In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 3 juli 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Rond Consulting B.V. en Magnus Technology Consultants B.V. Rond Consulting, vertegenwoordigd door mr. S.D. van de Kant, vorderde betaling van een bedrag van € 17.183,60 aan hoofdsom, plus bijkomende kosten, van Magnus, vertegenwoordigd door mr. M.J.A.M. Stücken. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst tussen partijen, waarbij Magnus de facturen van Rond Consulting onbetaald had gelaten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de totale vordering van Rond Consulting de competentiegrens van € 25.000,00 overschrijdt, wat betekent dat de kantonrechter niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. Dit is in lijn met de geldende regels omtrent de bevoegdheid van de kantonrechter en de rechtbank.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het niet mogelijk is om een vordering van meer dan € 25.000,00 op te splitsen in kleinere bedragen om zo binnen de competentie van de kantonrechter te blijven. Aangezien Rond Consulting heeft aangegeven haar vordering niet te willen beperken tot het bedrag van € 25.000,00, heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de Afdeling Privaatrecht van de rechtbank Amsterdam, waar de zaak verder behandeld zal worden. De kantonrechter heeft ook een nieuwe roldatum vastgesteld voor de voortzetting van de procedure en partijen erop gewezen dat zij een advocaat dienen te stellen.