RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
IMS
Rekestnummer: 138822 / OT RK 12-851
Datum uitspraak: 27 juli 2012
Beschikking van de kinderrechter in bovenvermelde rechtbank, gegeven in de zaak met betrekking tot de jeugdige:
[kind], geboren te Texel op [geboortedatum],
vader: [naam 1], verblijvende in F.P.C. Veldzicht te Balkbrug,
moeder: [naam 2], wonende te Heerhugowaard,
De kinderrechter te Alkmaar heeft bij beschikking van 16 augustus 2011 de ondertoezichtstelling van de minderjarige uitgesproken tot 5 augustus 2012.
Op 11 juni 2012 heeft Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (hierna: BJZ), vestiging Alkmaar, een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Dit verzoek zal ter terechtzitting met gesloten deuren worden behandeld op 1 augustus 2012.
Op 27 juni 2012 heeft mr. E. Busch, namens de vader, een verzoek ingediend om te worden aangemerkt als belanghebbende en in die hoedanigheid te worden gehoord in verband met het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de jeugdige. In dit verband is verzocht om toezending van het verzoekschrift, het plan van aanpak en de overige relevante stukken.
Bij schrijven van 2 juli 2012 is mr. E. Busch verzocht om een (nadere) onderbouwing van het verzoek om de vader als belanghebbende te horen.
Op 18 juli 2012 is een brief ontvangen van mr. E. Busch, met een nadere onderbouwing van het verzoek.
Op grond van de verkregen inlichtingen overweegt de kinderrechter als volgt.
De vader stelt belanghebbende te zijn in de procedure omdat hij met mevrouw [naam 2], de moeder van de minderjarige, gehuwd is geweest. De minderjarige is tijdens dit huwelijk geboren. De ouders en de minderjarige hebben tot eind 1998 in gezinsverband samengeleefd. Het huwelijk van de ouders is op 14 september 1999 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van 23 maart 1999 in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand. De moeder heeft het gezag over de minderjarige. De vader stelt dat er in de geschetste omstandigheden "family life" tussen hem en de minderjarige is geweest. Na de echtscheiding heeft dit voortgeduurd, omdat de ouders nog tot eind van het jaar 2005 een affectieve relatie met elkaar hebben gehad. Tot die tijd heeft de vader veelvuldig contact gehad met de minderjarige. Sinds maart 2006 is hij gedetineerd en sindsdien heeft hij-op enkele telefonische contacten na in het begin van zijn detentie- geen contact meer gehad met de minderjarige.
De kinderrechter overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 798, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) wordt in zaken als de onderhavige onder belanghebbende verstaan degene op wiens rechten of verplichtingen de zaak rechtstreeks betrekking heeft.
Een ondertoezichtstelling betreft een maatregel die ingrijpt in het ouderlijk gezag. Hieruit volgt dat alleen de uit het ouderlijk gezag voortvloeiende rechten en verplichtingen van de minderjarige en van de ouders die het gezag over hem uitoefenen, dan wel van anderen die deze minderjarige als behorend tot hun gezin verzorgen en opvoeden (de pleegouders), zijn betrokken. Daarom kunnen in deze procedure slechts als belanghebbenden in de zin van artikel 798, eerste lid, Rv worden beschouwd: de met het gezag belaste ouder(s), een ander die het minderjarige kind als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt en de minderjarige zelf, mits deze twaalf jaren of ouder is (zie artikel 1:256, vierde lid, BW). Ook de minderjarige die jonger is, kan aangemerkt worden als belanghebbende indien hij in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake. Steun voor deze opvatting ziet de kinderrechter in de uitspraak van de Hoge Raad van 21 mei 2010, LJN: BL7043 en de (Conclusie van de Procureur-Generaal bij de) uitspraak van de Hoge Raad van 28 oktober 2011, LJN: BR5084.
Nu de vader geen gezag over de minderjarige uitoefent, haar zeker al sinds eind 2005 (en mogelijk al langer) niet meer als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt en sinds maart 2006 zelfs geen enkel contact meer met haar gehad heeft, beschouwt de kinderrechter de vader niet als belanghebbende in deze procedure. Hij zal daarom geen oproeping voor de terechtzitting op 1 augustus 2012 ontvangen en aan hem worden geen verzoekschrift en andere processtukken in deze procedure toegezonden.
- Wijst af het verzoek van de vader om als belanghebbende te worden aangemerkt in de procedure betreffende het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling over [kind], geboren te Texel op [geboortedatum];
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven te Alkmaar door M.F.G.H. Beckers, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juli 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.