ECLI:NL:PHR:2025:618
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verzoek om afgifte van stukken op grond van art. 843a Rv in arbeidsrechtelijke context
In deze zaak, die zich afspeelt in het arbeidsrecht, heeft de eiseres tot cassatie, aangeduid als [Werkneemster], een verzoek ingediend op basis van artikel 843a Rv (oud) voor de afgifte van bepaalde stukken. Dit verzoek werd afgewezen door het hof, dat oordeelde dat er geen rechtmatig belang bestond voor de afgifte van de gevraagde documenten. De eiseres stelde dat de stukken relevant waren voor haar hoger beroep in een parallelle zaak, waarin het ging om de ontbinding van haar arbeidsovereenkomst en de toekenning van een billijke vergoeding. Het hof verwees naar zijn eerdere beslissing in de hoofdzaak, waarin het had geoordeeld dat er geen causaal verband was tussen de onzorgvuldige klachtenafhandeling door een extern bureau en de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De eiseres voerde aan dat het hof onterecht had geoordeeld dat er geen rechtmatig belang was bij de afgifte van de stukken, maar het hof bleef bij zijn standpunt. De Procureur-Generaal concludeerde tot verwerping van het cassatieberoep, omdat de klachten van de eiseres niet konden slagen. De zaak illustreert de strikte eisen die aan het rechtmatig belang voor de afgifte van stukken worden gesteld in het kader van artikel 843a Rv.