Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[detentie adres],
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
vonnis nr. 246 van 11 december 2006voor een strafzaak van algemeen karakter nr.
617/2005van de Regionale Rechtbank te Veliko Tarnovo, BHOXД nr. 46/2007 van de Rechtbank van Appellatie te Veliko Tarnovo en strafzaak nr. 280/2007 van de Opperste Rechtbank van Cassatie, in werking getreden op 19 november 2007.
in totaal zes jaren, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
vier jaaropgelegd aan de opgeëiste persoon.
422/1999van de Rechtbank van Eerste Aanleg Gorna Oriachovitsa, waarbij aanvankelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
twee jaaris opgelegd, met een proeftijd van vijf jaren. De tenuitvoerlegging van dit vonnis is inmiddels bevolen.
617/2005betreft het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
Oriachovitsa) (Bulgarije) en in de nacht van 5 op 6 juli 1998 in het dorp Dragizhevo (Bulgarije).
617/2005is de rechtbank van oordeel dat de opgeëiste persoon geen beroep kan doen op de weigeringsgrond van artikel 12 OLW. Gebleken is dat hij aanwezig is geweest bij de eerste behandeling van de strafzaak en dat hij zijn verdedigingsrecht heeft kunnen uitoefenen. Dat hij in eerste instantie is vrijgesproken is niet relevant bij de beoordeling van een beroep op de weigeringsgrond. Immers, de opgeëiste persoon was op de hoogte van de procedure en wist dan ook dat het vonnis waarbij hij was vrijgesproken nog niet onherroepelijk was. De opgeëiste persoon had zich ervan moeten vergewissen of door het Openbaar Ministerie hoger beroep tegen de vrijspraak was ingesteld. Dat hij dit niet heeft gedaan komt voor zijn eigen rekening. Het verweer wordt verworpen.
422/1999. Hoewel de opgeëiste persoon op vragen van de officier van justitie ter zitting heeft verklaard dat hij aanwezig is geweest op de zitting die geleid heeft tot de voorwaardelijke veroordeling acht de rechtbank deze mededeling in dit geval niet voldoende om vast te stellen dat aan de vereisten van artikel 12, aanhef en onder a OLW is voldaan.
Strafbaarheid, zaak 617/2005
5.De weigeringsgrond van artikel 6, vijfde lid OLW
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Parket Regionaal te Veliko Tarnovo, Bulgarije, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het gedeelte van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, dat is opgelegd wegens de medeplichtigheid aan diefstal met geweld in vereniging, gepleegd op 6 februari 2003 in het gebied Arbanaschko Bardo te Bulgarije.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het gedeelte van de vrijheidsstraf dat is opgelegd wegens de twee inbraken in kerkgebouwen en het wegnemen daaruit van een aantal zilveren kelken, gepleegd respectievelijk in de nacht van 20 op 21 juni 1998 in de plaats Gorna Oryahovisa (
Oriachovitsa) (Bulgarije) en in de nacht van 5 op 6 juli 1998 in het dorp Dragizhevo (Bulgarije).