ECLI:NL:RBAMS:2016:7736

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
13/997046-15
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorbereidingshandelingen moord en deelname aan criminele organisatie; bewezenverklaring wapenbezit en opzetheling

In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 28 november 2016 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verschillende misdrijven, waaronder de voorbereiding van moord, brandstichting, diefstal met geweld, en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek, dat plaatsvond in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015, zich richtte op een groep verdachten die betrokken was bij ernstige criminele activiteiten, waaronder het voorhanden hebben van een groot aantal wapens en gestolen voertuigen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de voorbereidingshandelingen voor moord en brandstichting, omdat er onvoldoende bewijs was voor een concreet voorbereid misdrijf. Echter, de rechtbank heeft wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een pistool en munitie, opzetheling van twee gestolen Audi's, en deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar, waarbij de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de criminele organisatie zwaar zijn meegewogen. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder wapens en telefoons, verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/997046-15 (Promis)
Datum uitspraak: 28 november 2016
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , het Huis van Bewaring [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 22 september 2016, 23 september 2016, 26 september 2016, 29 september 2016, 30 september 2016, 3 oktober 2016, 4 oktober 2016, 10 oktober 2016 en 21 november 2016.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mr. J. Plooij en H.J. Mous (hierna gezamenlijk: de officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. C.W. Flokstra, naar voren hebben gebracht.
Het onderzoek Koper richt zich op de volgende verdachten: [verdachte 1] , [verdachte 2] , [verdachte 3] , [verdachte 4] , [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 7] , [verdachte 8] , [verdachte] en [verdachte 9] .

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging ter terechtzitting van 21 juni 2016 - kort gezegd het volgende tenlastegelegd:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van voorbereiding van moord op één of meer personen in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht;
Subsidiair:
medeplichtigheid aan medeplegen van voorbereiding van moord in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht door in de periode van 18 mei 2015 tot en met 15 juli 2015 behulpzaam te zijn geweest door bij de garageboxen aanwezig te zijn en tevens behulpzaam te zijn geweest en/of aanwijzingen heeft gegeven met betrekking tot het onderhoud van en/of het rijklaar maken van de gestolen Audi’s;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van voorbereiding van brandstichting in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein;
Subsidiair:
medeplichtigheid aan medeplegen van voorbereiding van brandstichting in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht door in de periode van 18 mei 2015 tot en met 15 juli 2015 behulpzaam te zijn geweest door bij de garageboxen aanwezig te zijn en tevens behulpzaam te zijn geweest en/of aanwijzingen heeft gegeven met betrekking tot het onderhoud van en/of het rijklaar maken van de gestolen Audi’s;
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld dan wel afpersing in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht;
Subsidiair:
medeplichtigheid aan medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld dan wel afpersing in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht door in de periode van 18 mei 2015 tot en met 15 juli 2015 behulpzaam te zijn geweest door bij de garageboxen aanwezig te zijn en behulpzaam te zijn geweest en/of aanwijzingen heeft gegeven met betrekking tot het onderhoud van en/of het rijklaar maken van de gestolen Audi’s;
ten aanzien van feit 4:
medeplegen van het voorhanden hebben van een pistool en 16 patronen op 15 juli 2015 te Tiel;
ten aanzien van feit 5:
medeplegen van opzetheling van twee auto’s in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik;
ten aanzien van feit 6:
medeplegen van het voorhanden hebben van een scherfhandgranaat en twee pistolen op 7 augustus 2014 te IJsselstein en/of Tiel;
ten aanzien van feit 7:
medeplegen van het voorhanden hebben van een groot aantal wapens, munitie, patroonmagazijnen, handgranaten en geluiddempers in de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein;
ten aanzien van feit 8:
deelname aan een organisatie in de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Tiel en/of Beneden-Leeuwen en/of Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder opzetheling, witwassen, handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, voorbereiding van moord, diefstal met geweld, afpersing en/of opzettelijke brandstichting.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Inleiding
In het onderzoek Koper zijn in Maurik twee gestolen snelle auto’s aangetroffen: een Audi S5 en een Audi RS6, beide voorzien van valse kentekenplaten. In de Audi RS6 lagen twee petflessen met benzine. Verder is in Nieuwegein in [naam opslag] een groot aantal vuurwapens - waaronder automatische - aangetroffen, alsmede handgranaten, patroonhouders, geluiddempers, slagpijpjes, ontstekers, veel munitie, kogelwerende vesten en handschoenen. Bij doorzoekingen in Utrecht en omstreken zijn verder bakensets en SD-kaartjes met filmbeelden van heimelijk gefilmde personen (onder wie de later doodgeschoten getuigen [getuige 1] en [getuige 2] ) en telefoons, waaronder zogenaamde PGP-telefoons, aangetroffen.
Tijdens het onderzoek is onder meer gebleken dat [verdachte 5] , [verdachte 6] en [verdachte 7] hebben geschoten met (automatische) vuurwapens op een afgelegen plek - door de officier van justitie aangeduid als proefschieten. De gestolen auto’s werden voorzien van brandstof en een nieuwe accu (rijklaar maken). Er is een peilbaken geplaatst onder een huurauto, in gebruik bij getuige [naam getuige] . In diverse afgeluisterde gesprekken wordt gesproken over schieten, ijzers (de rechtbank begrijpt: vuurwapens [1] , [2] ), waarbij onder andere wordt gezegd: “hitman at your service”, “hun komen en doen dang, kom pang…pfft split. Hup deze in de fik, hup ijzer, doe je de volgende, pang split” “2 vesten (…) 2 PG tjes (…) Het gaat om ijzers, als ie tegen ons zegt ga die kant snel dingen klaarleggen, bam binnen tien minuten hebben we die dinges klaar.” [naam getuige] heeft verklaard – zakelijk weergegeven – dat niet naar hem, maar naar [naam] werd gezocht, kennelijk met het doel hem te vermoorden. [3]
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Bewezen kan worden dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan voorbereiding van moord, brandstichting en ontploffing (feit 1 en feit 2). Verdachten zijn planmatig te werk gegaan, gelet op het in kaart brengen van de slachtoffers, gesprekken over liquidaties en het voorhanden hebben van wapens, die door middel van proefschieten werden getest, en die in ‘uitruksets’ gereed werden gemaakt. Hieruit kan worden afgeleid dat verdachten op ieder willekeurig moment konden beschikken over de voor de uitvoering benodigde middelen. Voor het opzet maakt het geen verschil of men in tijd vlakbij of nog veraf van de liquidatie is. In het verlengde daarvan moeten de twee auto’s - de werkauto’s - worden gezien die rijklaar en DNA-vrij werden gemaakt en werden voorzien van voldoende brandstof en petflessen met benzine, dit alles in afwachting van het moment van die ene ‘actie’, zoals uit PGP-berichten blijkt, met het doel om na het gebruik van de auto bij de uitgevoerde liquidatie deze in brand te steken om opsporing te verhinderen. Dat verdachten zich op hun zwijgrecht hebben beroepen maakt hun opzet op moord en brandstichting des te aannemelijker.
Op een aantal wapens en verpakkingsmateriaal (van onder andere handgranaten) in beide boxen, maar ook op handschoenen in de kastkluis is DNA van verdachte aangetroffen. Eén van de sporen is aangetroffen op een wapen in een blauwe Ikea tas waarin meerdere automatische vuurwapens, een geluiddemper en een laserrichtmiddel zaten. Duidelijke voorbereidingsmiddelen bestemd voor moord. Verdachte is bekend met het bezit van handgranaten nu er bij hem thuis een scherfhandgranaat is aangetroffen. Nu verdachte blijkens een OVC-gesprek in het bezit was van de sleutels van de box en de kastkluis kan hem worden verweten dat ook de andere wapens deel uit maakten van de voorbereidingsmiddelen; in onderlinge samenhang beschouwd bestemd voor de beoogde liquidatie. Dat geldt ook voor de onder verdachte aangetroffen PGP-telefoons. Gelet op OVC-gesprekken en PGP-berichten kan ook de bakenset als voorbereidingsmiddel aan verdachte worden toegerekend.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 3 nu het dossier hiervoor geen bewijs bevat. Daar komt bij dat veel van de aangetroffen voorwerpen niet bij het misdrijf van afpersing passen.
Feit 4 kan op grond van de bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden, worden bewezen.
Feit 5 kan ook worden bewezen. In twee garageboxen in Maurik stonden twee gestolen auto’s. Verdachte, [verdachte 5] , [verdachte 6] en [verdachte 7] , zijn in wisselende samenstelling in twee maanden tijd meermalen bij beide garageboxen gezien, waar ze aan de Audi’s werkten. Uit de camerabeelden en OVC-gesprekken valt onder meer op: de heimelijkheid waarmee aan de auto’s wordt gewerkt, de instructies die verdachte daarbij aan de medeverdachten geeft, de aandacht voor het schoonmaken ter voorkoming van DNA-sporen en de nachtelijke rit met één van de gestolen auto’s naar een garage voor een reparatie. Als heer en meester beschikten de verdachten over beide auto’s. Verdachte noch zijn medeverdachten hebben een aannemelijke verklaring gegeven voor de gedragingen bij en met de auto’s. Het kan niet anders dan dat zij wisten dat de auto’s waren gestolen.
Voorts kan feit 6 worden bewezen. De wapens en handgranaat zijn aangetroffen in woningen waar verdachte veelvuldig verbleef. Op de wapens en de handgranaat is DNA-materiaal van verdachte aangetroffen. Eén van de wapens met munitie zat in een tasje met daarin identiteitspapieren van verdachte. Gezien de kennelijke beschikkingsmacht op enig moment heeft verdachte iets uit te leggen en dat heeft hij nagelaten. Onder die omstandigheden kan worden geconcludeerd dat hij de wapens en de scherfhandgranaat voorhanden heeft gehad.
Ook feit 7 kan worden bewezen. Van verdachte zijn DNA-sporen aangetroffen op hengsels van tassen met daarin wapens en munitie, op patroonhouders, op handschoenen en op vuurwapens in zowel box 161 als box 40. Door die sporen, waar verdachte geen aannemelijke ontlastende verklaring voor heeft gegeven, kan worden aangetoond dat hij kennelijk op enig moment de beschikking had over die handschoenen, wapens en patroonhouders en dat hij de tassen kennelijk in handen heeft gehad in relatie tot de inhoud daarvan, mede in het licht van het feit dat er meer belastend bewijsmateriaal is. Verdachte heeft immers samen met [verdachte 5] , [verdachte 6] , [verdachte 8] en [verdachte 7] in belastende onderlinge communicatie gerefereerd aan wapens
(ijzers)en aan de opslag, ‘het hok’ waarvan ieder een sleutel zou moeten hebben. Al het voorgaande maakt dat verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van het voorhanden hebben van het gehele wapenarsenaal.
Tot slot kan ook feit 8 worden bewezen. Uit het dossier komt een groep mannen naar voren, van wie een aantal al lang met elkaar is bevriend. Er zijn veel contacten vastgesteld tussen verdachte, [verdachte 6] , [verdachte 5] en [verdachte 7] . Ten aanzien van de organisatie die vervolgens in beeld is gekomen, kan op grond van de inhoud van het dossier worden vastgesteld dat het oogmerk bestond uit het plegen van verschillende misdrijven zoals in de tenlastelegging omschreven. Verdachte heeft samen met voornoemde anderen als kern aan die criminele organisatie deelgenomen. Zij waren het meest intensief te linken aan de auto’s en de wapens en hadden veel onderlinge communicatie in relatie tot deze voorwerpen en het plegen van misdrijven middels PGP-telefoons waarmee zij hun onderlinge communicatie afschermden. Het lijkt er op dat verdachte veel invloed had. Zo bepaalde hij dat er wapens moesten worden verplaatst, bemoeide hij zich met het spotten van [naam getuige] en communiceerde hij met anderen over het kopiëren van sleutels van de boxen, het verkopen van de Audi’s en suste hij de boel toen [verdachte 7] een vijand wilde schieten of snijden. In de administratie zijn tevens verbindingen tussen de verdachten te zien. Immers bevat zij uitgaven door of ten behoeve van deelnemers aan de organisatie. Gewezen zij op [bijnaam verdachte] en [bijnaam verdachte 8] waarvan het aannemelijk is dat het om verdachte en [verdachte 8] gaat. Dit wordt immers bevestigd door OVC-gesprekken waaraan zij deelnemen, waarin zij ook wel bij naam worden genoemd, en door gedragingen die tevens overeenkomen met voornoemde administratie. Verdachte heeft uitgaven gedaan met betrekking tot de aankoop van wapens, heimelijke opnameapparatuur en de huur van opslaglocaties ten behoeve van de organisatie. Tot slot zijn er van verdachte veel DNA-sporen aangetroffen in de opslag en heeft hij zich bezig gehouden met het opzetten van een PGP-server en handel in PGP-telefoons.
4.3
Het standpunt van de verdediging
Verdachte dient van de voorbereidingshandelingen zoals tenlastegelegd onder de feiten 1, 2 en 3 te worden vrijgesproken. Ten aanzien van deze feiten kan wellicht worden vastgesteld dat één of meer verdachten betrokken zijn geweest bij de handelingen met goederen die uiteindelijk mogelijk een misdadig doel hadden, maar de vraag welk geconcretiseerd misdadig doel dat dan is geweest - waar verdachte ook nog opzet op moet hebben gehad - kan niet met wettig en overtuigend bewijs worden beantwoord. Ook uit het zwijgen van verdachte kunnen geen bewijsrechtelijke consequenties worden getrokken. De voorbereidingsmiddelen zoals opgenomen in de tenlastelegging kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm en het gebruik daarvan niet worden gekwalificeerd als bestemd tot moord, maar zijn hoogstens bestemd om de voorbereiding aan sich te vergemakkelijken. Voor zover al samenhang tussen middelen en andere bevindingen zoals OVC-gesprekken en PGP-berichten kan worden verondersteld, maakt die samenhang dat niet anders.
De verdediging refereert zich voor wat betreft een bewezenverklaring van de feiten 4 en 5 aan het oordeel van de rechtbank.
Verdachte dient voorts van feit 6 te worden vrijgesproken. De Glock en de Beretta zijn aangetroffen in de woning aan de [straat] , de woning van de schoonouders van verdachte. Verdachte kwam daar wel eens, maar ten tijde van de doorzoeking was hij niet in deze woning aanwezig. Sterker nog: hij was toen niet in het land. Bovendien heeft [verdachte 4] in eerste instantie verklaard dat alles wat was aangetroffen van hem was. De granaat is aangetroffen in de schuur van de woning aan de [straat] . Verdachte was toen zoals gezegd niet in Nederland aanwezig. De sporen die op de wapens zijn aangetroffen zijn onvoldoende om bij verdachte wetenschap en beschikkingsmacht aan te nemen nu niet duidelijk is wanneer die sporen daarop terecht zijn gekomen en er ook sporen van anderen op zijn aangetroffen.
Ook dient verdachte van feit 7 te worden vrijgesproken. Gelet op de DNA-sporen die van verdachte zijn aangetroffen op wapens kan worden gesteld dat verdachte op enig moment wetenschap en beschikkingsmacht heeft gehad over twee wapens en drie patroonhouders. Echter, of dat binnen de tenlastegelegde periode was, kan niet worden vastgesteld. Daarnaast kan worden vastgesteld dat verdachte op enig moment wetenschap en beschikkingsmacht heeft gehad over twee tassen en een koffer, waarin later wapens, kogels en patroonhouders zijn aangetroffen, maar dat de tassen en koffer op dat moment al waren gevuld, kan niet worden vastgesteld. Ook kan worden vastgesteld dat verdachte op enig moment wetenschap heeft gehad dat wapens uit de berging van [verdachte 6] werden weggebracht, maar dat hij daarover dan ook beschikkingsmacht had, kan niet uit de bewijsmiddelen volgen. Uit de OVC-gesprekken kan immers geen wetenschap van en beschikkingsmacht over het volledige wapenarsenaal worden afgeleid.
Ten aanzien van feit 8 het volgende. Dat in juridische zin sprake zou zijn geweest van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband waaraan verdachte heeft deelgenomen wordt niet betwist. Wel worden enige oogmerken van de organisatie betwist. Ten aanzien van de oogmerken wapenbezit en opzetheling refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Als verdachte wordt vrijgesproken van de voorbereidingsfeiten dan ontbreekt het bewijs dat het oogmerk van de organisatie daarop gericht zou zijn wat maakt dat verdachte van dat oogmerk dient te worden vrijgesproken. Dit geldt ook voor het oogmerk van witwassen. De PGP-toestellen die bij [verdachte 5] zijn aangetroffen kunnen immers niet aan verdachte worden toegeschreven, en ook als dat al wel kan dan is onduidelijk of een eventuele gedane investering hierin is gedaan in relatie tot de organisatie en of die investering inderdaad is bekostigd met illegale middelen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Wapens (feit 7)
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen het gehele wapenarsenaal in zowel box 161 als box 40 voorhanden heeft gehad. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 15 juli 2015 is in [naam opslag] in Nieuwegein een grote partij wapens en munitie gevonden in kluizen in de boxen 40 en 161. Deze boxen werden gehuurd door respectievelijk [verdachte 9] en zijn zus, van wie duidelijk is geworden dat zij box 161 huurde voor haar broer en verder geen bemoeienis heeft gehad in of bij deze box. Naast het wapenarsenaal zijn in beide boxen lichaamssporen van meerdere personen aangetroffen, zo ook van verdachte. In, op en naast de kluizen in box 40 en in box 161 zijn DNA-sporen van verdachte aangetroffen op hengels van tassen waarin wapens en munitie zaten, op handschoenen, op patroonmagazijnen en op wapens. Hieruit kan worden afgeleid dat verdachte deze voorwerpen op enig moment in handen heeft gehad en aldus wetenschap had van deze voorwerpen. Hoewel het op de weg van verdachte had gelegen een verklaring te geven voor de aanwezigheid van zijn lichaamssporen in beide boxen en kluizen, heeft hij dit nagelaten. Dit sterkt de rechtbank in de overtuiging dat hij betrokken is bij deze wapens. Tevens is de rechtbank van oordeel dat verdachte beschikkingsmacht heeft gehad over de wapens. Uit het OVC-gesprek van 13 juni 2015 blijkt immers dat verdachte, [verdachte 8] en [verdachte 5] op de hoogte waren van het verplaatsen van de wapens uit de berging in de [straat] naar [naam opslag] , want ‘
zij (de rechtbank begrijpt: [verdachte 6] en [verdachte 7] )
moeten de ijzers bij hem weghalen’en ‘
die anderen zijn al die ijzers aan het terugleggen (…) want die andere man, die [bijnaam verdachte 6](de rechtbank begrijpt: [verdachte 6]
), is aan het breken dus hij kan gepakt worden.’ De rechtbank is bovendien van oordeel dat verdachte en [verdachte 7] , [verdachte 5] en [verdachte 6] beschikten en/of konden beschikken over de sleutels van de boxen in [naam opslag] dan wel van de kluis in de boxen nu uit ditzelfde OVC-gesprek is af te leiden dat de sleutel vier keer moest worden gekopieerd (de rechtbank begrijpt: de sleutel van de boxen in [naam opslag] ) en dat er voor de kluis
(kloesoe) één sleutel bestond die verdachte bij zich had en waar iedereen bij moest kunnen. Daar komt nog bij dat verdachte meerdere keren in de administratie die bij [verdachte 9] thuis is aangetroffen, wordt genoemd onder de bijnaam ‘ [bijnaam verdachte] ’ in relatie tot
ijzers.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank niet alleen van oordeel dat verdachte samen met anderen beschikkingsmacht heeft gehad over de voorwerpen waarop zijn DNA-materiaal aanwezig was, maar dat hij zich ook samen met anderen in meerdere of mindere mate bewust is geweest van de overige wapens en munitie in de kluizen en dat zij ook daar de beschikkingsmacht over hadden, te meer nu voornoemde tassen met wapens als ook een wapen met daarop DNA-materiaal van verdachte zijn aangetroffen
inde kluizen, waar ook de overige wapens en munitie lagen. De overtuiging van de rechtbank tot dit oordeel wordt gesterkt door het feit dat bij verdachte thuis een vuurwapen is aangetroffen en in 2014 een scherfgranaat. Kennelijk was verdachte niet onbekend met het gebruik en het bij zich hebben van wapens.
4.4.2
Opzetheling (feit 5)
Voorts is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat, kan worden bewezen dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan opzetheling van twee gestolen Audi’s.
4.4.3
Criminele organisatie (feit 8)Onder organisatie, als bedoeld in artikel 140 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht wordt verstaan een samenwerkingsverband van tenminste twee personen met een zekere duurzaamheid en structuur. [4] Voor deelneming aan een dergelijke organisatie is in het algemeen vereist dat de verdachte tot deze organisatie behoort en dat de verdachte een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met, de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. [5] Niet is vereist dat komt vast te staan dat verdachte heeft samengewerkt, althans bekend is geweest met alle personen die deel uitmaken van de organisatie. [6] Evenmin is vereist dat verdachte wetenschap heeft van een of meer concrete misdrijven. [7]
Gelet op de bewijsmiddelen die zijn gebruikt voor de overige bewezenverklaarde feiten, alsmede op wat hierna wordt overwogen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de tenlastegelegde periode heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
Duurzaamheid en structuur
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt een beeld naar voren van een samenwerkingsverband van een aantal personen, uit de omgeving van Utrecht/Nieuwegein dat zich gedurende geruime tijd heeft beziggehouden met meerdere vormen van criminaliteit.
Hierbij wordt naast de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen ten aanzien van het wapenbezit, de heling van de auto’s en de deelname aan de criminele organisatie in het bijzonder nog gewezen op de zogenoemde administratie die bij [verdachte 9] is aangetroffen [8] en aan hem wordt toegeschreven. Deze administratie bestrijkt een periode van anderhalf jaar, waarin chronologisch en op gedetailleerde wijze de inkomsten en uitgaven van allerlei transacties van de organisatie zijn bijgehouden. De administratie getuigt van een zeer actieve, professionele en goed gestructureerde bedrijfsvoering, met een omvang van ongeveer negentien miljoen euro gedurende die periode. Ook al is handel in verdovende middelen niet expliciet als oogmerk vermeld in de tenlastelegging, opvallend is wel het uitgebreide deel van de boekhouding dat hierop lijkt te zijn gericht. In de administratie zijn verder veel posten vermeld die overeenkomen met bevindingen van de politie. Dit gaat onder meer over uitgaven voor opslag, betalingen voor kluizen, een Audi S5 die wordt gekocht voor € 3.500,-, een betaling voor werk aan twee “werkauto’s”, € 7.000,- voor de aankoop van twee trackers, betalingen voor het “sweapen van twee waggies” en voor “sweapen huis”. Er staan betalingen aan spotters vermeld, alsook de bijkomende kosten voor huurauto’s ten behoeve van het spotten, en aantekeningen over jammers. Het boekje behelst veel vermeldingen over “ijzers” (vuurwapens). Op een los blaadje staat dat er vuurwapens (3x AK met maga; 1 x Scorpio) zijn ontvangen. Ook wordt geld ontvangen van en uitgegeven aan (onder meer voor “ijzer”) verdachte ( [bijnaam verdachte] ) [9] en [verdachte 8] ( [bijnaam verdachte 8] ). [10] Deze administratie beslaat een langere periode dan tenlastegelegd. In deze administratie worden ook andere (bij)namen genoemd dan die van verdachten, zodat kan worden aangenomen dat ook anderen dan verdachte en medeverdachten hebben deelgenomen aan de organisatie.
Verder wordt gewezen op de onderlinge communicatie via versleuteld berichtenverkeer. Bij alle verdachten zijn één of meerdere zogenaamde PGP-telefoons aangetroffen. [11] Enkele van deze telefoons zijn “gekraakt” door het NFI. Uit dit berichtenverkeer [12] blijkt dat over al dan niet misdadige zaken wordt gecommuniceerd. Verdachten hebben geen verklaring willen geven over deze communicatie of waarom zij van een dergelijke dure en versleutelde communicatievorm gebruik wensten te maken. Overigens hebben verdachten zich jegens de politie en de rechtbank geheel of grotendeels op hun zwijgrecht beroepen - zelfs op ogenschijnlijk onschuldige vragen als wie wie kent - wat de rechtbank sterkt in haar oordeel dat van een crimineel samenwerkingsverband sprake is geweest, nu verdachten onderlinge communicatie kennelijk geheim wensen te houden, terwijl zij in het openbaar niet wensen te communiceren over het verwijt dat hun wordt gemaakt.
Er was dan ook sprake van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband.
Oogmerk
De organisatie beschikte over twee gestolen voertuigen en een arsenaal van (vuur)wapens, waarmee het tenlastegelegde oogmerk tot opzetheling en handelen in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie is gegeven.
Uit OVC-gesprekken [13] , de gekraakte PGP-telefoon van verdachte [14] , de administratie waaruit blijkt dat op 9 juli 2015 € 94.500,- uitging naar Ennetcom (een leverancier van PGP-telefoons)/Junior [15] , alsmede de negentig bij [verdachte 5] aangetroffen PGP-toestellen [16] , die volgens een afgeluisterd gesprek ongeveer € 1.000,- per stuk kosten, leidt de rechtbank af dat de organisatie een handel in PGP-telefoons - al dan niet met bijbehorend netwerk - aan het opzetten was, waartoe reeds een investering was gedaan. Het met deze investering - die in de boekhouding van de organisatie is opgenomen - gemoeide geld kan niet anders dan van misdrijf afkomstig zijn. Immers, verdachten hebben aan de criminele organisatie deelgenomen, niet is gebleken dat deze organisatie legale inkomsten heeft gehad, terwijl het de verdachten ook aan voldoende legale inkomsten ontbreekt om een dergelijke investering te doen. Verdachten hebben geen van allen een verifieerbare, op voorhand niet onaannemelijke verklaring gegeven voor de herkomst van deze investering. Door de opbrengsten van illegale praktijken aan te wenden voor de investering in een op het eerste gezicht legale handel, kan worden vastgesteld dat witwassen eveneens een oogmerk van de organisatie is geweest.
Ten slotte is tenlastegelegd dat de organisatie tot oogmerk had het voorbereiden van moord, brandstichting en/of diefstal met geweld/afpersing. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat van dit laatste oogmerk (diefstal met geweld en/of afpersing) niet is gebleken.
Uit het dossier komt het beeld naar voren van een bende die beschikte over twee snelle gestolen auto’s met valse kentekenplaten, waarvan één voorzien was van petflessen met benzine, en een arsenaal aan (automatische) wapens, waaronder Kalasjnikovs. De bende hield zich bezig met het nagaan van de gangen van bepaalde mensen door ze, vanuit op andermans naam gehuurde auto’s [17] met behulp van peilbakens te volgen [18] en ze heimelijk te filmen. [19] In de administratie wordt gewag gemaakt van de kosten die deze “spotters” maken (camera’s, huurwagens, trackers/peilbakens). Daarnaast wordt op diverse momenten gesproken over het doodschieten van mensen, zoals hiervoor weergegeven. Ten slotte wordt gewezen op de post in de administratie op 1 december 2014, waarin honderdduizend euro uitgaat aan “Hitter”. [20] Verdachten hebben de stelling van politie en justitie dat met deze term een moordenaar wordt bedoeld [21] niet kunnen of willen ontkrachten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de organisatie tevens tot oogmerk had het plegen van liquidaties, die bestaan uit het vermoorden van één of meer personen, waarna de auto die daarbij wordt gebruikt tijdens de vlucht in brand wordt gestoken teneinde sporen te wissen. Bij een dergelijke autobrand, die veelal heftig en uitslaand is, is bijna per definitie gemeen gevaar voor goederen te duchten.
Het tenlastegelegde oogmerk op het
voorbereidenvan liquidaties komt de rechtbank onlogisch voor. Voorbereiding (artikel 46 Sr) komt na artikel 45 Sr (poging) en is in het leven geroepen om niet gerealiseerde misdrijven, die om andere redenen dan een vrijwillige terugtred, nog niet tot een begin van een uitvoering zijn gekomen toch strafbaar te kunnen stellen. Het is moeilijk voorstelbaar dat het oogmerk van een criminele organisatie is gericht op onvoltooide misdrijven. Waar de officier van justitie de verdachten ziet als de “afdeling werkvoorbereiding” verliest hij uit het oog dat deze afdeling deel uitmaakt van de organisatie die liquidaties zelf op het oog heeft. Daarnaast levert de verweten voorbereiding (opsporen en/of observeren van beoogde slachtoffers, wapens en auto’s met petflessen met benzine leveren) telkens een deelnemingsvorm aan de liquidatie zelf op. Voor het bestaan van een criminele organisatie is ten slotte niet vereist dat de deelnemers aan de organisatie de misdrijven zelf plegen.
Bij requisitoir heeft de officier van justitie nog schriftelijk toegelicht [22] dat, indien de rechtbank dit oordeel zou vellen, ook kan worden geconcludeerd dat de organisatie het oogmerk had op de gronddelicten zelf. Op dit (subsidiaire) standpunt is door de verdediging geen verweer gevoerd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat van denaturering van de tenlastelegging geen sprake is indien zij bewezen acht dat de organisatie ook moord en brandstichting tot oogmerk heeft gehad.
Deelneming/rol van verdachte
Verdachte vervult een centrale en leidende rol binnen de organisatie. Hij zorgt samen met [verdachte 7] , [verdachte 5] en [verdachte 6] voor het rijklaar maken van de gestolen Audi’s en geeft aanwijzingen over het schoonmaken van die auto’s. Zijn DNA wordt aangetroffen op wapens, wapenverpakkingen en handschoenen in beide boxen waarin wapens zijn gevonden. Hij beschikte over meerdere PGP-toestellen. Hij is [bijnaam verdachte] met wie [verdachte 7] versleuteld communiceert over de verkoop van de gestolen auto’s - waarbij hij de verkoopprijs bepaalt [23] - en het brengen van een wapen op 6 juli 2015. Hij is ook [bijnaam verdachte] met en over wie andere personen praten en die ook meerdere keren in de administratie voorkomt, bijvoorbeeld dat er geld naar hem is uitgegaan voor “IJzers” (vuurwapens). Hij geeft opdrachten aan [verdachte 5] met betrekking tot wie over welke sleutels moet kunnen beschikken. Hij heeft een actieve rol in het opzetten van de PGP-handel. Bij zijn aanhouding werd een vuurwapen en meerdere PGP-telefoons aangetroffen.
4.4.4
Voorbereidingshandelingen (feiten 1, 2 en 3)
Artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) luidt, voor zover hier van belang:
Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft of voorhanden heeft.
Aan verdachte is – samengevat – tenlastegelegd dat hij tezamen en in vereniging met anderen de hiervoor genoemde voorwerpen en vervoermiddelen heeft verworven of voorhanden heeft gehad en dat die goederen bestemd waren tot het begaan van moord op een of meerdere personen (feit 1), brandstichting en/of het teweegbrengen van een ontploffing (feit 2) en diefstal met geweld, dan wel afpersing (feit 3).
Het spreekt voor zich dat de genoemde middelen (wellicht met uitzondering van de SD-kaartjes, handschoenen en telefoons) naar hun uiterlijke verschijningsvorm en gebruik bestemd kunnen zijn tot het begaan van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde misdrijven. De vraag die hier echter centraal staat is of met voldoende bepaaldheid is gebleken welk misdadig doel verdachte en zijn medeverdachten met het gebruik van die voorwerpen voor ogen hadden. Hierbij hoeft het weliswaar nog niet te gaan om een naar tijd en plaats gespecificeerd misdrijf, maar moet wel sprake zijn van een min of meer concreet strafbaar feit. [24]
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet met voldoende bepaaldheid is gebleken welk crimineel doel verdachte en zijn medeverdachten voor ogen hebben gehad. Weliswaar heeft verdachte – zoals hiervoor overwogen – deelgenomen aan een criminele organisatie die het plegen van liquidaties (moord gevolgd door brandstichting) tot oogmerk had, echter uit het onderzoek Koper is onvoldoende bewijs verkregen om te spreken van een concreet voorbereid misdrijf. De rechtbank deelt de visie van het Openbaar Ministerie niet dat slechts de aard (kwalificatie) van het voorbereide misdrijf moet komen vast te staan. [25] Voor het bewijs dat de tenlastegelegde voorwerpen “
bestemd waren tot het begaan vandatmisdrijf”moeten naar het oordeel van de rechtbank ook de contouren van het (feitelijk) te plegen misdrijf blijken.
Zo ligt het voor de hand dat bij de voorbereiding van een moord, het voor de daders in beginsel duidelijk is wie het slachtoffer zal zijn. Op de aangetroffen SD-kaartjes zijn heimelijk gemaakte opnames aangetroffen van verschillende personen, maar niet is gebleken wat de precieze plannen waren met deze mensen. Inzake [naam] kan worden vastgesteld dat [getuige 2] en [naam 1] zijn gefilmd in november 2014 en dat in juni 2015 een baken is geplaatst onder de auto van [naam getuige] . Eveneens in juni 2015 spreken verdachte en [verdachte 5] over “de kale en die Joego die ons daarheen gaan brengen”. [naam] heeft weliswaar verklaard over de dreiging die hij voelt vanuit een bepaalde richting, maar niet is komen vast te staan wat er met hem diende te gebeuren. Het kan zijn dat [naam] zou moeten worden doodgeschoten, maar een gijzeling/wederrechtelijke vrijheidsberoving of een afpersing of een enkele bedreiging behoort ook tot de mogelijkheden. Het zwijgrecht waarop verdachten zich hebben beroepen, mag in dit geval niet tot de conclusie leiden dat het zwaarste misdrijf werd voorbereid. Van de overige heimelijk gefilmde personen is nog minder komen vast te staan of verdachte en zijn medeverdachten iets van plan waren in de richting van deze personen en zo ja, wat die plannen dan inhielden.
Slotsom is dat verdachte wordt vrijgesproken van de feiten 1, 2 en 3.
4.4.5
Wapen en munitie (feit 4)
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat, kan worden bewezen dat verdachte het tenlastegelegde wapen en bijbehorende munitie voorhanden heeft gehad.
4.4.6
Scherfhandgranaat, Glock en Beretta (feit 6)
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage II zijn vervat, is de rechtbank daarnaast van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte de scherfhandgranaat voorhanden heeft gehad.
Deze is in de schuur van de woning van de partner van verdachte aangetroffen, waar verdachte zijn verblijfplaats had. Op verpakkingsmateriaal van de handgranaat is DNA-materiaal van verdachte aangetroffen. Hoewel het op de weg van verdachte had gelegen een verklaring hierover te geven, heeft hij dit nagelaten. Dit sterkt de rechtbank in de overtuiging dat het achterwege blijven daarvan slechts zijn grond vindt in het gegeven dat voor het aantreffen van de sporen geen ander scenario is dan het bewezenverklaarde scenario.
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte de tevens onder dit feit tenlastegelegde wapens, de Glock en de Beretta, voorhanden heeft gehad. Hoewel op voornoemde wapens DNA-sporen van verdachte zijn aangetroffen waardoor kan worden aangenomen dat verdachte de wapens op enig moment feitelijk ter beschikking heeft gehad, zijn er geen aanwijzingen wanneer dit is gebeurd. Hij was niet de hoofdbewoner van de woning aan de [straat] waar de wapens zijn aangetroffen. Hoewel vaststaat dat hij hier regelmatig verbleef, kan niet worden vastgesteld dat dit op of omstreeks 7 augustus 2014 ook het geval was. Gelet op het voorgaande zal verdachte hiervan worden vrijgesproken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 4:
op 15 juli 2015 te Tiel, een wapen van categorie III, te weten een pistool, merk Glock, model 19, kaliber 9 mm, en munitie van categorie III, te weten 16 patronen, kaliber 9 mm Luger, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 5:
in de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik, tezamen en in vereniging met anderen, personenauto's, te weten een Audi S5 met oorspronkelijk kenteken [kenteken] en een Audi RS6 met oorspronkelijk kenteken [kenteken] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto's wisten, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
ten aanzien van feit 6:
op 7 augustus 2014 te IJsselstein, een wapen van categorie II, te weten een conventioneel explosief, te weten een scherfhandgranaat van het type M.52, zijnde een voorwerp, bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 7:
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein in kluizen in gehuurde opslagruimten aan de [straat] , tezamen en in vereniging met anderen,
in een kluis in opslagruimte nr. 388 en daarna nr. 161:
- 6 automatische geweren, merk/type Cz Vz58, kaliber 7.62x39mm, en
- 9 automatische geweren, merk/type Zastava M70AB2, kaliber 7.62x39mm, en
- 2 automatische geweren, merk/type Zastava M70B1, kaliber 7.62x39, en
- 1 automatisch geweer, merk/type MPi/AK-74N, kaliber 5.45x39mm, en
- 1 automatisch geweer, merk/type AIM/PM63, kaliber 7.62x39mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en
- 2 machinepistolen, merk/type IMI Uzi, kaliber 9x19mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Ag Strojnica Ero, kaliber 9x19mm, en
- 3 machinepistolen, merk/type Cz VZ61, kaliber 7.65 browning, en
- 4 machinepistolen, merk/type R9-Arms, kaliber 9x19mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65 browning, en
- 2 machinepistolen, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65, en
- 1 machinepistool, merk/type Imi Micro Uzi, kaliber 9mm para, en
- 11 pistolen, merk/type Glock 17, kaliber 9x19mm, en
- 3 pistolen, merk/type Glock 19, kaliber 9x19mm, en
- 13 pistolen, merk/type Glock 21, kaliber .45 acp, en
- 1 pistool, merk/type Glock 26, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Cz 75d, kaliber 9x19mm, en
- 2 pistolen, merk/type CZ 75, kaliber 9x19, en
- 1 pistool, merk/type CZ 75P-01, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Heckler & Koch Usp, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Fn Browning, kaliber 9mm para, en
- 1 pistool merk/type FN Browning Baby, kaliber 6,35, en
- 4 pistolen, merk/type Dynamic Grand Powerk100, kaliber 9mm, en
- 2 pistolen, merk/type Star Firestar, kaliber 9x19mm, en
- 1 pistool, merk/type Astra A80 Para, kaliber 9mm, en
- 1 pistool, merk/type Feg p9r, kaliber 9mm, en
- 1 pistool, merk/type Norinco 1911 A1 .45 Aut , kaliber .45, en
- 1 revolver, merk/type Smith & Wesson Model 36, kaliber .38 special, en
- 5 revolvers, merk/type Nagant M1895, kaliber 7.62mm Nagant, en
- 1 revolver, merk/type Colt Python .357, kaliber .357, en
- 1 revolver, merk/type Velodog 5.5 Mm, kaliber 5.5mm, en
- 368 kogelpatronen, kaliber .45 Auto, en
- 1233 kogelpatronen, kaliber 9mm luger, en
- 50 kogelpatronen, kaliber .32 S&W L, en
- 830 kogelpatronen, kaliber 7.65 br., en
- 239 kogelpatronen, kaliber 9x19mm, en
- 50 kogelpatronen, kaliber .40 S&W, en
- 89 kogelpatronen, kaliber 5.56x45mm, en
- 26 kogelpatronen, kaliber .38 Special, en
- 348 kogelpatronen, kaliber .45 acp, en
- 3 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en
- 750 kogelpatronen, kaliber 7.62x39mm, en
- 43 kogelpatronen, kaliber 7.62 Nagant, en
- 60 kogelpatronen, kaliber .45 acp/.45 Auto, en
- 72 kogelpatronen, kaliber .380 ACP, en
- 12 kogelpatronen, kaliber 9 mm Br. C., en
- 2 kogelpatronen, kaliber .380 Auto, en
- 12 kogelpatronen, kaliber 5.5mm, en
- 12 geluidsdempers, en
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.62x39mm, en
- 7 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.65 Browning, en
- 7 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45acp, en
- 4 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber 9x19mm, en
- 1 patroonmagazijn, merk Agram, kaliber 9x19mm, en
- 1 patroonmagazijn, merk Cz, kaliber 7.62x39mm, en
- 1 patroonmagazijn, merk onbekend, kaliber 5.54x39mm, en
- 5 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45, en
- 1 elektrisch slagpijpje
en in een kluis in opslagruimte nr. 40:
- 1 automatisch geweer, merk/type Orbis, MGV 176, kaliber .22lr, en
- 1 machinepistool, merk/type Cobray Imgram M11, kaliber 9x17mm, en
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en
- 1 pistool, merk/type Kral Mini 6,35mm, kaliber 8mm knal, en
- 1 pistool, merk/type Imi Jericho 941f, kaliber .41AE, en
- 1 intacte scherfhandgranaat, type M50 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 5 intacte scherfhandgranaten, type M75 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 1 intacte scherfhandgranaat, type M91 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 2 scherfhandgranaten, type M52 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en
- 274 kogelpatronen, kaliber .22Lr, en
- 19 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en
- 48 kogelpatronen, kaliber 9x19 mm, en
- 19 kogelpatronen, kaliber 9mm Luger, en
- 25 kogelpatronen, kaliber 9x17mm, en
- 2 kogelpatronen, kaliber 8mm, en
- 4 geluiddempers, en
- 3 patroonmagazijnen, merk Baretta, kaliber 9x19mm, en
- 1 patroonmagazijnen, merk Sfinx, kaliber 9x19mm, en
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 9x19mm, en
- 2 patroonmagazijnen,
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 8:
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en [verdachte 2] , [verdachte 7] , [verdachte 9] , [verdachte 4] , [verdachte 8] , [verdachte 5] , [verdachte 6] en anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- opzetheling als bedoeld in artikel 416 Wetboek van Strafrecht en
- witwassen als bedoeld in artikel 420bis Wetboek van Strafrecht en
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, Wet wapens en munitie en
- moord als bedoeld in artikel 289 Wetboek van Strafrecht en opzettelijke brandstichting en/of het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing als bedoeld in artikel 157 Wetboek van Strafrecht.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en de maatregel

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 primair, 2 primair, 4, 5, 6, 7 en 8 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaar, met aftrek van voorarrest. De voorwerpen genoemd onder de nummers 1 t/m 5, 12 en 13 op de beslaglijst dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De voorwerpen genoemd onder nummers 17 t/m 19 op de beslaglijst dienen te worden verbeurdverklaard. Het notitieblok genoemd onder nummer 16 op de beslaglijst dient aan verdachte te worden teruggegeven.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de eis van de officier van justitie dient te worden gematigd. Als de rechtbank de verdediging volgt en de voorbereidingsfeiten niet bewezen zou verklaren dan rest een maximale gevangenisstraf van acht jaar. Een dergelijke straf ligt echter niet in de rede nu het bewezen oogmerk van de criminele organisatie alleen ziet op opzetheling en wapenbezit, wat een maximale straf niet rechtvaardigt. Daarnaast kan verdachte niet voor het gehele wapenarsenaal in Nieuwegein verantwoordelijk worden gehouden, wat ook strafmatigend moet meewerken. Tot slot dient de omstandigheid dat verdachte in de media reeds is veroordeeld een matigende werking te hebben op een eventueel op te leggen straf.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de voorbereidingshandelingen. De rechtbank zal alleen al daarom de eis van de officier van justitie niet volgen.
Verdachte heeft samen met anderen honderd wapens en duizenden patronen voorhanden gehad in de opslagruimten in Nieuwegein. Het wapenarsenaal bestond uit pistolen en revolvers, geluiddempers, automatische geweren, machinepistolen alsook scherfgranaten. De schade die in de samenleving kan worden aangericht met een dergelijke wapenvoorraad is nauwelijks te overzien, en ook al zijn de exacte bedoelingen van dit mede door verdachte opgebouwde arsenaal niet vast komen te staan, de rechtbank rekent verdachte zijn deelname aan het bezit ervan zwaar aan. Daarnaast had verdachte bij zijn aanhouding in de woning een pistool met munitie voorhanden, en heeft hij in 2014 een scherfgranaat voorhanden gehad. Wapenbezit hoort niet thuis in de Nederlandse maatschappij en dient krachtig te worden bestreden.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan opzetheling van twee Audi’s.
Verdachte heeft voorts deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven waaronder moord, brandstichting en overtreding van de Wet wapens en munitie. Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat de openbare orde raakt. De strafwaardigheid van deelneming aan een criminele organisatie wordt enerzijds bepaald door de organisatiegraad en het ontwrichtende karakter daarvan voor de openbare orde, maar anderzijds ook door de aard van de misdrijven die worden beoogd. Deze organisatie was een duurzaam en goed georganiseerd samenwerkingsverband, zoals onder meer is gebleken uit de aangetroffen administratie. Deze administratie bestrijkt een periode van anderhalf jaar, tot de dag van de ontdekking van de wapenarsenaal. Gedurende deze periode is een breed scala aan activiteiten en transacties van de organisatie nauwkeurig en zeer gedetailleerd bijgehouden. De administratie geeft blijk van een omvangrijke, professionele en gestructureerde bedrijfsvoering van een zeer actieve organisatie, waarin in anderhalf jaar negentien miljoen euro omging. Opvallend zijn de daarin voorkomende kostenposten van de deelnemers zelf als zodanig benoemd: “spotter”, “hitter”, “junior spotter”. Het oogmerk van de organisatie bestond uit onder meer het plegen van moord, en het - kennelijk met het oog op het plegen van dit maar wellicht ook andere misdrijven - voorhanden hebben van een enorm wapenarsenaal. Moord is het zwaarste commune misdrijf dat ons Wetboek van Strafrecht kent, dit hoeft geen verder betoog.
Gelet op de combinatie van de ernst van het oogmerk (moord), het bedrijfsmatige en professionele karakter van de werkzaamheden en de hoge mate van activiteit van de organisatie, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat het handelen van de organisatie tot een grote mate van ontwrichting voor de samenleving en de openbare orde leidt. Een ergere soort van criminele organisatie valt moeilijk te bedenken, en de rechtbank neemt verdachte de deelname daaraan dan ook zeer kwalijk.
Verdachte heeft in elk geval ruim vier maanden deelgenomen aan deze organisatie. Verdachte had daarin, zo blijkt uit de bewijsmiddelen, een zeer actieve en centrale rol, als een spin in het web. Hij was onder meer feitelijk betrokken bij de wapens in Nieuwegein, regelde dat wapens werden verplaatst, hield zich feitelijk bezig met het rijklaar maken van de Audi’s en het (laten) spotten, beschikte over PGP-telefoons en wilde een eigen server gaan opzetten, kennelijk met het doel nog beter afgeschermd te kunnen communiceren met anderen. Hij was in de positie om anderen opdrachten te geven.
Verdachte heeft ter terechtzitting geen verklaring willen afleggen over zijn handelen. In hoeverre hij inziet dat wat hij heeft gedaan zeer strafwaardig is, kan de rechtbank niet vaststellen. Blijkens het uittreksel Justitiële Documentatie van 9 september 2016 is gebleken dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, zowel voor vermogens- als geweldsmisdrijven. Dit heeft hem er niet van weerhouden deel te nemen aan een criminele organisatie van de ergste soort. Verdachte is dan ook te kenschetsen als een beroepscrimineel die zich niet gebonden voelt aan maatschappelijke normen en waarden en daarmee een ernstig gevaar voor de samenleving oplevert. De rechtbank weegt dat ten nadele van verdachte mee bij het bepalen van de strafmaat.
Wellicht is de media-aandacht negatief geweest voor verdachte, maar naar het oordeel van de rechtbank is dit niet van zodanig gewicht dat dit moet worden meegewogen in voor verdachte gunstige zin.
Bij de strafoplegging ziet de rechtbank zich echter geconfronteerd met de beperkende werking van de wettelijke bepalingen ten aanzien van strafoplegging. In deze zaak is sprake van samenloop van strafbare feiten. Artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat bij samenloop van feiten die als op zichzelf staande handelingen moeten worden beschouwd en meer dan één misdrijf opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, één straf wordt opgelegd. Het maximum van deze straf is het totaal van de hoogste straffen op de feiten gesteld, maar – voor zover het gevangenisstraf betreft- niet meer dan een derde boven het hoogste maximum.
De maximum op te leggen straf voor het voorhanden hebben van de wapens en munitie is een gevangenisstraf van vier jaren. Zouden uitsluitend de verschillende wapenfeiten onder 4, 6 en 7 bewezen zijn geacht, dan zou de rechtbank hebben overwogen aan verdachte - gelet op zijn betrokkenheid, de omvang van het wapenarsenaal in Nieuwegein en het soort wapens - een gevangenisstraf op te leggen die grenst aan de daarvoor maximum op te leggen straf.
De wetgever heeft deelneming aan een criminele organisatie bedreigd met een gevangenisstraf van maximaal zes jaren. Gelet op de vaststelling door de rechtbank dat deze organisatie er één was van de ergste soort en dat verdachte daarin een bepalende rol heeft gespeeld, zou de rechtbank overwegen hem voor alleen al dit feit een gevangenisstraf op te leggen die grenst aan de daarvoor maximum op te leggen straf.
Daarnaast verdient verdachte in beginsel nog een aparte straf voor opzetheling.
Dit alles betekent dat de rechtbank zou uitkomen op een aanzienlijk hogere gevangenisstraf dan de acht jaar die volgens de wet maximaal aan verdachte kan worden opgelegd, zijnde de maximumstraf voor de criminele organisatie, verhoogd met een derde. Dit alles overwegend zal de rechtbank aan verdachte het wettelijke maximum, te weten een gevangenisstraf van acht jaar, opleggen.
8.4
Beslag
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen inbeslaggenomen:
1. Glock pistool met houder (WU005.01.01.001)
2. Patroon (WU005.01.01.001.002)
3. 15 patronen (WU005.01.01.001.003)
4. Patroon (WU005.01.01.001.004)
5. Blackberry telefoon (WU005.01.02.001)
12. Glock wapendoos (WU005.04.01.002)
13. Wapendoos (WU005.04.01.003)
16. Notitieblok met wachtwoorden (WU005.06.01.009)
17. Blackberry telefoon (WU005.06 02.001)
18. Blackberry telefoon (WU005.06.03.002)
19. Blackberry telefoon (WU005.04.002)
Verbeurdverklaring
De voorwerpen genoemd onder de nummers 5 en 19 op de beslaglijst behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen het onder 5, 7 en 8 bewezen geachte is begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Nu met betrekking tot de voorwerpen genoemd onder de nummers 1, 2, 3, 4, 12 en 13 op de beslaglijst het onder 7 en 8 bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank beveelt de teruggave van de voorwerpen genoemd onder de nummers 16, 17 en 18 van de beslaglijst aan verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 140 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 3, 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen geachte.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder feit 1, 2 en 3 (telkens primair en subsidiair) tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder de feiten 4, 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 4
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
ten aanzien van feit 5:
medeplegen van opzetheling;
ten aanzien van feit 6:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapen en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
ten aanzien van feit 7:
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 8:
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte
, [verdachte]daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
8 (acht) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurdde voorwerpen genoemd onder de nummers 5 en 19 op de beslaglijst, te weten een Blackberry telefoon (WU005.01.02.001) en een Blackberry telefoon (WU005.04.002).
Verklaart
onttrokken aan het verkeerde voorwerpen genoemd onder de nummers 1, 2, 3, 4, 12 en 13 op de beslaglijst, te weten een glock pistool met houder (WU005.01.01.001), een patroon (WU005.01.01.001.002), 15 patronen (WU005.01.01.001.003), een patroon (WU005.01.01.001.004), een glock wapendoos (WU005.04.01.002) en een wapendoos (WU005.04.01.003).
Gelast de teruggave aan verdachtevan de voorwerpen genoemd onder de nummers 16, 17 en 18 op de beslaglijst, zijnde een notitieblok met wachtwoorden (WU005.06.01.009), een Blackberry telefoon (WU005.06 02.001) en een Blackberry telefoon (WU005.06.03.002).
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.B. Martens, voorzitter,
mrs. C.P.E Meewisse en M.E.B. Nyman, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman en mr. L.S. Janse van Mantgem, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 november 2016.
Bijlage I
Tenlastelegging.
Aan verdachte [verdachte] is, na wijziging ter zitting van 21 juni 2016, tenlastegelegd dat
ten aanzien van feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen van het leven beroven (als omschreven in artikel 289 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of een of meer vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair:
[verdachte 7] en/of [verdachte 6] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 9] en/of [verdachte 3] en/of een of meer anderen op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van opzettelijk en met voorbedachten rade een of meer personen van het leven beroven (als omschreven in artikel 289 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft/hebben verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 mei 2015 tot en met 15 juli 2015 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door daartoe meermalen, althans eenmaal bij (een van) garagebox(en) aanwezig en/of behulpzaam te zijn en/of aanwijzingen te geven met betrekking tot het onderhoud van/aan en/of het rijklaar maken/houden van (een van) de gestolen Audi's;
ten aanzien van feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in er omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is (als omschreven in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of vervoermiddelen, te weten:
- een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, welke fles(sen) zich bevond(en) (onder één van de voorste stoelen) in een gestolen auto (Audi RS6), en/of
- een of meer handgrana(a)t(en) en/of
- een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s),
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair:
[verdachte 7] en/of [verdachte 6] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 9] en/of [verdachte 3] en/of een of meer anderen op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van opzettelijk brand stichten en/of een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is (als omschreven in artikel 157 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer handschoen(en)
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft/hebben verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft/hebben gehad,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 mei 2015 tot en met 15 juli 2015 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door daartoe meermalen, althans eenmaal bij (een van) garagebox(en) aanwezig en/of behulpzaam te zijn en/of aanwijzingen te geven met betrekking tot het
onderhoud van/aan en/of het rijklaar maken/houden van (een van) de gestolen Audi's;
ten aanzien van feit 3:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van afpersing (als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht) dan wel diefstal met geweld (als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of een of meer vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
Subsidiair:
[verdachte 7] en/of [verdachte 6] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 9] en/of [verdachte 3] en/of een of meer anderen op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf van afpersing (als omschreven in artikel 317 Wetboek van Strafrecht) dan wel diefstal met geweld (als omschreven in artikel 312 Wetboek van Strafrecht, opzettelijk een of meer voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of vervoermiddelen, te weten
-een gestolen auto (Audi S5) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten en/of
-een gestolen auto (Audi RS6) voorzien van valse of vervalste kentekenplaten, met in die auto een of meer petflessen, gevuld met benzine, althans een brandbare stof, en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) automatische vuurwapen(s) en/of
-een of meer (al dan niet (door)geladen) handvuurwapen(s) en/of
-een of meer handgrana(a)t(en) en/of
-een of meer patroonhouder(s) en/of
-een of meer slagpijpje(s) en/of ontsteker(s) en/of
-een of meer kogelwerend(e) vest(en) en/of
-een of meer bakenset(s) en/of
-een of meer (gecrypte) telefoon(s) en/of
-een of meer handschoen(en) en/of
-een of meer SD-kaartjes met filmbeelden van één of meer (heimelijk gefilmde) personen,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft/hebben verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft/hebben gehad,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 mei 2015 tot en met 15 juli 2015 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door daartoe meermalen, althans eenmaal bij (een van) garagebox(en) aanwezig en/of behulpzaam te zijn en/of aanwijzingen te geven met betrekking tot het onderhoud van/aan en/of het rijklaar maken/houden van (een van) de gestolen Audi's;
ten aanzien van feit 4:
hij of omstreeks 15 juli 2015 te Tiel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, te weten een pistool (merk Glock, model 19, kaliber 9 mm) en/of munitie van categorie III, te weten 16 patronen (kaliber 9 mm Luger) voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 5:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 15 juli 2015 te Maurik, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer personenauto's, te weten een Audi S5 (met oorspronkelijk kenteken [kenteken] ) en een Audi RS6 (met oorspronkelijk kenteken [kenteken] ), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen van die auto('s) wist(en), dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
ten aanzien van feit 6:
hij op of omstreeks 7 augustus 2014 te IJsselstein en/of Tiel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II en/of III, te weten
- een conventioneel explosief, te weten een scherfhandgranaat van het type M.52, zijnde een voorwerp, bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, en/of
- een pistool (merk Beretta .92 FS) en/of
- een pistool (merk Glock - 19 - UZN483),
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 7:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Nieuwegein (in één of meer kluis/kluizen in één of meer gehuurde opslagruimte(n) aan de [straat] ), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(in (een kluis in) opslagruimte nr. 388 en/of (daarna) nr. 161:)
- 6 automatische geweren, merk/type Cz Vz58, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 9 automatische geweren, merk/type Zastava M70AB2, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 3 automatische geweren, merk/type Zastava M70B1, kaliber 7.62x39, en/of
- 1 automatisch geweer, merk/type MPi/AK-74N, kaliber 5.45x39mm, en/of
- 1 automatisch geweer, merk/type AIM/PM63, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en/of
- 2 machinepistolen, merk/type IMI Uzi, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Ag Strojnica Ero, kaliber 9x19mm, en/of
- 3 machinepistolen, merk/type Cz VZ61, kaliber 7.65 browning, en/of
- 4 machinepistolen, merk/type R9-Arms, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65 browning, en/of
- 2 machinepistolen, merk/type Cz Vz61, kaliber 7.65, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Imi Micro Uzi, kaliber 9mm para, en/of
- 11 pistolen, merk/type Glock 17, kaliber 9x19mm, en/of
- 3 pistolen, merk/type Glock 19, kaliber 9x19mm, en/of
- 13 pistolen, merk/type Glock 21, kaliber .45 acp, en/of
- 1 pistool, merk/type Glock 26, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Cz 75d, kaliber 9x19mm, en/of
- 2 pistolen, merk/type CZ 75, kaliber 9x19, en/of
- 1 pistool, merk/type CZ 75P-01, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Heckler & Koch Usp, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Fn Browning, kaliber 9mm para, en/of
- 1 pistool merk/type FN Browning Baby, kaliber 6,35, en/of
- 4 pistolen, merk/type Dynamic Grand Powerk100, kaliber 9mm luger, en/of
- 2 pistolen, merk/type Star Firestar, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Astra A80 Para, kaliber 9mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Feg p9r, kaliber 9mm, en/of
- 1 pistool, merk/type Norinco 1911 A1 .45 Aut , kaliber .45, en/of
- 1 revolver, merk/type Smith & Wesson Model 36, kaliber .38 special, en/of
- 5 revolvers, merk/type Izhevsk Nagant M1895, kaliber 7.62mm Nagant, en/of
- 1 revolver, merk/type Colt Python .357, kaliber .357, en/of
- 1 revolver, merk/type Velodog 5.5 Mm, kaliber 5.5mm, en/of
- 368 kogelpatronen, kaliber .45 Auto, en/of
- 1233 kogelpatronen, kaliber 9mm luger, en/of
- 50 kogelpatronen, kaliber .32 S&W L, en/of
- 830 kogelpatronen, kaliber 7.65 br., en/of
- 239 kogelpatronen, kaliber 9x19mm, en/of
- 50 kogelpatronen, kaliber .40 S&W, en/of
- 89 kogelpatronen, kaliber 5.56x45mm, en/of
- 26 kogelpatronen, kaliber .38 Special, en/of
- 348 kogelpatronen, kaliber .45 acp, en/of
- 3 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en/of
- 764 kogelpatronen, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 43 kogelpatronen, kaliber 7.62 Nagant, en/of
- 60 kogelpatronen, kaliber .45 acp/.45 Auto, en/of
- 72 kogelpatronen, kaliber .380 ACP, en/of
- 12 kogelpatronen, kaliber 9 mm Br. C., en/of
- 2 kogelpatronen, kaliber .380 Auto, en/of
- 47 kogelpatronen, kaliber 7.65mm, en/of
- 12 kogelpatronen, kaliber 5.5mm, en/of
- 12 geluidsdempers, en/of
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 7 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 7.65 Browning, en/of
- 7 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45acp, en/of
- 4 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 patroonmagazijn, merk Agram, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 patroonmagazijn, merk Cz, kaliber 7.62x39mm, en/of
- 1 patroonmagazijn, merk onbekend, kaliber 5.54x39mm, en/of
- 5 patroonmagazijnen, merk Glock, kaliber .45, en/of
- 2 elektrische slagpijpjes
en/of
(in (een kluis in) opslagruimte nr. 40:)
- 1 automatisch geweer, merk/type Orbis, MGV 176, kaliber .22lr, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Cobray Imgram M11, kaliber 9x17mm, en/of
- 1 machinepistool, merk/type Agram 2000, kaliber 9mm nato, en/of
- 1 pistool, merk/type Kral Mini 6,35mm, kaliber 8mm knal, en/of
- 1 pistool, merk/type Imi Jericho 941f, kaliber .41AE, en/of
- 1 ( intacte) scherfhandgranaat, type M50 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
-5 (intacte) scherfhandgranaten, type M75 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 1 ( intacte) scherfhandgranaat, type M91 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 2 ( intacte) scherfhandgranaten, type M52 (met bijpassende P3-ontsteekinrichting), en/of
- 274 kogelpatronen, kaliber .22Lr, en/of
- 19 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en/of
- 48 kogelpatronen, kaliber 9x19 mm, en/of
- 19 kogelpatronen, kaliber 9mm Luger, en/of
- 25 kogelpatronen, kaliber 9x17mm, en/of
- 2 kogelpatronen, kaliber 8mm, en/of
- 4 geluiddempers, en/of
- 3 patroonmagazijnen, merk Baretta, kaliber 9x19mm, en/of
- 1 patroonmagazijnen, merk Sfinx, kaliber 9x19mm, en/of
- 3 patroonmagazijnen, merk onbekend, kaliber 9x19mm, en/of
- 2 patroonmagazijnen,
voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van feit 8:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 maart 2015 tot en met 15 juli 2015 te Tiel en/of te Beneden-Leeuwen en/of te Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 7] en/of [verdachte 9] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 8] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 6] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten (in elk geval / onder meer):
- opzetheling (als bedoeld in artikel 416 Wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (als bedoeld in artikel 420bis Wetboek van Strafrecht) en/of
- handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, en/of artikel 31, eerste lid, Wet wapens en munitie, en/of
- ter voorbereiding van moord (als bedoeld in artikel 289 Wetboek van Strafrecht) en/of diefstal met geweld (als bedoeld in artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of afpersing (als bedoeld in artikel 317 Wetboek van Strafrecht) en/of opzettelijke brandstichting en/of het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing (als bedoeld in artikel 157 Wetboek van
Strafrecht), in elk geval een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers en/of vervoermiddelen, bestemd tot het begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, verwerven en/of vervaardigen en/of voorhanden hebben.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal bevindingen ‘straattaal en bijnamen’ (rubriek B, deel 3, p. 1168 ev)
3.Proces-verbaal verhoor [naam getuige] (rubriek F, deel 2, p. 324-340)
4.HR NJ 2008, 72
5.Bv. HR NJ 1998, 225
6.HR NJ 2008, 72
7.Bv NJ 2007, 336
8.Processen-verbaal bevindingen ‘notitieboekje’ (rubriek G, deel 1, p. 63-71 en p. 113-207)
9.Processen-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 3, p. 1172 en deel 4 p. 1612 ev)
10.Proces-verbaal van identificatie (rubriek B, deel 2, p. 838 ev) proces-verbaal OVC Megane 11 juni 2015, rubriek E, deel 2, p. 425: [verdachte] noemt [verdachte 8] [bijnaam verdachte 8]
11.Proces-verbaal BOB-dossier, p. 2314
12.Processen-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 2, p. 686 ev PGP [verdachte 7] ; deel 3, p. 1274 ev PGP [verdachte 2] en deel 3, p. 1371 ev PGP [verdachte] )
13.Bv Rubriek E, OVC Volkswagen Golf, p. 372 ev
14.Rubriek G, p. 1371 ev
15.Proces-verbaal bevindingen ‘notitieboekje’ (rubriek G, deel 1, p. 204)
16.Proces-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 1, p. 130)
17.Proces-verbaal zaaksdossier criminele organisatie, ZD-04, p.32; proces-verbaal bevindingen PGP [verdachte 7] (rubriek G, deel 2, p. 688: over naam van de waggie)
18.Bv Proces-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 4, p. 1393 ev [naam getuige] )
19.Bv processen-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 4, p. 1380 ev [getuige 2] en [naam 1] ; rubriek G, deel 2, p. 366 ev [getuige 1] ; rubriek G, deel 1, p. 244 ev en rubriek B, deel 2, p. 700 ev [naam 2] )
20.Proces-verbaal bevindingen (rubriek G, deel 1, p. 133)
21.Proces-verbaal bevindingen (rubriek B, deel 3, p. 1169)
22.Requisitoir pag. 65-66
23.Proces-verbaal PGP [verdachte 7] (rubriek G, p. 699-700)
24.Bv AG Vegter, rvo 10-11: ECLI:NL:PHR:2016:715
25.Requisitoir p. 34