ECLI:NL:RBALM:2012:BW2517
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. van der Veer
- Rechtspraak.nl
Faillissement en aansprakelijkheid bij aannemingsovereenkomst tussen Woningborg N.V. en Avabouw B.V.
In deze zaak, die voor de Rechtbank Almelo werd behandeld, stonden Woningborg N.V. en de curator van Avabouw B.V. tegenover elkaar in een geschil over de gevolgen van het faillissement van Avabouw. Woningborg had een aannemingsovereenkomst met Avabouw voor de bouw van een woning, maar na het faillissement van Avabouw was de bouw stilgelegd. De rechtbank moest beoordelen in hoeverre de curator tot en met de faillissementsdatum kon factureren voor de werkzaamheden die Avabouw had verricht en of de curator zich kon verhalen op de waarborgsom die onder de notaris berustte.
De rechtbank oordeelde dat de curator op basis van de stand van het werk tot de faillissementsdatum kon factureren, ondanks dat de aannemingsovereenkomst niet verder werd gestand gedaan. De curator had een vordering van € 55.794,00 op Woningborg, die niet voldoende was betwist. Daarnaast werd vastgesteld dat de waarborgsom, die door [eisers] was gestort, niet in de failliete boedel viel, omdat deze nog niet aan Avabouw was uitgekeerd. De rechtbank concludeerde dat Woningborg en [eisers] recht hadden op een deel van de waarborgsom, terwijl de curator ook een vordering had op Woningborg.
De rechtbank besliste dat de curator moest meewerken aan de vrijgave van een bedrag van € 3.045,65 aan Woningborg, en dat de vordering van de curator op Woningborg van € 33.949,35 moest worden gehonoreerd. De proceskosten werden toegewezen aan de curator, aangezien Woningborg en [eisers] als in het ongelijk gestelde partij werden beschouwd. Dit vonnis werd op 4 april 2012 uitgesproken.