Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
Gebleken is dat de procedure in Polen niet heeft geleid tot intrekking van het EAB of een deel daarvan. Een herhaald aanhoudingsverzoek om een herziening van de beslissing van de Poolse rechter te kunnen afwachten is door de rechtbank afgewezen.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
12 sub a tot en met c OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
vonnis Ivermeldt het EAB dat het vonnis op 21 september 2009 aan de opgeëiste persoon is betekend en dat hij is gewezen op de mogelijkheid een rechtsmiddel tegen het vonnis in te stellen. Als deze situatie volgens de uitvaardigende autoriteit aan de orde is, dient zij een toelichting te geven over de feitelijke gang van zaken.
vonnis IIIvermeldt het EAB dat de opgeëiste persoon anderszins daadwerkelijk in kennis is gesteld van de datum en de plaats van de behandeling ter terechtzitting, maar onvermeld blijft hoe de oproeping dan plaats heeft gevonden. Nu een nadere toelichting ontbreekt is de rechtbank van oordeel dat de opgeëiste persoon ook in dit geval met succes een beroep kan doen op de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW.
4.Strafbaarheid
De rechtbank volgt daarbij de sinds 2 september 2015 door haar ingezette lijn.
5.Slotsom
vonnis I (II K 163/09) en vonnis III (II K 1150/11) niet voldoetaan de eisen van artikel 12 OLW en een andere weigeringsgrond aan de overlevering voor het feit van
vonnis II (IV K 513/08)in de weg staat, moet de gehele overlevering worden geweigerd.