Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[adres, te plaats],
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
concerning the role of the wanted person, I confirm you that [opgeëiste persoon] is suspected of the fact that she was in Montauban on december 2013 in order to get the money earned from illicit drugs trafficking (cocaïne) from Netherlands to France’.
4.Strafbaarheid
5.Onschuldverweer
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a OLW
8.Overige verweren
‘de heling van geldbedragen afkomstig van de invoer van verdovende middelen en medeplichtigheid aan aanbod of overdracht van verdovende middelen’, terwijl slechts is aangekruist ‘de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen’. Niet uit te sluiten valt dat de opgeëiste persoon ook wordt veroordeeld voor fiscale delicten, gepleegd in samenhang met de drugsdelicten, alhoewel de overlevering daar niet voor is verzocht.
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Officier van Justitie bij de Arrondissementsrechtbank te Agen, Frankrijk, ten behoeve van het in Frankrijk tegen haar gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor haar overlevering wordt verzocht.