2.4Met betrekking tot de bewezenverklaring en kwalificatie heeft het hof als volgt overwogen (met weglating van voetnoten):
“
Feit 4: medeplegen van gewoontewitwassen
Het hof overweegt hiertoe grotendeels overeenkomstig de rechtbank - maar met enkele aanvullingen en correcties ten aanzien van de bedragen - als volgt.
Het ten laste gelegde geldbedrag van € 50.569,--
Het [rekeningnummer 1] behoort toe aan verdachte. Dit rekeningnummer is opgegeven in de aanvraagformulieren (met de daarbij vermelde aanvraagdata) voor studiefinanciering die op naam van [naam 8] (16 juli 2018), [naam 9] (6 augustus 2018), [naam 10] (2 juli 2018), [naam 6] (6 augustus 2018) en [naam 7] (12 mei 2018) bij DUO zijn ingediend en waarna een totaalbedrag van € 50.569,-- naar de bankrekening van verdachte is overgemaakt. Uit de door een medewerker van DUO op 9 oktober 2018 gedane aangifte van fraude met studiefinanciering volgt dat het genoemde geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft van het genoemde geldbedrag € 9.800,-- overgeboekt naar de bankrekening van [betrokkene 1] voor de aankoop van twee puppy’s en ten minste € 12.000,-- contant opgenomen. Daarnaast heeft hij een gedeelte van het geldbedrag gebruikt om online te gokken, te weten € 22.330,--. Totaal betreft dit een bedrag van € 44.130,--.
Het ten laste gelegde geldbedrag van € 64.478,--
Ook het [rekeningnummer 2] behoort aan verdachte toe. Dit rekeningnummer is opgegeven in de aanvraagformulieren (met de daarbij vermelde aanvraagdata) voor studiefinanciering die op naam van [naam 11] (4 juli 2018), [naam 12] (9 juni 2018), [naam 5] (12 juni 2018), [naam 13] (16 juli 2018), [naam 14] (18 juni 2018) en [medeverdachte 1] (20 juli 2018) bij DUO zijn ingediend en waarna een totaalbedrag van € 64.478,- naar de bankrekening van verdachte is overgemaakt. Uit de door een medewerker van DUO op 9 oktober 2018 gedane aangifte van fraude met studiefinanciering volgt dat het genoemde geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft van het genoemde geldbedrag onder meer € 2.500,- overgeboekt naar de bankrekening van [medeverdachte 1] en ruim € 63.000,- contant opgenomen. Daarnaast heeft hij een gedeelte van het geldbedrag gebruikt om online te gokken, te weten € 21.930,--. Het hof constateert dat het bedrag dat verdachte heeft besteed hoger is dan het door DUO overgemaakte bedrag aan studiefinanciering op naam van voornoemde personen, wat verklaard kan worden door de omstandigheid dat op deze bankrekening ook nog andere bedragen zijn gestort. Het hof leidt uit deze bedragen wel af dat verdachte het volledige gestorte bedrag van € 64.478,-- heeft besteed.
Het ten laste gelegde geldbedrag van € 78.873,--
De bankrekeningnummers [rekeningnummer 3] en [rekeningnummer 4] behoren toe aan [medeverdachte 2] , de toenmalige partner van verdachte. Het rekeningnummer [rekeningnummer 3] is opgegeven in de aanvraagformulieren (met de daarbij vermelde aanvraagdata) voor studiefinanciering die op naam van [naam 3] (14 augustus 2018), [naam 15] (3 juli 2018), [naam 16] (30 juli 2018), [naam 2] (15 augustus 2018), [naam 17] (31 juli 2018), [naam 18] (5 juli 2018), [naam 19] (21 augustus 2018) en [naam 20] (31 juli 2018) bij DUO zijn ingediend en waarna een totaalbedrag van € 56.053,- naar de bankrekening van [medeverdachte 2] is overgemaakt. Daarnaast is het [rekeningnummer 4] opgegeven in de aanvraagformulieren (met de daarbij vermelde aanvraagdata) voor studiefinanciering die op naam van [naam 21] (14 augustus 2018) en [naam 22] (9 augustus 2018) bij DUO zijn ingediend en waarna een totaalbedrag van € 22.438,-- naar deze bankrekening van [medeverdachte 2] is overgemaakt. Het hof komt op een totaalbedrag van € 78.831,— dat op naam van voornoemde personen op deze twee rekeningen van [medeverdachte 2] is gestort.
Uit de door een medewerker van DUO op 9 oktober 2018 gedane aangifte van fraude met studiefinanciering volgt dat de genoemde geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Verdachte heeft op 27 februari 2020 bij de politie verklaard dat hij een deel van de ontvangen gelden aan een persoon heeft afgedragen en een deel voor zichzelf heeft gebruikt: "Ik gebruikte hiervoor ook de rekening van mijn ex-partner". Ook [medeverdachte 2] heeft verklaard dat verdachte haar bankrekening heeft gebruikt. Uit onderzoek is verder gebleken dat er forse bedragen contant zijn opgenomen, van ten minste € 29.000,-- van de ING-rekening en ten minste € 10.000,-- van de ABNAMRO-rekening, dat verdachte een bedrag van € 1.300,-- heeft uitgegeven aan een tas en een bril bij Louis Vuitton en € 75,-- bij een juwelier. In totaal heeft verdachte van deze rekeningen derhalve tenminste een bedrag van € 40.375,-- besteed.
Het ten laste gelegde geldbedrag van € 54.326,--
Het [rekeningnummer 5] behoort toe aan [medeverdachte 3] . Dit rekeningnummer is opgegeven in de aanvraagformulieren (met de daarbij vermelde aanvraagdata) voor studiefinanciering die op naam van [naam 23] (25 juli 2018), [naam 24] (11 augustus 2018), [naam 25] (21 augustus 2018), [naam 26] (2 augustus 2018), [naam 27] (3 augustus 2018) en [naam 28] (18 juli 2018) bij DUO zijn ingediend en waarna een totaalbedrag van € 54.326,-- naar de bankrekening van [medeverdachte 3] is overgemaakt.
Uit de door een medewerker van DUO op 9 oktober 2018 gedane aangifte van fraude met studiefinanciering volgt dat het genoemde geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Van het genoemde totaalbedrag is € 5.270,-- overgemaakt naar het aan verdachte toebehorende [rekeningnummer 2] . Daarnaast is in totaal € 48.800,-- contant opgenomen. Uit de verklaring van [medeverdachte 3] blijkt het volgende: "Ik heb gezien dat dit door DUO op mijn rekening is gestort. Zodra deze bedragen op mijn rekening waren gestort, heb ik het bedrag gepind. Ik heb het geld van de rekening afgehaald en aan [verdachte] gegeven, zoals ik met hem had afgesproken. Ook heeft [medeverdachte 3] verklaard dat hij geldbedragen via internetbankieren naar het voormelde rekeningnummer van verdachte heeft overgemaakt: "Als ik een bedrag ontving van € 11.300,--, dan pinde ik € 10.000,-- en vervolgens maakte ik € 1.300,-- over van mijn bankrekening naar de bankrekening van [verdachte] ."
Het ten laste gelegde geldbedrag van € 500,--
Op 22 februari 2019 is door DUO een bedrag van € 2.106,94 overgemaakt voor studiefinanciering overgemaakt naar het [rekeningnummer 6] t.n.v. [naam 29] . Uit onderzoek is gebleken dat dit bedrag ten onrechte door DUO is uitgekeerd. Immers, de 'aanvrager' stond blijkens een inschrijfcontrole niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Van het door DUO uitgekeerde bedrag heeft verdachte € 500,-- gepind en € 500,-- overgemaakt naar zijn eigen bankrekening, zo heeft verdachte zelf ook op 27 februari 2020 bij de politie verklaard. Deze overboeking maakt desondanks geen onderdeel uit van de bewezenverklaring, aangezien het niet valt binnen de ten laste gelegde periode. In zoverre wordt verdachte partieel vrijgesproken.
Een gewoonte maken van het (mede)plegen van witwassen
Op basis van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, komt het hof tot het oordeel dat verdachte in de ten laste gelegde periode een uit enig misdrijf afkomstig totaalbedrag van € 203.309 heeft overgedragen, omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt en dat verdachte zich aldus schuldig heeft gemaakt aan witwassen. Van dit witwassen heeft verdachte een gewoonte gemaakt, omdat in de ten laste gelegde periode sprake is geweest van frequente witwashandelingen.
Medeplegen
Het hof zal verdachte partieel vrijspreken van het tenlastegelegde medeplegen, nu er in het dossier geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat er ten aanzien van het witwassen van de eerdergenoemde geldbedragen van € 44.130,-- en € 64.478,-- tussen verdachte en een andere in de tenlastelegging genoemde persoon een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan gericht op de verboden gedraging. De andere personen zijn hierover niet gehoord door het onderzoeksteam. Verdachte heeft gezwegen, zodat wettig en overtuigend bewijs voor medeplegen ten aanzien van de twee laatstgenoemde bedragen ontbreekt. Het is met name niet uitgesloten dat de andere personen van niets wisten en door verdachte zijn misleid en voorgelogen. Het hof zal verdachte ten aanzien van deze bedragen als pleger aanmerken, nu deze variant impliciet is opgenomen in de tenlastelegging.”