Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de gelijkluidende exploten van dagvaarding van 25 april 2014 en 28 april 2014, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 15 oktober 2014 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de akte houdende rectificatie tevens houdende aanvulling c.q. wijziging van eis, tevens houdende incidentele vorderingen ex artikel 223 Rv, tevens houdende akte overlegging producties van [eisers gezamenlijk] , met producties, genomen op de rol van 29 oktober 2014;
- de akte na rectificatie / eiswijziging, tevens conclusie van antwoord in het incident van 26 november 2014, aan de zijde van Rabobank;
- het vonnis in incident van 7 januari 2015 waarbij de incidentele vorderingen ex artikel 843a Rv en 223 Rv zijn afgewezen;
- het proces-verbaal van comparitie gehouden op 26 maart 2015, met de daarin genoemde akte houdende aanvulling petitum, met producties;
- het faxbericht van 20 april 2015 van mr. F.F. Boers, raadsman van [eisers gezamenlijk] , met opmerkingen betreffende de inhoud van het proces-verbaal;
- de akte overlegging producties van 27 mei 2015 aan de zijde van [eisers gezamenlijk] , met één productie;
- de akte overlegging producties tevens houdende nadere toelichting opinies deskundigen van 24 juni 2015 aan de zijde van Rabobank, met producties;
- de antwoordakte overlegging producties tevens houdende nadere toelichting op opinies deskundigen, tevens akte overlegging producties, met producties, van 2 september 2015 aan de zijde van [eisers gezamenlijk] ;
- de akte uitlating producties van 14 oktober 2015 aan de zijde van Rabobank;
- de akte vermindering van eis van 28 oktober 2015 aan de zijde van [eisers gezamenlijk] ;
- de brief van de griffier van 22 april 2016 aan mr. [eiser 2] , waarbij is bevestigd dat op de pleidooizitting in de zaken met rolnummers 14-995 en 14-646 tevens de zaak van [eisers gezamenlijk] tegen Rabobank zou worden behandeld en dat mr. [eiser 2] de gelegenheid zou worden geboden de zaak te bepleiten;
- het proces-verbaal van het pleidooi gehouden op 21 juni 2016, met de daarin vermelde stukken, waaronder de akte houdende wijziging c.q. vermindering van eis van 21 juni 2016 aan de zijde van [eisers gezamenlijk] , met één productie en de akte ten behoeve van pleidooi tevens akte overlegging aanvullende productie van Rabobank, met één productie.
2.De feiten
interest rate cap, een
interest rate swapof een
super collar. De offerte vermeldt voor zover hier van belang:
3.Het geschil
van april 2007 t/m december 2013 EUR 269.133,10
boven 1% vanaf oktober 2010 t/m december 2013 EUR 214.817,03
boven 1% vanaf 1 januari 2014 t/m heden PM
vanaf oktober 2007 t/m december 2013 EUR 269.133,10
zekerheden vanaf oktober 2010 t/m heden PM
boven 1% t/m 31 december 2013 EUR 214.817,03
boven 1% vanaf 1 januari 2014 t/m heden PM
vanaf oktober 2007 t/m december 2013 EUR 269.133,10
boven 1% vanaf oktober 2010 t/m december 2013 EUR 214.817,03
boven 1% vanaf januari 2014 t/m heden PM
vanaf oktober 2010 t/m heden PM
vanaf januari 2009 t/m 31 december 2013 EUR 288.317,49
vanaf oktober 2010 t/m december 2013 EUR 214.817,03
vanaf januari 2014 t/m heden PM
vanaf oktober 2010 t/m heden PM
primairen
subsidiairvoor recht te verklaren dat de renteswap buitengerechtelijk is vernietigd, dan wel dat deze vernietigd wordt; terugbetaling van hetgeen Continental heeft voldaan en vergoeding van de geleden schade.
4.De beoordeling
inleiding
De hoogste en de laagste 15% van de opgaven vielen na rangschikking af. Over de resterende 70% van de opgaven werd het gemiddelde genomen. Ook indien ervan moet worden uitgegaan dat de gemanipuleerde Euribor-opgaven steeds deel uitmaakten van de 70% opgaven op basis waarvan de gepubliceerde Euribor werd berekend, geldt dat – zoals Rabobank onbetwist heeft aangevoerd – deze opgaven een uitermate geringe rol spelen. Een plausibele verklaring waarom een consistente stijging van Euribor over een periode van jaren tot eind 2008, het jaar van de financiële crisis, desondanks het gevolg zou kunnen zijn van een relatief klein aantal manipulaties zowel naar boven als naar beneden, is door [eisers gezamenlijk] niet aangedragen.
Het verzuim zou er dan, zo begrijpt de rechtbank, in zijn gelegen dat Rabobank niet heeft medegedeeld dat zij Euribor manipuleerde.
5.De beslissing
mr. C.H. Rombouts, bijgestaan door mr. E.R. Mac-Donald, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2016.