Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
Procesverloop
Asielrelaas
Overwegingen
‘Het was een telefooncentrale maar dus tegelijkertijd een operatiekamer’.Op pagina 10 staat dat eiser heeft verklaard:
‘Het is zo…het is een Veiligheidsafdeling. En binnen die afdeling waren wij het hart, de kern, de basis van die afdeling. Wij gaven sturing aan wanneer operaties uitgevoerd moesten worden. Het was een communicatiecentrum en operatiecentrum.(…)’.In het besluit heeft verweerder onder verwijzing naar het vorige citaat gesteld dat eisers afdeling het hart, de kern van de Veiligheidsdienst was en dat zij sturing gaven aan de uit te voeren operaties. Daarmee heeft verweerder eisers afdeling niet als hart van de Syrische staatsveiligheidsdienst aangewezen maar, zoals eiser zelf verklaart, als hart van de Veiligheidsafdeling daarbinnen. Verweerder heeft naar aanleiding van die verklaring terecht overwogen dat de (onder)afdeling waar eiser werkzaam was meer was dan enkel een telefooncentrale, namelijk ook een communicatie- en operatiecentrum.
Kunt u mij een voorbeeld geven waarbij u gewetensbezwaren heeft gehad?
Ja, de dag dat ze veel Koerden oppakten en ik was op de afdeling. Ik liep naar beneden, op de gang. Ik hoorde een van hen zeggen ‘Ik heb nergens mee te maken, ik liep gewoon op straat’. ‘Ik vroeg je identiteit en je hebt het niet meteen gegeven.’ Ik hoorde dat diegene mishandeld werd. Zo zijn veel mensen opgepakt die nergens iets mee te maken hadden.’
‘Hoe bent u daar terecht gekomen?’
‘Mijn vader is een onderofficier bij de militaire politie, bij zijn werk was ook een afdeling van de geheime dienst. Via die afdeling heeft hij zijn kennissen en vrienden gesproken om mij op een goede plek te plaatsen. Ik ben een maand later naar de militaire dienst gegaan, ik heb het overschreden, omdat die vrienden van mijn vader steeds zeiden ‘wacht nog even. We hebben nog geen plek’. Na een maand was het wel gelukt. Dat is ook te zien in mijn militaire boekje.’
wettelijkverplicht was het bevel op te volgen, geen kennis had van het feit dat het bevel onwettig was, terwijl het bevel niet onmiskenbaar onwettig was. De rechtbank stelt vast dat eiser dit niet gemotiveerd heeft betwist, anders dan met de stelling dat hij slechts zijn dienstplicht vervulde. Naar het oordeel van de rechtbank is dat onvoldoende, zodat deze beroepsgrond evenmin slaagt.
‘Er is geen enkel probleem voor moslims in de Filipijnen. Er wonen ook moslims in de Filipijnen. Ongeveer 20% van de bevolking is moslim in de Filipijnen. Vooral in de Mindanao. In de Filipijnen draag ik nooit een hoofddoek.’