In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 6 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die zijn toenmalige vriendin in Oldenzaal heeft geprobeerd te doden met een vorkheftruck. De verdachte heeft op 11 oktober 2011 een touw om de hals van het slachtoffer gesnoerd en dit touw aan de heftruck bevestigd, waarna hij de vorken van de heftruck omhoog heeft getrokken. Het slachtoffer raakte gewond aan haar hals en heeft blijvende psychische klachten overgehouden aan het voorval. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan poging tot doodslag en heeft het beroep op vrijwillige terugtred verworpen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaar geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 42 maanden opgelegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De rechtbank heeft ook de psychische gevolgen voor het slachtoffer in overweging genomen en de eerdere veroordelingen van de verdachte meegewogen in de strafmaat. De in beslag genomen goederen zijn teruggegeven aan de rechthebbenden, en de vordering van de benadeelde partij is buiten beschouwing gelaten omdat deze niet op de juiste wijze was ingediend.