In deze zaak vorderen eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], bij vonnis een verklaring voor recht dat Delta Lloyd gedurende een periode van 100 dagen na 6 februari 2014 dwangsommen heeft verbeurd, omdat zij niet heeft voldaan aan de veroordeling in een eerder arrest tot onverkorte nakoming van de polissen. De rechtbank Amsterdam behandelt de zaak, waarbij de procedure is gestart met een dagvaarding op 23 december 2014. De eisers hebben in 1993 een Teakwood Rendementspolis afgesloten bij Ohra, de rechtsvoorgangster van Delta Lloyd. In 2001 heeft Ohra hen geïnformeerd dat de belegging in het teakwoodproject zou worden beëindigd, wat leidde tot een juridische procedure. Het gerechtshof Arnhem heeft in 2005 geoordeeld dat Ohra de polissen onverkort moest nakomen. De rechtbank oordeelt dat Delta Lloyd aan de veroordeling tot continuatie van de polis heeft voldaan, maar dat de verplichtingen verder reikten dan enkel het voortzetten van de polissen. De rechtbank concludeert dat Delta Lloyd geen dwangsommen heeft verbeurd, omdat de vordering van eisers niet kan worden onderbouwd met de eerdere veroordeling. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten.