ECLI:NL:RBAMS:2008:BG9475
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot benoeming van arbiters in geschil tussen leden van de Nederlandse Israelitische Hoofdsynagoge
In deze zaak heeft verzoeker XXX op 14 november 2008 een verzoekschrift ingediend ex artikel 1027 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met het doel om drie arbiters te benoemen voor een geschil met verweerder ZZZ. Het verzoek is behandeld tijdens de zitting op 11 december 2008. De achtergrond van het geschil betreft de eigendom van een pand dat oorspronkelijk in eigendom was van XXX, maar inmiddels is overgedragen aan ZZZ. XXX stelt dat ZZZ verplicht is om het pand aan hem terug te verkopen tegen een reële prijs, gebaseerd op religieuze principes die zijn vastgelegd in de godsdienstcodex van de Nederlandse Israelitische Hoofdsynagoge (NIHS). ZZZ betwist deze verplichting en stelt dat er geen bindende regeling is die hem verplicht tot arbitrage. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen verplichting bestaat voor ZZZ om het geschil voor te leggen aan arbiters, aangezien het reglement van de NIHS geen dwingende bepalingen bevat die leden verplichten om hun geschillen op deze manier op te lossen. Bovendien is het oordeel van de rechter dat het verplichten van ZZZ tot arbitrage in strijd zou zijn met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op toegang tot een rechter waarborgt. De voorzieningenrechter heeft daarom XXX niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Er is geen aanleiding voor een kostenveroordeling.