2.2De bewezenverklaring steunt op de volgende, in de bijlage bij het arrest opgenomen bewijsmiddelen:
“
1.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als de op 18 april 2008 afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van
[aangever]:
Ik doe aangifte van wederrechtelijke vrijheidsbeneming en mishandeling. Ik woon op de [a-straat 1] te [plaats ] . De woning is gelegen aan een dijk. Men moet dus een stuk naar beneden lopen om bij mijn woning te komen. Vanochtend, 18 april 2008, ging de bel van het hek bovenaan de weg. Ik keek op de monitor en ik zag dat het politie was. Via de intercom werd gezegd: "Politie Rotterdam, doe open!". De man in politiekleding liep via de keukendeur naar binnen. Ik vroeg mijn vriendin, die al was aangekleed, of zij even wilde gaan kijken. Ze liep naar beneden en ik hoorde dat er gevraagd werd: "Is uw man thuis?”. Hij was gelijk agressief. Ik hoorde hem zeggen dat er cocaïne in één van de zaken was gevonden en dat ik mee moest. Ik rook dat hij naar alcohol rook. Ik kreeg het idee dat hij niet echt van de politie was. Ook omdat hij zijn zwarte zonnebril ophield. Hij zat gelijk aan me te trekken en wilde me gelijk op de grond leggen. Hij zei steeds: "Omdraaien!". Het was zo agressief. Ik heb klappen gekregen. Ik ben met vuisten geslagen. Zoals u kunt zien heb ik op de linkerzijde van mijn hoofd enkele geschaafde bulten en op mijn rechterslaap zit ook een dikke bult. De man wilde mij met tiewraps boeien. Hij bleef maar zeggen dat ik mee moest komen en dat ik me om moest draaien. Het werd een duwen en trekken en ineens kreeg ik dat spuitgas in mijn gezicht. Ik voelde dat er iets in mijn gezicht en in mijn oog werd gespoten. Het prikt nu nog heel erg en de huid eromheen prikt ook en is rood. Hij wilde me nog steeds boeien. Hij boeide me met mijn armen aan de voorkant. Hij trok het erg strak aan. Hij riep: “Meegaan”. Ik werd meegesleurd. Die politieman gaf me in de opening van de keukendeur nog een klap en ik zag daar kans om weg te rennen. Het was een hele harde klap. Ik dacht het is kidnapping, het is een ontvoering.
Die zogenaamde politieman had zo'n witte politiejas aan. Hij klonk een beetje Oostblokachtig. Hij was groot en fors en hij liep behoorlijk met me te gooien en te slaan. Hij was sterk. Hij had een baardje en een snor. [betrokkene 1] vroeg nog aan me of het wel echt was.
2.Een proces-verbaal van aangifte d.d. 18 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als de op 18 april 2008 afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van
[betrokkene 1]:
Ik ben woonachtig op de [a-straat 1] te [plaats ] . Ik woon samen met mijn partner [aangever] en onze vijf kinderen. Drie kinderen van 12, 9 en 6 jaar, waren vannacht bij ons in de woning. Vanmorgen hoorde ik dat de politie er was. Er stond een man. Ik zag dat hij gekleed was als een motoragent van de politie. Ik zag namelijk dat hij een wit met oranje jas aan had. Ik zag dat hij een zwarte zonnebril op had. Ik zag dat de man een baardje had. Ik rook dat hij heel erg naar alcoholhoudende drank riekte. Ik zag dat [aangever] naar beneden kwam. Ik zag dat de man met een vel papier stond te zwaaien en dat hij riep: “Er is cocaïne gevonden in één van de zaken!”. Ik hoorde dat de man tegen [aangever] zei: “Omdraaien, omdraaien!”. Dit zei hij op een heel dreigende manier. Ik zag dat de man gelijk knietjes tegen [aangever] gaf. Ik zag dus dat hij met zijn knieën in [aangever] zij trapte. Ik ben de dijk opgerend om hulp te halen. Er kwamen twee auto's aanrijden. Op dat moment zag ik dat die man, die gekleed was als motoragent, naar boven kwam rennen. Ik zag hierop dat de man de rechter voorportier van die auto opentrok en zich op de passagiersstoel liet vallen, terwijl de auto al reed. Ik zag dat de auto wegreed in de richting van [plaats ] . De handschoenen en het vel papier waarmee hij had staan te zwaaien vond ik terug bij de trap.
Door dit voorval ben heel erg geschrokken. Ook onze kinderen waren heel erg geschrokken.
3.Een proces-verbaal van verhoor d.d. 18 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als de op 18 april 2008 afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van
[betrokkene 2]:
Vanmorgen zag ik dat [aangever] (het hof begrijpt gelet op bewijsmiddel 1: [aangever] ) uit de keuken naar buiten kwam. Ik zag dat zijn handen voor zijn lichaam met een tiewrap vastgebonden waren. Ik zag ook dat zijn ogen rood en opgezwollen waren. Ik zag dat hij in paniek was.
Over het petje dat die man verloren had, kan ik vertellen dat een van de dochters het petje heeft vastgehad en ikzelf heb het vastgepakt. Ik heb het petje bij de handschoenen gelegd. Deze handschoenen waren van de nepagent die hij bij zich had en later heeft laten liggen. Er zijn twee tiewraps gevonden. Een losse en een waar [aangever] mee vastgebonden was. Een lag in de woning.
4.Een proces-verbaal van verhoor d.d. 18 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als de op 18 april 2008 afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van
[betrokkene 3]:
Op 18 april 2008 omstreeks 07.50 uur ben ik over de [a-straat ] richting [plaats ] gereden. Ter hoogte van het derde of vierde huis zag ik een vrouw de stoep van een woning op komen rennen. Ik hoorde dat zij schreeuwde: "Bel de politie" of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat een man gekleed in een politie-uniform van een motorrijder de rijbaan opliep en met beide armen boven zijn hoofd zwaaiende bewegingen maakte. Kennelijk deed hij dat om mij te laten stoppen, wat ik ook deed. Ik zag dat de man gekleed was in een zwart lederen broek. Daarboven droeg hij een witte jas met oranje schouderstukken, zoals een motorrijder van de politie in mijn ogen altijd gekleed is. De man had geen handschoenen bij zich. De man stond aan de rechterzijde van het voertuig en hij opende het niet afgesloten rechter voorportier. Ik stond op dat moment nog niet helemaal stil. De politieagent stapte in en zei tegen mij dat ik hard weg moest rijden. Ik hoorde dat hij zei: "Hard rijden". Ik hoorde dat de man tegen mij zei: “Als je doet wat ik zeg, gebeurt er niets", althans woorden van gelijke strekking. Ik had besloten om te doen wat de man van mij vroeg. De man droeg op het moment van instappen een zonnebril, zwart montuur. Op het moment van instappen droeg de man een zwart/bruine baard en zwart/bruine snor. Ik reed richting [plaats ] . De man is uitgestapt in [plaats ] .
5.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op 18 april 2008 omstreeks 16.30 uur werden wij, verbalisanten, aangesproken door de bewoner van de [b-straat 1] te [plaats ] . Hij verklaarde dat hij omstreeks 11.30 uur zijn tuin in was gelopen en een hem onbekende zwarte motorbroek achter zijn klikobak zag liggen. In de klikobak lag een rood/wit motorjack met op beide mouwen het politielogo. Ik, verbalisant, herkende deze jas als de dienstkleding die door de motorrijders bij de politie worden gedragen.
De melder trof in een van de jaszakken 2 zwarte tiewraps aan. Ik, verbalisant, heb de goederen ter plaatse in beslag genomen en met handschoenen aan verpakt in papieren zakken welke gebruikt worden bij de afdeling forensische opsporing.
Op de grond voor het tuinhek troffen wij, verbalisanten, een zwarte tiewrap.
6.Een proces-verbaal technisch sporenonderzoek d.d. 22 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op 18 april 2008 omstreeks 09.00 uur werd door ons, verbalisanten, een technisch sporenonderzoek ingesteld op de locatie [a-straat 1] te [plaats ] .
Bij dit onderzoek werden de navolgende sporen aangetroffen, inbeslaggenomen en als volgt gewaarmerkt:
Vindplaats spoor : baseballcap op trede trap
Kleur : zwart
DNA zegel : FMA155
Vindplaats spoor : 1 paar handschoenen op trede trap
Kleur : bruin
DNA zegel : FMA156
7.Een proces-verbaal technisch sporenonderzoek veiliggestelde goederen d.d. 22 april 2008 van Politie Hollands Midden […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 22 april 2008 werd door technisch rechercheur [betrokkene 4] , een technisch sporenonderzoek aan het navolgende veiliggestelde goed ingesteld.
VEILIGGESTELDE VOORWERP
Een politiemotorjack
Dit onderzoek vond plaats naar aanleiding van een poging tot overval gepleegd op 18 april 2008 ten nadele van [aangever] .
Bij dit onderzoek werden de navolgende sporen aangetroffen, inbeslaggenomen en als volgt gewaarmerkt:
Spoornummer : GB1/1
Spooromschrijving : plakbaard
Vindplaats spoor : rechterzak motorjack
Bijzonderheden : motorjack achtergebleven [b-straat ] te [plaats ] .
Spoornummer : GB1/2
Spooromschrijving : huid
Bijzonderheden : genoemde plakbaard
DNA zegel : FMA160
8.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te ‘s-Gravenhage […] d.d. 12 september 2008, opgemaakt en ondertekend door de deskundige dr. R.J. Brink, DNA-deskundige […]. Dit rapport houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van deze deskundige:
Ontvangen van Regiopolitie Hollands-Midden
Via [betrokkene 4]
Datum ontvangst 5 juni 2008
Een baseball petje [FMA155]
Bloed en biologische contactsporen
De binnenrand aan de voorzijde van het baseball petje is bemonsterd [FMA155]. De bemonstering is veiliggesteld als [FMA155]#1 voor een DNA-onderzoek.
Een plakbaard [FMA160]
Bloed en biologische contactsporen
Een deel van de plakbaard [FMA160] is veiliggesteld als [FMA160]#1 voor een DNA-onderzoek. De achterzijde van het resterende deel van de plakbaard is bemonsterd en veiliggesteld als [FMA160]#2.
9.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te ‘s-Gravenhage […] d.d. 7 april 2022, opgemaakt en ondertekend door de deskundige dr. B. Kokshoorn, DNA-deskundige. Dit rapport houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van deze deskundige:
Onderzoeksmateriaal
In 2008 is reeds een onderzoek naar biologische sporen en DNA in deze zaak uitgevoerd. Bij dit onderzoek zijn drie sporendragers onderzocht, te weten een baseball petje FMA155 en een plakbaard FMA160. Van alle bemonsteringen van deze sporendragers zijn DNA-extracten op het NFI bewaard gebleven.
Voor onderzoek naar biologische sporen zijn op 1 maart 2022 de volgende sporendragers ontvangen:
- Bruine handschoenen FMA156;
In deze zaak is referentiemateriaal beschikbaar van:
- Slachtoffer [aangever] ;
- Verdachte [verdachte] (geboren op [geboortedatum] 1967).
Vraagstelling
Het doel van dit onderzoek is vaststellen of de bemonsteringen DNA bevatten van verdachte [verdachte] en/of andere personen en, zo ja, van wie dit DNA afkomstig kan zijn.
Tevens is verzocht om de handschoenen FMA156 te onderwerpen aan een onderzoek naar biologische sporen en DNA. Het doel hiervan is vaststellen of op de sporendragers DNA aanwezig is en, zo ja, van wie dit DNA afkomstig is.
Onderzoek naar biologische sporen
Bruine handschoenen FMA156
De handschoenen zijn bemonsterd gericht op het verzamelen van latente DNA-sporen van de drager van de handschoenen (de binnenzijde) en op het verzamelen van latente DNA-sporen van een persoon die de handschoenen alleen vast heeft gehad (de buitenzijde). De volgende bemonsteringen zijn veiliggesteld voor een DNA-onderzoek:
- FMA156#02 linkerhandschoen, buitenzijde handpalm
- FMA156#03 rechterhandschoen, buitenzijde handrug
- FMA156#04 rechterhandschoen, buitenzijde handpalm
- FMA156#05 linkerhandschoen, gehele binnenzijde
- FMA156#06 rechterhandschoen, gehele binnenzijde
DNA-onderzoek
De DNA-extracten van de in 2008 veiliggestelde bemonsteringen zijn onderworpen aan een aanvullend DNA-onderzoek:
FMA160#01 bemonstering van de plaksnor
FMA160#02 bemonstering van de plakbaard
FMA160#01 en #02 van de plakbaard
Dit betreft een (afgeleid) DNA-profiel waarvan is aangenomen dat alle DNA-kenmerken van één persoon afkomstig zijn. Voor dergelijke DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon ermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is. Daarom geldt voor de overeenkomsten met het DNA-profiel van [verdachte] :
Het afgeleide DNA-hoofdprofiel FMA160#01 is
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer de relatief grote hoeveelheid DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer de relatief grote hoeveelheid DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan [verdachte] verwante) persoon.
DNA-profiel FMA160#02 is
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan [verdachte] verwante) persoon.
FMA156#02 Handschoen links palmzijde
DNA-profiel FMA156#02 kan afkomstig zijn van één man;
- verdachte [verdachte] .
FMA156#03 Handschoen rechts rugzijde
DNA-profiel FMA156#03 kan afkomstig zijn van één man;
- verdachte [verdachte] .
FMA156#04 van de buitenzijde van de palm van de rechterhandschoen
DNA-profiel FMA156#04 is
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen.
FMA156#05 van de binnenzijde van de linkerhandschoen
DNA-mengprofiel FMA156#05 is
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen.
FMA156#06 van de binnenzijde van de rechterhandschoen
DNA-mengprofiel FMA156#06 is
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen.
10.Een proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 19 december 2013 van Politie Amsterdam-Amstelland […]. Dit proces-verbaal houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 19 december 2013 werd door mij, verbalisant, als forensisch onderzoeker op verzoek van Politie Hollands Midden een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een bedreiging gepleegd op 18 april 2008.
Hierbij werd mij verzocht om een biologisch sporenonderzoek uit te voeren aan onderstaande sporendrager:
Object : kleding (Motor)
Aantal/eenheid : 1 jack
Merk/type : politie
SIN : AAGN1614NL
Onderzoek
De sporendrager is bemonsterd.
De volgende sporen werden in het belang van nader onderzoek veiliggesteld:
SIN : AAGK2512NL
Plaats veiligstellen : kraag aan binnenzijde van jack
SIN : AAGK2513NL
Plaats veiligstellen : rechtermanchet aan binnenzijde van jack
Afhandeling
De bemonsteringen worden overgedragen aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag voor een nader DNA-onderzoek.
11.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te ‘s-Gravenhage […] d.d. 20 januari 2014, opgemaakt en ondertekend door de deskundige ing. J.H.C. Gits, DNA-deskundige […]. Dit rapport houdt onder meer in:
als relaas – zakelijk weergegeven – van deze deskundige:
Datum aanvraag 19 december 2013
DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval gepleegd in [plaats ] op 18 april 2008.
DNA-onderzoek
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een standaard DNA-onderzoek:
AAGK2512NL#01 een bemonstering (
van de kraag van de binnenzijde van jack AAGN1614NL)
AAGK2513NL#01 een bemonstering (
van de rechtermanchet van de binnenzijde, van jack AAGN1614NL)
Resultaten, interpretatie en conclusie:
SIN
Beschrijving DNA-profiel/
celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAGK2512NL#01
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen, waarvan minimaal één man [verdachte] (zie ‘DNA-databank’) en minimaal twee andere personen
niet berekend
(zie ‘DNA-databank’)
AAGK2513NL#01
onvolledig DNA-mengprofiel van minimaal twee personen, waarvan minimaal één man [verdachte] en minimaal één andere persoon
niet berekend