Conclusie
Nummer24/02449
Inleiding
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid, en artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet", veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van het voorarrest conform artikel 27 lid 1 Sr. Daarnaast heeft het hof enkele voorwerpen onttrokken aan het verkeer en een geldbedrag van € 12.250,- verbeurdverklaard.
Het eerste middel
Verder heeft het hof acht geslagen op het hem betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 3 april 2024. Daaruit volgt dat hij eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder een veroordeling in 2005 voor overtreding van de Opiumwet. De verdachte is daarvoor veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden. Deze veroordeling dateert weliswaar van zeer lange tijd geleden, maar toont anderszins wel aan dat de verdachte geen onbeschreven blad is op het gebied van de Opiumwet en dat deze veroordeling hem er kennelijk niet van heeft weerhouden zich jaren laten opnieuw schuldig te maken aan dergelijk strafbaar feit.”
een werkstraf van zestig uren, subsidiair dertig dagen hechtenis, en dat dit vonnis op 16 november 2005 onherroepelijk is geworden.
Het tweede middel
De bespreking van het middel
Het inbeslaggenomen geldbedrag van € 12.250,00, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu er aanwijzingen zijn dat het voorwerp geheel of grotendeels door middel van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is verkregen. De verklaring van verdachte dat dit geld afkomstig is en uit en bestemd is voor de autohandel acht het hof ongeloofwaardig, nu verdachte wordt aangemerkt als deelnemer van een criminele organisatie gericht op een lab waarin synthetische drugs zijn geproduceerd, hij daarin een financieel aandeel had en voorts gelet op het aantal ongebruikelijke coupures dat is aangetroffen, waaronder biljetten van 500 euro (map 16, p. 3472-3473). Ook kan het geldbedrag, gelet op deze ongebruikelijke coupures, bestemd zijn voor het plegen van (andere) misdrijven. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte, voor zover daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.”
voorwerpen die aan de veroordeelde toebehoren of die hij geheel of ten dele ten eigen bate kan aanwenden en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen”. Het gaat om voorwerpen die (geheel of ten dele) kunnen worden aangemerkt als het product of de opbrengst van het bewezen verklaarde feit. [1] De vatbaarheid voor verbeurdverklaring hoeft niet te blijken uit bewijsmiddelen, maar moet wel berusten op gegevens die zijn gebleken bij het onderzoek ter terechtzitting. [2]
hij in de periode van 13 juni 2019 tot en met 3 juli 2019 in na te noemen plaatsen heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie bestond uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte, en na te noemen personen, te weten
het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en
het plegen van voorbereidings- of bevorderingshandelingen zoals bedoeld in artikel 10A eerste lid van Opiumwet.”