Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eisers],
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 november 2012, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 19 juni 2013, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 29 oktober 2013 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
De afwikkeling van de samenwerking heeft tussen partijen tot geschillen geleid.
World Federation of Diamond Bourses(WFDB). Op 1 september 2011 hebben partijen een arbitrageovereenkomst gesloten, op grond waarvan zij hun geschillen aan drie door de WFDB benoemde arbiters (hierna: de arbiters of het scheidsgerecht) hebben voorgelegd.
[…]”
‘briefs’) met bijlagen ingediend. Op 6 mei 2012 heeft een (procedurele)
preliminary arbitration meetingplaatsgevonden en op 9, 10 en 11 juli 2012 is de zaak inhoudelijk op zitting behandeld. De
transcriptsvan hetgeen tijdens deze zittingsdagen is besproken beslaan ruim 600 pagina’s in totaal.
had purchased for himself from [eisers] all the merchandise at prices he had fixed himself.
[…]
the actual cost thereof, as “[eisers]” argues, or on the basis of
the actual selling prices thereof, as “[gedaagden]” argues, or perhaps on the basis of
the market value thereofat the time of its sale, or at another date that will be determined by us, […].
[…]
[…]
$3.989.481,15.
$18.000.
were actually been disbursedby “[gedaagden]” in connection with the partnership’s business, and that these expenses were
not debitedin the Cartis during a period of some four whole years, and that “[gedaagden]” is entitled to a credit in the Cartis in respect of these expenses that were incurred in connection with the partnership’s business, but the parties were divided in their opinions on the question as to what the total of these expenses was.
[…]
50%of the
disputed expenses(i.e the sum of 5 million US$) and as a consequence of this to credit “[gedaagden]” in the Cartis with a sum of
50% of 5 million times 25% which is the average share of [eisers] in respect of the disputed expenses i.e- $5.000.000*50%*25%=$625.000 for [gedaagden].
[…]
$20.022.293at “list” prices, and had a market value of
$11.012.261, were sold by [eisers] to [eisers] for
$9,342,329. In the state of the market when the goods were sold, [eisers] decided to have a discount of
53,34%when selling to [eisers]. This was considerably too low and a discount of
45%is the minimum acceptable discount for a sale to a group company. In light of this, “[gedaagden]” must be credited in the Cartis with the sum of
$1.660.931*75%=$1.252.448.
Resolution
[…]
As to the second issue: we have come to our conclusions formulated in the Award after considering all claims, demands and responses of both Parties. We do not think there are neither calculation errors nor omission to rule on any issue and we have specifically determined in the award that “all the remaining claims and allegations of the two parties jointly are hereby rejected.”
3.Het geschil
-
primair: de vernietiging van het arbitraal vonnis en van de beslissing van de arbiters van 24 oktober 2012,
- subsidiair: de vernietiging van het arbitraal vonnis en van de beslissing van de arbiters van 24 oktober 2012, voor zover daarin aan [gedaagden] (na verrekening van de over en weer verschuldigde bedragen) een bedrag van USD 7.933.400 wordt toegekend, en in plaats daarvan te bepalen dat [eisers] aan [gedaagden] (na verrekening van de over en weer verschuldigde bedragen) een bedrag verschuldigd is van USD 215.134,26,
- meer subsidiair: de vernietiging van het arbitraal vonnis en van de beslissing van de arbiters van 24 oktober 2012, voor zover daarin aan [gedaagden] (na verrekening van de over en weer verschuldigde bedragen) een bedrag van USD 7.933.400 wordt toegekend, en in plaats daarvan te bepalen dat [eisers] aan [gedaagden] (na verrekening van de over en weer verschuldigde bedragen) een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag verschuldigd is, welk bedrag in ieder geval niet hoger zal zijn dan USD 6.767.253,68,
schending van de opdracht), d (
vonnis niet behoorlijk gemotiveerd) en e (
strijd met de openbare orde of goede zeden) van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De feitelijke onderbouwing van haar vorderingen en de verweren van [gedaagden] worden hierna, voor zover van belang, bij de beoordeling besproken.
4.De beoordeling
Indachtig deze uitgangspunten en het door [gedaagden] gevoerde verweer zal de rechtbank hieronder de door [eisers] naar voren gebrachte gronden voor vernietiging bespreken.
“fair”en
“honest”op te lossen, aldus [eisers].
8) nog onder zich had, gedurende het jaar 2009 (grotendeels) is verkocht. Deze verkopen zijn volgens het arbitraal vonnis verwerkt in de Cartis die door partijen ultimo 200
9is vastgesteld (zie ook r.o. 48 en 63 van het arbitraal vonnis). Het scheidsgerecht is aldus niet voorbij gegaan aan het aandeel van [eisers] in de voorraad diamanten die bij het einde van de samenwerking bij [gedaagden] aanwezig was.
Dit is onverenigbaar met de verplichting van de arbiters om te komen tot een
“fair honest and speedy resolution”van het geschil tussen partijen.
Allereerst heeft het scheidsgerecht een bedrag van USD 1.252.448 twee keer in plaats van één keer toegewezen. Aldus zijn de arbiters zonder enige nadere motivering afgeweken van de door henzelf vastgestelde maatstaf, aldus [eisers].
(i) er is sprake van ongelijke behandeling, in die zin dat er wel rente is berekend over bedragen die [eisers] aan [gedaagden] verschuldigd is, maar niet andersom;
(ii) over de waarde van de door [eisers] (eiseres sub 3) verkochte diamanten is wettelijke rente toegekend vanaf 1 januari 2009, terwijl over dat bedrag slechts wettelijke rente was gevorderd vanaf 28 juni 2010;
(iii) er is tweemaal rente toegekend over het dubbel toegewezen bedrag van USD 1.252.448.
list value) en een markwaarde van USD 11.012.261 (de marktwaarde) en dat [eisers] deze diamanten
intra groupheeft verkocht aan [eisers] (eiseres sub 1) voor een bedrag van USD 9.342.329 (de verkoopprijs) (zie ook r.o. 36 en 40 van het arbitraal vonnis). Vervolgens heeft het scheidsgerecht geoordeeld dat deze verkoopprijs te laag was en dat de diamanten hadden moeten worden verkocht tegen de marktwaarde en derhalve voor een prijs van USD 11.012.261. Dit leidde er volgens het scheidsgerecht toe dat [gedaagden] recht had op 75% van de verkoopprijs (= USD 7.006.746,75) plus 75% van het verschil tussen de verkoopprijs en de marktwaarde (= USD 1.252.448). Vervolgens heeft het scheidsgerecht in de laatste alinea van r.o. 69 nogmaals een bedrag van USD 1.252.448 toegekend aan [gedaagden]. Dit bedrag ziet op dezelfde voorraad diamanten, maar wordt berekend op een andere manier, te weten 75% van de marktwaarde. [gedaagden] heeft tijdens de comparitie weliswaar betwist dat sprake is van een rekenfout of dubbeltelling, maar heeft niet nader toegelicht op grond waarvan zij twee keer recht zou hebben op dit bedrag. De rechtbank is dan ook van oordeel dat zonder nadere motivering, die ontbreekt, onbegrijpelijk is dat en waarom het scheidsgerecht tot de beslissing is gekomen twee keer een correctie toe te passen ten bedrage van USD 1.252.448 (berekend op verschillende manieren maar strekkende ter correctie van dezelfde
intra groupverkoop voor dezelfde hoeveelheid diamanten beneden de marktprijs). Het arbitraal vonnis is op dit punt dat ook niet gemotiveerd en kan ten aanzien van deze beslissing niet in stand blijven. Dit betekent dat ook de rente berekend over het tweede bedrag van USD 1.252.448 niet is verschuldigd en het arbitraal vonnis ook op dat punt zal worden vernietigd.
5.De beslissing
uitsluitendvoor zover daarin aan [gedaagden] tweemaal een bedrag van USD 1.252.448 vermeerderd met berekende en nog te vervallen rente is toegekend,
intra groupverkoop van de betreffende diamanten beneden de marktprijs (zie hiervoor onder 4.8 en r.o. 69 van het arbitraal vonnis), ten hoogste éénmaal het bedrag van USD 1.252.448, met de daarover berekende en nog te vervallen rente verschuldigd is aan [gedaagden],