Psychologisch onderzoek
De vrouw is een opgewekte, vrolijke vrouw wier zelfbeeld echter onvoldoende is geïntegreerd. Negatieve aspecten van het zelf worden overdekt door een grandioos zelf. In relatie tot anderen kent de vrouw geen nuance in aantrekkelijke kanten van een ander en minder aantrekkelijke kanten. De ander wordt geïdealiseerd of gedevalueerd/vernietigd. Het zelfgevoel is krenkbaar en kwetsbaar en afhankelijk van externe bronnen van bevestiging, ondanks de competente kanten die er ook zijn (voldoende intelligentie, goede werkkring).
Er is moeite met het verdragen van intimiteit en een grote behoefte anderen onder controle te houden. Vanuit een egocentrische inslag voelt zij zich snel tekortgedaan, maar ziet zij niet dat zijzelf moeite heeft met emotionele investeringen. In relatie tot het kind kan de persoonlijkheid van de vrouw moeilijkheden geven met betrekking tot de ontwikkeling van
zijn autonomie en eigen identiteit door hem zijn vader te onthouden.
Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor een klinische stoornis en/of andere aandoeningen en/of psychische problemen die een reden geven tot zorg.
Met betrekking tot de persoonlijkheid zijn er aanwijzingen voor een kwetsbare persoonlijkheidsstructuur, zonder dat er echter gesproken kan worden van een persoonlijkheidsstoornis in de zin dat er sprake is van een significante mate van lijden of beperkingen in het sociaal en beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere terreinen. De persoonlijkheid kenmerkt zich door afhankelijke en ontwijkende trekken.
Als een taxatie wordt gemaakt van het ouderfunctioneren van de vrouw en uit wordt gegaan van de drie kernfuncties die het denken en doen van de ‘goed-genoeg-ouder’ beschrijven, namelijk interpreteren, respecteren en regisseren, dan wordt geconcludeerd dat de vrouw in staat is de drie kernfuncties met betrekking tot het kind uit te voeren en dat zij derhalve voldoende oudercompetenties heeft.
Met betrekking tot de echtscheidingssituatie toont de vrouw echter onvoldoende inleving in de ontwikkelingsbehoeften van het kind, namelijk dat het voor een kind belangrijk is om met beide ouders een relatie te ontwikkelen. Ook haar extreem emotioneel geladen benadering van het vermeende seksueel misbruik en mishandeling van het kind conflicteert met effectief ouderschap. Wanneer een kind geconfronteerd wordt met eventuele heftige traumatische ervaringen, dan wordt van opvoeders een neutrale en accepterende houding verwacht, zodat het kind ruimte voelt de ervaring te verwerken. Zodra de opvoeders vervloeien met de problematiek van het kind is er geen veilige ruimte voor het kind om te komen tot verwerking.
Op dit moment is er geen communicatie mogelijk tussen de ouders ten aanzien van het gezamenlijk gezag over het kind. Vanuit het persoonlijkheidsonderzoek wordt een herstel van de communicatie vanuit de vrouw somber en zorgelijk ingeschat, omdat zij geen enkele ruimte laat zien de man in het leven van het kind een plek te willen geven.
Het is niet de verwachting dat de problematiek van het kind verergert door het handhaven van het gezamenlijk gezag. De problematiek van het kind is niet zozeer dat de ouders onenigheid hebben en niet tot beslissingen omtrent hem komen. Voor het kind is de problematiek dieper gelegen, namelijk het na scheiding geen ruimte krijgen om met beide ouders een relatie aan te gaan.
Met betrekking tot de ouders wordt een intensief traject van mediation noodzakelijk geacht. Daarnaast wordt individuele begeleiding van beide ouders geadviseerd. Met betrekking tot de vrouw wordt het belangrijk gevonden dat zij geholpen wordt te accepteren dat haar ex-partner als vader van het kind voor hem als zodanig belangrijk is.
Mocht het bovenstaande niet haalbaar blijken te zijn en de vrouw bij haar standpunten blijven ten aanzien van de man, dan wordt als uiterste consequentie gedacht aan een plaatsing van het kind op een neutraal terrein, bijvoorbeeld een crisispleeggezin, van waaruit gewerkt kan worden aan het in balans brengen van de relatie tussen het kind en zijn beide ouders. Signalen kunnen dan neutraal worden opgepikt en geïnterpreteerd. Nadat enig herstel in de verhoudingen heeft plaatsgevonden kan het kind terugkeren naar mogelijk zowel de leefsituatie van de vrouw als van de man.