgenomen, niet is gebleken dat deze organisatie legale inkomsten heeft gehad, terwijl het de verdachten ook aan voldoende legale inkomsten ontbreekt om een dergelijke investering te doen. Verdachten hebben geen van allen een verifieerbare, op voorhand niet onaannemelijke verklaring gegeven voor de herkomst van deze investering. Door de opbrengsten van illegale praktijken aan te wenden voor de investering in een op het eerste gezicht legale handel, kan worden vastgesteld dat witwassen eveneens een oogmerk van de organisatie is geweest.
Ten slotte is tenlastegelegd dat de organisatie tot oogmerk had het voorbereiden van moord, brandstichting en/of diefstal met geweld/afpersing. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat van dit laatste oogmerk (diefstal met geweld en/of afpersing) niet is gebleken.
Uit het dossier komt het beeld naar voren van een bende die beschikte over twee snelle gestolen auto’s met valse kentekenplaten, waarvan één voorzien was van petflessen met benzine, en een arsenaal aan (automatische) wapens, waaronder Kalasjnikovs. De bende hield zich bezig met het nagaan van de gangen van bepaalde mensen door ze, vanuit op andermans naam gehuurde auto’s [20] met behulp van peilbakens te volgen [21] en ze heimelijk te filmen. [22] In de administratie wordt gewag gemaakt van de kosten die deze “spotters” maken (camera’s, huurwagens, trackers/peilbakens). Daarnaast wordt op diverse momenten gesproken over het doodschieten van mensen, zoals hiervoor weergegeven. Ten slotte wordt gewezen op de post in de administratie op 1 december 2014, waarin honderdduizend euro uitgaat aan “Hitter”. [23] Verdachten hebben de stelling van politie en justitie dat met deze term een moordenaar wordt bedoeld [24] niet kunnen of willen ontkrachten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de organisatie tevens tot oogmerk had het plegen van liquidaties, die bestaan uit het vermoorden van één of meer personen, waarna de auto die daarbij wordt gebruikt tijdens de vlucht in brand wordt gestoken teneinde sporen te wissen. Bij een dergelijke autobrand, die veelal heftig en uitslaand is, is bijna per definitie gemeen gevaar voor goederen te duchten.
Het tenlastegelegde oogmerk op het
voorbereidenvan liquidaties komt de rechtbank onlogisch voor. Voorbereiding (artikel 46 Sr) komt na artikel 45 Sr (poging) en is in het leven geroepen om niet gerealiseerde misdrijven, die om andere redenen dan een vrijwillige terugtred, nog niet tot een begin van een uitvoering zijn gekomen toch strafbaar te kunnen stellen. Het is moeilijk voorstelbaar dat het oogmerk van een criminele organisatie is gericht op onvoltooide misdrijven. Waar de officier van justitie de verdachten ziet als de “afdeling werkvoorbereiding” verliest hij uit het oog dat deze afdeling deel uitmaakt van de organisatie die liquidaties zelf op het oog heeft. Daarnaast levert de verweten voorbereiding (opsporen en/of observeren van beoogde slachtoffers, wapens en auto’s met petflessen met benzine leveren) telkens een deelnemingsvorm aan de liquidatie zelf op. Voor het bestaan van een criminele organisatie is ten slotte niet vereist dat de deelnemers aan de organisatie de misdrijven zelf plegen. Bij requisitoir heeft de officier van justitie nog schriftelijk toegelicht [25] dat, indien de rechtbank dit oordeel zou vellen, ook kan worden geconcludeerd dat de organisatie het oogmerk had op de gronddelicten zelf. Op dit (subsidiaire) standpunt is door de verdediging geen verweer gevoerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat van denaturering van de tenlastelegging geen sprake is indien zij bewezen acht dat de organisatie ook moord en brandstichting tot oogmerk heeft gehad.
Deelneming/rol van verdachte
De bij verdachte aangetroffen administratie, die door hem is bijgehouden, laat zien dat verdachte op de hoogte is geweest – en verantwoordelijk was voor het bijhouden – van de financiële administratie van de organisatie. Daarmee is gegeven dat verdachte op de hoogte moet zijn geweest van ongeveer alle activiteiten en handelingen van de organisatie (auto’s, wapens, huurauto’s voor spotters, bakensets, ‘het sweapen’ van auto’s en een woning, geld voor “hitter” en “spotter” en PGP’s en Ennetcom). Hij is samen met [verdachte 6] en [verdachte 8] gecontroleerd op 27 april 2015. [26] [verdachte 9] maakte gebruik van een auto die op naam van verdachte stond en hij is vermoedelijk gezien bij de woning waar [verdachte 9] verbleef aan de [adres 2] , gehuurd door [verdachte 4] . [27] Verdachte beschikte bij zijn aanhouding over vuurwapens en een PGP-telefoon, waarvan het e-mailadres voorkwam in de PGP-telefoons die bij [verdachte 7] en [verdachte 9] is aangetroffen onder de naam “ [naam e-mail adres] ” of “ [naam e-mail adres] ”. [28] Daarnaast huurde verdachte zelf en via zijn zus de twee opslagboxen bij [naam opslag] waar het wapenarsenaal is aangetroffen. Verdachte beschikte bovendien over de sleutels van de opslagboxen alsmede die van een kluis waarin wapens zaten. Verdachte nam dan ook letterlijk en figuurlijk een sleutelpositie in binnen de organisatie.
4.4.3
Voorbereidingshandelingen (feit 1 en feit 2)
Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) luidt, voor zover hier van belang:
Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft of voorhanden heeft.
Aan verdachte is – samengevat – tenlastegelegd dat hij tezamen en in vereniging met anderen de hiervoor genoemde voorwerpen en vervoermiddelen heeft verworven of voorhanden heeft gehad en dat die goederen bestemd waren tot het begaan van moord op één of meerdere personen (feit 1) of tot diefstal met geweld, dan wel afpersing (feit 2).
Het spreekt voor zich dat de genoemde middelen (wellicht met uitzondering van de SD-kaartjes, handschoenen en telefoons) naar hun uiterlijke verschijningsvorm en gebruik bestemd kunnen zijn tot het begaan van de onder 1 en 2 tenlastegelegde misdrijven. De vraag die hier echter centraal staat is of met voldoende bepaaldheid is gebleken welk misdadig doel verdachte en zijn medeverdachten met het gebruik van die voorwerpen voor ogen hadden. Hierbij hoeft het weliswaar nog niet te gaan om een naar tijd en plaats gespecificeerd misdrijf, maar moet wel sprake zijn van een min of meer concreet strafbaar feit. [29]
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet met voldoende bepaaldheid is gebleken welk crimineel doel verdachte en zijn medeverdachten voor ogen hebben gehad. Weliswaar heeft verdachte – zoals hiervoor overwogen – deelgenomen aan een criminele organisatie die het plegen van liquidaties tot oogmerk had, echter uit het onderzoek Koper is onvoldoende bewijs verkregen om te spreken van een concreet voorbereid misdrijf. De rechtbank deelt de visie van het Openbaar Ministerie niet dat slechts de aard (kwalificatie) van het voorbereide misdrijf moet komen vast te staan. [30] Voor het bewijs dat de tenlastegelegde voorwerpen “
bestemd waren tot het begaan vandatmisdrijf”moeten naar het oordeel van de rechtbank ook de contouren van het (feitelijk) te plegen misdrijf blijken.
Zo ligt het voor de hand dat bij de voorbereiding van een moord, het voor de daders in beginsel duidelijk is wie het slachtoffer zal zijn. Op de aangetroffen SD-kaartjes zijn heimelijk gemaakte opnames aangetroffen van verschillende personen, maar niet is gebleken wat de precieze plannen waren met deze mensen. Inzake [naam] kan worden vastgesteld dat [getuige 2] en [naam 2] zijn gefilmd in november 2014 en dat in juni 2015 een baken is geplaatst onder de auto van [getuige 3] . Eveneens in juni 2015 spreken [verdachte 9] en [verdachte 5] over “de kale en die Joego die ons daarheen gaan brengen”. [naam] heeft weliswaar verklaard over de dreiging die hij voelt vanuit een bepaalde richting, maar niet is komen vast te staan wat er met hem diende te gebeuren. Het kan zijn dat [naam] zou moeten worden doodgeschoten, maar een gijzeling/wederrechtelijke vrijheidsberoving of een afpersing of een enkele bedreiging behoort ook tot de mogelijkheden. Het zwijgrecht waarop verdachten zich hebben beroepen, mag in dit geval niet tot de conclusie leiden dat het zwaarste misdrijf werd voorbereid. Van de overige heimelijk gefilmde personen is nog minder komen vast te staan of verdachte en zijn medeverdachten iets van plan waren in de richting van deze personen en zo ja, wat die plannen dan inhielden. Nu van voorbereiding geen sprake is, behoeft de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid hieraan geen bespreking.
Slotsom is dat verdachte wordt vrijgesproken van de feiten 1 en 2.
4.4.4
Cocaïne (feit 5)
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte de tenlastegelegde hoeveelheid cocaïne voorhanden heeft gehad. Het dossier bevat het resultaat van een indicatieve test, inhoudende dat de aangetroffen stof cocaïne bevat. Er is, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is en kennelijk per vergissing, geen nader onderzoek gedaan naar de samenstelling van de aangetroffen stof door het Nederlands Forensisch Instituut. De rechtbank is van oordeel dat het bewijs dat sprake is van cocaïne niet uitsluitend gebaseerd kan worden op de indicatieve test. Overigens is in het dossier geen, althans onvoldoende, bewijs voorhanden dat tot steunbewijs kan dienen dat deze aangetroffen hoeveelheid poeder daadwerkelijk cocaïne bevat. De administratie die in de woning van verdachte is aangetroffen en die lijkt te duiden op onder meer (handel in) verdovende middelen, acht de rechtbank daartoe onvoldoende specifiek. Verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken.
4.4.5
Wapens, patroonmagazijnen en munitie (feit 4)
Uit het proces-verbaal van doorzoeking volgt dat voorafgaand aan de doorzoeking in de woning van verdachte de cautie aan hem is gegeven. Dit is echter in het proces-verbaal van aanhouding niet gerelateerd. Wat daar ook van zij, het ontbreken van de cautie kan geen vormverzuim opleveren. Uit de wet en daarop gebaseerde vaste jurisprudentie blijkt immers dat aan een dergelijke vordering tot uitlevering geen cautie vooraf hoeft te gaan, nu een dergelijke situatie niet is op te vatten als een verhoorsituatie. Aldus is de rechtbank van oordeel dat volgens de regels is gehandeld en dat geen sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs waardoor voor bewijsuitsluiting geen plaats is.
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat, kan naar het oordeel van de rechtbank worden bewezen dat verdachte beide wapens, patroonmagazijnen en munitie aanwezig heeft gehad.
4.4.6
Hasjiesj (feit 6)
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte de tenlastegelegde hoeveelheid hasjiesj voorhanden heeft gehad en overweegt daartoe het volgende.
Het dossier bevat een indicatieve test waaruit is gebleken dat de aangetroffen blokken hasjiesj betroffen. Hoewel deze test niet wordt ondersteund door een deskundigenrapportage, wordt wel door andere bewijsmiddelen bevestigd dat sprake is van hasjiesj. Zo heeft de verbalisant, die de blokken heeft onderzocht, aangegeven dat hij de blokken bruine samengeperste substantie heeft herkend als hasjiesj. Daarnaast bevonden zich op de aangetroffen blokken diverse stempels - TOP03, Paris, Tidghine, NY en Perry - die ook voorkwamen in dat gedeelte van de bijgehouden administratie dat vermoedelijk over verdovende middelen gaat. Zo wordt in de administratie de term TOP03 ook wel in één zin genoemd met ‘assi’ dat straattaal is voor hasjiesj. [31] Het voorgaande in samenhang bezien is naar het oordeel van de rechtbank voldoende voor een bewezenverklaring van dit feit.
4.4.7
Zaak B
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk een jammer voorhanden heeft gehad.
Dit voorwerp is immers aangetroffen in box 161 in [naam opslag] , waar verdachte toegang toe had. In beginsel, behoudens contra-indicaties, is hij verantwoordelijk te houden voor de goederen die zich in die box bevinden. Nu verdachte hierover geen verklaring heeft willen afleggen, is van contra-indicaties niet gebleken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte
(Zaak A)
ten aanzien van feit 3:
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein in kluizen in gehuurde opslagruimten aan de [straat] , tezamen en in vereniging met anderen,
in een kluis in opslagruimte nr. 388 en daarna nr. 161:
- 6 automatische geweren, merk/type Cz Vz58, kaliber 7.62x39mm, en
- 9 automatische geweren, merk/type Zastava M70AB2, kaliber 7.62x39mm, en
- 2 automatische geweren, merk/type Zastava M70B1, kaliber 7.62x39, en
- 1 automatisch geweer, merk/type MPi/AK-74N, kaliber 5.45x39mm, en
- 1 automatisch geweer, merk/type AIM/PM63, kaliber 7.62x39mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en
- 2 machinepistolen, merk/type IMI Uzi, kaliber 9x19mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Ag Strojnica Ero, kaliber 9x19mm, en
- 3 machinepistolen, merk/type Cz VZ61, kaliber 7.65 browning, en
- 4 machinepistolen, merk/type R9-Arms, kaliber 9x19mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65 browning, en
- 2 machinepistolen, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65, en
- 1 machinepistool, merk/type Imi Micro Uzi, kaliber 9mm para, en
- 11 pistolen, merk/type Glock 17, kaliber 9x19mm, en
- 3 pistolen, merk/type Glock 19, kaliber 9x19mm, en
- 13 pistolen, merk/type Glock 21, kaliber .45 acp, en
- 1 pistool, merk/type Glock 26, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Cz 75d, kaliber 9x19mm, en
- 2 pistolen, merk/type CZ 75, kaliber 9x19, en
- 1 pistool, merk/type CZ 75P-01, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Heckler & Koch Usp, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Fn Browning, kaliber 9mm para, en
- 1 pistool merk/type FN Browning Baby, kaliber 6,35, en
- 4 pistolen, merk/type Dynamic Grand Powerk100, kaliber 9mm, en
- 2 pistolen, merk/type Star Firestar, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Astra A80 Para, kaliber 9mm, en
- 1 pistool, merk/type Feg p9r, kaliber 9mm, en
- 1 pistool, merk/type Norinco 1911 A1 .45 Aut , kaliber .45, en
- 1 revolver, merk/type Smith & Wesson Model 36, kaliber .38 special, en
- 5 revolvers, merk/type Nagant M1895, kaliber 7.62mm Nagant, en
- 1 revolver, merk/type Colt Python .357, kaliber .357, en
- 1 revolver, merk/type Velodog 5.5 Mm, kaliber 5.5mm, en
- 368 kogelpatronen, kaliber .45 Auto, en
- 1233 kogelpatronen, kaliber 9mm luger, en
- 50 kogelpatronen, kaliber .32 S&W L, en
- 830 kogelpatronen, kaliber 7.65 br., en
- 239 kogelpatronen, kaliber 9x19mm, en
- 50 kogelpatronen, kaliber .40 S&W, en
- 89 kogelpatronen, kaliber 5.56x45mm, en
- 26 kogelpatronen, kaliber .38 Special, en
- 348 kogelpatronen, kaliber .45 acp, en
- 3 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en
- 750 kogelpatronen, kaliber 7.62x39mm, en
- 43 kogelpatronen, kaliber 7.62 Nagant, en
- 60 kogelpatronen, kaliber .45 acp/.45 Auto, en
- 72 kogelpatronen, kaliber .380 ACP, en
- 12 kogelpatronen, kaliber 9 mm Br. C., en
- 2 kogelpatronen, kaliber .380 Auto, en
- 12 kogelpatronen, kaliber 5.5mm, en
- 12 geluidsdempers, en
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.62x39mm, en
- 7 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.65 Browning, en
- 7 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45acp, en
- 4 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber 9x19mm, en
- 1 patroonmagazijn, merk Agram, kaliber 9x19mm, en
- 1 patroonmagazijn, merk Cz, kaliber 7.62x39mm, en
- 1 patroonmagazijn, merk onbekend, kaliber 5.54x39mm, en
- 5 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45, en
- 1 elektrisch slagpijpje
en in een kluis in opslagruimte nr. 40:
- 1 automatisch geweer, merk/type Orbis, MGV 176, kaliber .22lr, en
- 1 machinepistool, merk/type Cobray Imgram M11, kaliber 9x17mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en
- 1 pistool, merk/type Kral Mini 6,35mm, kaliber 8mm knal, en
- 1 pistool, merk/type Imi Jericho 941f, kaliber .41AE, en
- 1 intacte scherfhandgranaat, type M50 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 5 intacte scherfhandgranaten, type M75 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 1 intacte scherfhandgranaat, type M91 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 2 scherfhandgranaten, type M52 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 274 kogelpatronen, kaliber .22Lr, en
- 19 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en
- 48 kogelpatronen, kaliber 9x19 mm, en
- 19 kogelpatronen, kaliber 9mm Luger, en
- 25 kogelpatronen, kaliber 9x17mm, en
- 2 kogelpatronen, kaliber 8mm, en
- 4 geluiddempers, en
- 3 patroonmagazijnen, merk Baretta, kaliber 9x19mm, en
- 1 patroonmagazijnen, merk Sfinx, kaliber 9x19mm, en
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 9x19mm, en
- 2 patroonmagazijnen,
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 4:
op 15 juli 2015 te Nieuwegein, wapens van categorie II en III, te weten:
- een pistoolmitrailleur, merk CZ, type VZ61 Skorpion en twee magazijnhouders, zijnde onderdelen en/of hulpstukken die specifiek bestemd zijn voor vuurwapens van categorie II en III en van wezenlijke aard zijn, en
- een pistool, merk Steyr, type S9 en een magazijnhouder, zijnde een onderdeel en/of hulpstuk dat specifiek bestemd is voor een vuurwapen van categorie II en/of III en van wezenlijke aard is, en
- munitie van categorie III, te weten 50 kogelpatronen, kaliber 7.65 mm, en 25 kogelpatronen, kaliber 9x19 mm,
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 6:
op 15 juli 2015 te Nieuwegein, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 690 gram hasjiesj;
ten aanzien van feit 7:
in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte en [verdachte 2] , [verdachte 7] , [verdachte 4] , [verdachte 8] , [verdachte 5] , [verdachte 9] , [verdachte 6] en anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- opzetheling als bedoeld in artikel 416 Wetboek van Strafrecht en
- witwassen als bedoeld in artikel 420bis Wetboek van Strafrecht en
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, Wet wapens en munitie en
- moord als bedoeld in artikel 289 Wetboek van Strafrecht en
- opzettelijke brandstichting en/of het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht.
(Zaak B)
op 15 juli 2015 te Nieuwegein een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het opzettelijk vernielen, beschadigen en/of onbruikbaar maken van enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie en/of het veroorzaken van stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk en/of het verijdelen van een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel, te weten:
- een multiband / LTE / UMTS / GSM / GPS / DECT jammer, voorhanden heeft gehad.

6.De strafbaarheid van de feiten

Zaak B
Hoewel de rechtbank bewezen acht dat verdachte de jammer opzettelijk voorhanden heeft gehad, acht zij dit feit niet strafbaar, nu één van de bestanddelen van het delict, te weten dat verdachte
het oogmerk heeft gehaddat daarmee opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie wordt vernield, beschadigd of onbruikbaar wordt gemaakt, stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, in de tenlastelegging ontbreekt. Verdachte dient daarom van dit feit te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De overige zoals hiervoor bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en de maatregel

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hen onder 1, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezen geachte feiten in zaak A en in zaak B zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 jaar, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen die op de beslaglijst zijn genoemd, heeft de officier van justitie het volgende naar voren gebracht:
- onttrekking aan het verkeer van de nummers 1 t/m 208, 215, 250 t/m 256, 260 t/m 262, 265, 268, 270 t/m 273, 289 t/m 291, 293, 295, 300, 306, 307, 377, 378, 380, 383 t/m 390, 393, 394, 396, 398 t/m 401, 406, 408, 410, 412, 414 t/m 417, 419, 422, 426 t/m 428, 430, 432, 434, 437, 439, 440, 443, 447, 448, 450, 454, 456, 458, 461, 463, 464, 466, 468 t/m 477, 479 t/m 483, 485 t/m 497, 499 t/m 505 t/m 515 en 517 t/m 523;
- teruggave aan verdachte van de nummers 210 t/m 214;
- verbeurd verklaring van de nummers 219 t/m 249, 257, 258, 263, 264, 266, 267, 269, 274 t/m 288, 292, 294, 296, 297 t/m 299, 302 t/m 305, 308, 376, 379, 381, 382, 391, 392, 395, 397, 402 t/m 405, 407, 409, 411, 413, 418, 421, 423, 425, 429, 431, 433, 436, 438, 441, 442, 444 t/m 446, 449, 451 t/m 453, 455, 457, 459, 460, 462, 465, 467, 478, 484, 498, 506, 516, 525 t/m 541.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de voorbereidingshandelingen en het bezit van cocaïne. De rechtbank zal alleen al daarom de eis van de officier van justitie niet volgen.
Verdachte heeft met anderen honderd wapens en duizenden patronen voorhanden gehad in de opslagruimten in Nieuwegein. Het wapenarsenaal bestond uit pistolen, revolvers, automatische geweren, machinepistolen, scherfgranaten en geluiddempers. De schade die in de samenleving kan worden aangericht met een dergelijke wapenvoorraad is nauwelijks te overzien, en ook al zijn de exacte bedoelingen van dit mede door verdachte opgebouwde arsenaal niet vast komen te staan, de rechtbank rekent verdachte zijn deelname aan het bezit ervan zwaar aan. Wapenbezit hoort niet thuis in de Nederlandse maatschappij en dient krachtig te worden bestreden. Daarnaast had verdachte bij zijn aanhouding in zijn woning een pistoolmitrailleur, een pistool en munitie voorhanden en was hij in het bezit van een handelshoeveelheid hasjiesj.
Verdachte heeft voorts deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven waaronder moord, brandstichting en overtreding van de Wet wapens en munitie. Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat de openbare orde raakt. De strafwaardigheid van deelneming aan een criminele organisatie wordt enerzijds bepaald door de organisatiegraad en het ontwrichtende karakter daarvan voor de openbare orde, maar anderzijds ook door de aard van de misdrijven die worden beoogd.
Deze organisatie was een duurzaam en goed georganiseerd samenwerkingsverband, zoals onder meer is gebleken uit de aangetroffen administratie in de woning van verdachte. Deze administratie bestrijkt een periode van anderhalf jaar, tot de dag van de ontdekking van de wapenarsenaal. Gedurende deze periode is een breed scala aan activiteiten en transacties van de organisatie nauwkeurig en zeer gedetailleerd bijgehouden. De administratie geeft blijk van een omvangrijke, professionele en gestructureerde bedrijfsvoering van een zeer actieve organisatie, waarin in anderhalf jaar negentien miljoen euro omging. Opvallend zijn de daarin voorkomende kostenposten van de deelnemers zelf als zodanig benoemd: “spotter”, “hitter”, “junior spotter”. Het oogmerk van de organisatie bestond uit onder meer het plegen van moord, en het - kennelijk met het oog op het plegen van dit maar wellicht ook andere misdrijven - voorhanden hebben van een enorm wapenarsenaal. Moord is het ergste commune misdrijf dat ons Wetboek van Strafrecht kent, dit hoeft geen verder betoog.
Gelet op de combinatie van de ernst van het oogmerk (moord), het bedrijfsmatige en professionele karakter van de werkzaamheden en de hoge mate van activiteit van de organisatie, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat het handelen van de organisatie tot een grote mate van ontwrichting voor de samenleving en de openbare orde leidt. Een ergere soort van criminele organisatie valt moeilijk te bedenken, en de rechtbank neemt de verdachte de deelname daaraan dan ook zeer kwalijk.
Verdachte heeft zo’n acht maanden deelgenomen aan deze organisatie en had daarin, zo blijkt uit de bewijsmiddelen, een zeer belangrijke rol. Hij was degene die de administratie beheerde. Hij was daarmee bij uitstek degene die het overzicht had van wat in de organisatie omging. Hij beschikte over PGP-telefoons waarmee binnen de organisatie afgeschermd kon worden gecommuniceerd. Hij was feitelijk betrokken bij het in de opslagboxen aangetroffen wapenarsenaal in Nieuwegein. Hij huurde één van de opslagboxen in Nieuwegein en liet zijn zus een tweede box huren. Hij beschikte over de sleutels van de boxen en de sleutels van in elk geval één van de kluizen en bekleedde daarmee niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk een sleutelpositie in de organisatie.
Over de persoon van verdachte is bij de rechtbank weinig bekend. Hij heeft er voor gekozen te zwijgen en bij het merendeel van de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak niet ter zitting te verschijnen. Hij heeft geen verantwoording afgelegd of inzicht gegeven in zijn besef van strafwaardigheid van zijn gedrag. Verdachte, die een centrale positie in de organisatie innam en bij aanhouding thuis beschikte over meerdere vuurwapens en een handelshoeveelheid hasj, is te kenschetsen als een beroepscrimineel die zich niet gebonden voelt aan maatschappelijke normen en waarden en daarmee een ernstig gevaar voor de samenleving oplevert. De rechtbank weegt dat ten nadele van verdachte mee bij het bepalen van de strafmaat.
Bij de strafoplegging ziet de rechtbank zich geconfronteerd met de beperkende werking van de wettelijke bepalingen ten aanzien van strafoplegging. Artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat bij samenloop van strafbare feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, één straf wordt opgelegd. Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld maar - voor zover het gevangenisstraf betreft - niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.
De maximum op te leggen straf voor het voorhanden hebben van de wapens en munitie is een gevangenisstraf van vier jaren. Zouden uitsluitend de verschillende wapenfeiten onder 3 en 4 bewezen zijn geacht, dan zou de rechtbank hebben overwogen aan verdachte - gelet op zijn betrokkenheid, de omvang van het wapenarsenaal in Nieuwegein en het soort wapens - een gevangenisstraf op te leggen die grenst aan de daarvoor maximum op te leggen straf.
De wetgever heeft deelneming aan een criminele organisatie bedreigd met een gevangenisstraf van maximaal zes jaren. Gelet op de vaststelling door de rechtbank dat deze organisatie er één was van de ergste soort en dat verdachte daarin een belangrijke rol heeft gespeeld, zou de rechtbank overwegen hem voor alleen al dit feit een gevangenisstraf op te leggen die grenst aan de daarvoor maximum op te leggen straf.
Daarnaast verdient verdachte in beginsel nog een aparte straf voor de aangetroffen hasjiesj.
Dit alles betekent dat de rechtbank zou uitkomen op een aanzienlijk hogere gevangenisstraf dan de acht jaar die volgens de wet maximaal aan verdachte kan worden opgelegd, zijnde de maximumstraf voor de criminele organisatie, verhoogd met een derde. Dit alles overwegend zal de rechtbank aan verdachte het wettelijke maximum, te weten een gevangenisstraf van acht jaar, opleggen.
8.4
Beslag
Onder verdachte zijn de voorwerpen inbeslaggenomen die op de beslaglijst zijn vermeld. Deze beslaglijst is als bijlage III aan dit vonnis is gehecht en de inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
Verbeurdverklaring
De voorwerpen genoemd onder de nummers 227, 230, 231, 234, 242, 243 t/m 249, 257, 263, 264, 269, 275, 288, 296, 304, 376, 379, 381, 391 t/m 392, 395, 397, 402, 405, 407, 409, 411, 413, 418, 423, 425, 429, 431, 433, 436, 438, 441, 442, 444 t/m 446, 449, 451 t/m 453, 455, 457, 459, 460, 462, 465, 467, 478, 484, 498, 525 t/m 532 en 534 t/m 541 op de beslaglijst behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen het in zaak A onder 3 en 7 bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Nu met betrekking tot de voorwerpen genoemd onder de nummers 1 t/m 208, 215, 250 t/m 256, 258, 260 t/m 262, 265 t/m 268, 270 t/m 274, 289 t/m 295, 297 t/m 303, 305 t/m 308, 377, 378, 380, 382 t/m 390, 393, 394, 396, 398 t/m 401, 403, 404, 406, 408, 410, 412, 414 t/m 417, 419, 421, 422, 426 t/m 428, 430, 432, 434, 435, 437, 439, 440, 443, 447, 448, 450, 454, 456, 458, 461, 463, 464, 466, 468 t/m 477, 479 t/m 483, 485 t/m 497, 499 t/m 523 op de beslaglijst het onder 3 en 7 bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang wordt deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank beveelt de teruggave van de voorwerpen genoemd onder de nummers 210 t/m 214, 219, 222, (met uitzondering van de sleutelbos met viersleutels van de boxen en kluis in [naam opslag] ), 223, 224 en 533 op de beslaglijst aan verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 140 van het Wetboek van Strafrecht, op de artikelen 3, 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1, 2 en 5 tenlastegelegde in zaak A niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 3, 4, 6 en 7 tenlastegelegde in zaak A en het tenlastegelegde in zaak B heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart het tenlastegelegde in zaak B niet strafbaar en ontslaat verdachte ter zake van dit feit van alle rechtsvervolging.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
(Zaak A)
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
ten aanzien van feit 6:
opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 7:
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
8 (acht) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurdde voorwerpen genoemd onder de nummers 227, 230, 231, 234, 242, 243 t/m 249, 257, 263, 264, 269, 275, 288, 296, 304, 376, 379, 381, 391 t/m 392, 395, 397, 402, 405, 407, 409, 411, 413, 418, 423, 425, 429, 431, 433, 436, 438, 441, 442, 444 t/m 446, 449, 451 t/m 453, 455, 457, 459, 460, 462, 465, 467, 478, 484, 498, 525 t/m 532 en 534 t/m 541 op de beslaglijst, welke als bijlage III aan dit vonnis is gehecht.
Verklaart onttrokken aan het verkeerde voorwerpen genoemd onder de nummers 1 t/m 208, 215, 250 t/m 256, 258, 260 t/m 262, 265, 266 t/m 268, 270 t/m 274, 289 t/m 295, 297 t/m 303, 305 t/m 308, 377, 378, 380, 382 t/m 390, 393, 394, 396, 398 t/m 401, 403, 404, 406, 408, 410, 412, 414 t/m 417, 419, 421, 422, 426 t/m 428, 430, 432, 434, 435, 437, 439, 440, 443, 447, 448, 450, 454, 456, 458, 461, 463, 464, 466, 468 t/m 477, 479 t/m 483, 485 t/m 497, 499 t/m 523 op de beslaglijst, welke als bijlage III aan dit vonnis is gehecht.
Gelast de teruggave aan verdachtevan de voorwerpen genoemd onder de nummers 210 t/m 214, 219, 222 (met uitzondering van de sleutelbos met vier sleutels van de boxen en kluis in [naam opslag] ), 223, 224 en 533 op de beslaglijst, welke als bijlage III aan dit vonnis is gehecht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.B. Martens, voorzitter,
mrs. C.P.E Meewisse en M.E.B. Nyman, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman en mr. L.S. Janse van Mantgem, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 november 2016.
Bijlage I
Tenlastelegging.
Aan verdachte [verdachte] is, na wijziging ter zitting van 21 juni 2016, tenlastegelegd dat
(Zaak A)
ten aanzien van feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen van het leven beroven (als omschreven in artikel 289 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair:
[verdachte 7] en/of [verdachte 6] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 9] en/of een of meer anderen op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen van het leven beroven (als omschreven in artikel 289 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer
tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door daartoe een of meer door hem gehuurde opslagruimte(n) aan de [straat] te Nieuwegein en/of de voor deze opslagruimte(n) aan hem, verdachte, verstrekte toegangscode(s) ter beschikking te stellen;
ten aanzien van feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van afpersing (als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht) dan wel diefstal met geweld (als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair:
[verdachte 7] en/of [verdachte 6] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 9] en/of een of meer anderen op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten
-diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen (als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of afpersing (als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of
een of meer vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft/hebben gehad tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door daartoe een of meer door hem gehuurde opslagruimte(n) aan de [straat] te Nieuwegein en/of de voor deze opslagruimte(n) aan hem, verdachte, verstrekte toegangscode(s) ter beschikking te stellen;
ten aanzien van feit 3:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein (in één of meer kluis/kluizen in één of meer gehuurde opslagruimte(n) aan de [straat] ), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(in (een kluis in) opslagruimte nr. 388 en/of (daarna) nr. 161:)
- 6 automatische geweren, merk/type Cz Vz58, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 9 automatische geweren, merk/type Zastava M70AB2, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 3 automatische geweren, merk/type Zastava M70B1, kaliber 7.62x39, en/of
- 1 automatisch geweer, merk/type MPi/AK-74N, kaliber 5.45x39mm, en/of
- 1 automatisch geweer, merk/type AIM/PM63, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en/of
- 2 machinepistolen, merk/type IMI Uzi, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Ag Strojnica Ero, kaliber 9x19mm, en/of
- 3 machinepistolen, merk/type Cz VZ61, kaliber 7.65 browning, en/of
- 4 machinepistolen, merk/type R9-Arms, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65 browning, en/of
- 2 machinepistolen, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Imi Micro Uzi, kaliber 9mm para, en/of
- 11 pistolen, merk/type Glock 17, kaliber 9x19mm, en/of
- 3 pistolen, merk/type Glock 19, kaliber 9x19mm, en/of
- 13 pistolen, merk/type Glock 21, kaliber .45 acp, en/of
- 1 pistool, merk/type Glock 26, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Cz 75d, kaliber 9x19mm, en/of
- 2 pistolen, merk/type CZ 75, kaliber 9x19, en/of
- 1 pistool, merk/type CZ 75P-01, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Heckler & Koch Usp, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Fn Browning, kaliber 9mm para, en/of
- 1 pistool merk/type FN Browning Baby, kaliber 6,35, en/of
- 4 pistolen, merk/type Dynamic Grand Powerk100, kaliber 9mm luger, en/of
- 2 pistolen, merk/type Star Firestar, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Astra A80 Para, kaliber 9mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Feg p9r, kaliber 9mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Norinco 1911 A1 .45 Aut, kaliber .45, en/of
- 1 revolver, merk/type Smith & Wesson Model 36, kaliber .38 special, en/of
- 5 revolvers, merk/type Izhevsk Nagant M1895, kaliber 7.62mm Nagant, en/of
- 1 revolver, merk/type Colt Python .357, kaliber .357, en/of
- 1 revolver, merk/type Velodog 5.5 Mm, kaliber 5.5mm, en/of
- 368 kogelpatronen, kaliber .45 Auto, en/of
- 1233 kogelpatronen, kaliber 9mm luger, en/of
- 50 kogelpatronen, kaliber .32 S&W L, en/of
- 830 kogelpatronen, kaliber 7.65 br., en/of
- 239 kogelpatronen, kaliber 9x19mm, en/of
- 50 kogelpatronen, kaliber .40 S&W, en/of
- 89 kogelpatronen, kaliber 5.56x45mm, en/of
- 26 kogelpatronen, kaliber .38 Special, en/of
- 348 kogelpatronen, kaliber .45 acp, en/of
- 3 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en/of
- 764 kogelpatronen, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 43 kogelpatronen, kaliber 7.62 Nagant, en/of
- 60 kogelpatronen, kaliber .45 acp/.45 Auto, en/of
- 72 kogelpatronen, kaliber .380 ACP, en/of
- 12 kogelpatronen, kaliber 9 mm Br. C., en/of
- 2 kogelpatronen, kaliber .380 Auto, en/of
- 47 kogelpatronen, kaliber 7.65mm, en/of
- 12 kogelpatronen, kaliber 5.5mm, en/of
- 12 geluidsdempers, en/of
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 7 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.65 Browning, en/of
- 7 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45acp, en/of
- 4 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 patroonmagazijn, merk Agram, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 patroonmagazijn, merk Cz, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 1 patroonmagazijn, merk onbekend, kaliber 5.54x39mm, en/of
- 5 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45, en/of
- 2 elektrische slagpijpjes
en/of
(in (een kluis in) opslagruimte nr. 40:)
- 1 automatisch geweer, merk/type Orbis, MGV 176, kaliber .22lr, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Cobray Imgram M11, kaliber 9x17mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en/of
- 1 pistool, merk/type Kral Mini 6,35mm, kaliber 8mm knal, en/of
- 1 pistool, merk/type Imi Jericho 941f, kaliber .41AE, en/of
- 1 ( intacte) scherfhandgranaat, type M50 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 5 ( intacte) scherfhandgranaten, type M75 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 1 ( intacte) scherfhandgranaat, type M91 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 2 ( intacte) scherfhandgranaten, type M52 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 274 kogelpatronen, kaliber .22Lr, en/of
- 19 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en/of
- 48 kogelpatronen, kaliber 9x19 mm, en/of
- 19 kogelpatronen, kaliber 9mm Luger, en/of
- 25 kogelpatronen, kaliber 9x17mm, en/of
- 2 kogelpatronen, kaliber 8mm, en/of
-4 geluiddempers, en/of
-3 patroonmagazijnen, merk Baretta, kaliber 9x19mm, en/of
-1 patroonmagazijnen, merk Sfinx, kaliber 9x19mm, en/of
-3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 9x19mm, en/of
-2 patroonmagazijnen,
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 4:
hij of omstreeks 15 juli 2015 te Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II en/of III, te weten:
- een pistoolmitrailleur, merk CZ, type VZ61 Skorpion en/of twee magazijnhouders, zijnde (een) onderdeel/onderdelen en/of hulpstuk(ken) dat/die specifiek bestemd is/zijn voor (een) vuurwapen(s) van categorie II en/of III en van wezenlijke aard is/zijn, en/of
- een pistool, merk Steyr, type S9 en/of een magazijnhouder, zijnde een onderdeel en/of hulpstuk dat specifiek bestemd is voor een vuurwapen van categorie II en/of III en van wezenlijke aard is, en/of
- munitie van categorie II en/of III, te weten 50 kogelpatronen, kaliber 7.65 mm, en/of 25 kogelpatronen, kaliber 9x19 mm,
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 5:
hij of omstreeks 15 juli 2015 te Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2369 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
ten aanzien van feit 6:
hij of omstreeks 15 juli 2015 te Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 690 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
ten aanzien van feit 7:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 7] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 8] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 9] en/of [verdachte 6] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (in elk
geval / onder meer):
- opzetheling (als bedoeld in artikel 416 Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (als bedoeld in artikel 420bis Wetboek van Strafrecht) en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, en/of artikel 31, eerste lid, Wet wapens en munitie, en/of
- ter voorbereiding van moord (als bedoeld in artikel 289 Wetboek van Strafrecht) en/of diefstal met geweld (als bedoeld in artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of afpersing (als bedoeld in artikel 317 Wetboek van Strafrecht) en/of opzettelijke brandstichting en/of het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing (als bedoeld in artikel 157 Wetboek van
Strafrecht), in elk geval een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of vervoermiddelen, bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, verwerven en/of vervaardigen en/of voorhanden hebben.
(Zaak B)
hij op of omstreeks 15 juli 2015 te Nieuwegein, (althans), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het opzettelijk vernielen, beschadigen en/of onbruikbaar maken van enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie en/of het veroorzaken van stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk en/of het verijdelen van een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel, te weten:
- een multiband / LTE / UMTS / GSM / GPS / DECT jammer, voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal bevindingen ‘straattaal en bijnamen’ (rubriek B, deel 3, p. 1170)
3.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] (rubriek F, deel 2, p. 324-340)
4.HR NJ 2008, 72
5.Bv. HR NJ 1998, 225
6.HR NJ 2008, 72
7.Bv NJ 2007, 336
8.Processen-verbaal bevindingen ‘notitieboekje’ (rubriek G, deel 1, p. 63-71 en p. 113-207)
9.Proces-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 1, p. 66)
10.Proces-verbaal bevindingen ‘uitslag sporenonderzoek (rubriek H, deel 5, p. 2241-2243)
11.Verslag, te weten een deskundigenrapport betreffende forensisch schriftonderzoek van W. de Jong van 17 februari 2016 (rubriek H, deel 4, p. 1867-1911)
12.Processen-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 3, p. 1172 en deel 4 p. 1612 ev)
13.Proces-verbaal van identificatie (rubriek B, deel 2, p. 838 ev) proces-verbaal OVC Megane 11 juni 2015, rubriek E, deel 2, p. 425: [verdachte 9] noemt [verdachte 8] [bijnaam verdachte 8]
14.Proces-verbaal BOB-dossier, p. 2314
15.Processen-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 2, p. 686 ev PGP [verdachte 7] ; deel 3, p. 1274 ev PGP [verdachte 2] en deel 3, p. 1371 ev PGP [verdachte 9] )
16.Bv Rubriek E, OVC Volkswagen Golf, p. 372 ev
17.Rubriek G, p. 1371 ev
18.Proces-verbaal bevindingen ‘notitieboekje’ (rubriek G, deel 1, p. 204)
19.Proces-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 1, p. 130)
20.Proces-verbaal zaaksdossier criminele organisatie, ZD-04, p.32; proces-verbaal bevindingen PGP [verdachte 7] (rubriek G, deel 2, p. 688: over naam van de waggie)
21.Bv Proces-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 4, p. 1393 ev [getuige 3] )
22.Bv processen-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 4, p. 1380 ev [getuige 2] en [naam 2] ; rubriek G, deel 2, p. 366 ev [getuige 1] ; rubriek G, deel 1, p. 244 ev en rubriek B, deel 2, p. 700 ev [naam 1] )
23.Proces-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 1, p. 133)
24.Proces-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 3, p. 1169)
25.Requisitoir pag. 65-66
26.Een geschrift, zijnde een mutatierapport van 7 april 2015 (PD [verdachte] , p. 10-11)
27.Proces-verbaal bevindingen [adres 2] Nieuwegein (rubriek B, deel 3, p. 1184-1185)
28.Proces-verbaal bevindingen ‘onderzoek [naam e-mail adres] ’ (rubriek B, deel 5, p. 2037-2040)
29.Bv AG Vegter, rvo 10-11: ECLI:NL:PHR:2016:715
30.Requisitoir p. 34
31.Proces-verbaal bevindingen ‘straattaal en bijnamen’ (rubriek B, deel 3, p. 1168 ev)