ECLI:NL:PHR:2025:416

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
22/04745
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan autodiefstallen met bewijs- en motiveringklachten

In deze zaak is de verdachte, geboren in 1977, bij arrest van het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf wegens medeplichtigheid aan autodiefstallen. De verdachte heeft samen met een medeverdachte, die op 10 oktober 2018 een Volkswagen Multivan heeft gestolen, een actieve rol gespeeld door de medeverdachte naar de plaats van de diefstal te brengen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 en 10 oktober 2018 betrokken was bij de autodiefstallen, waarbij hij de medeverdachte hielp door hem naar de voertuigen te vervoeren. De verdachte heeft geen verifieerbare verklaring afgelegd die zijn betrokkenheid ontkracht. Het hof heeft de bewijsvoering gebaseerd op camerabeelden en getuigenverklaringen, die de rol van de verdachte in de diefstallen bevestigen. De verdachte heeft cassatie ingesteld, maar het middel faalt omdat het hof voldoende bewijs heeft gevonden voor de medeplichtigheid. De Procureur-Generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de opgelegde gevangenisstraf, maar niet van de veroordeling zelf, omdat de redelijke termijn in cassatie is overschreden. De zaak heeft geleid tot een vermindering van de gevangenisstraf, maar de veroordeling blijft staan.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer22/04745
Zitting8 april 2025
CONCLUSIE
M.E. van Wees
In de zaak
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: de verdachte.
Inleiding
1.1 De verdachte is bij arrest van 13 december 2022 door het gerechtshof Amsterdam wegens 1 subsidiair en 4 subsidiair "medeplichtigheid aan diefstal", veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarnaast de onttrekking aan het verkeer van diverse in beslag genomen voorwerpen bevolen, de teruggave aan de verdachte van een aantal in beslag genomen voorwerpen gelast, een vordering van de benadeelde partij toegewezen en in dat verband een schadevergoedingsmaatregel opgelegd en een benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. [1]
1.2 Er bestaat samenhang met zaak 22/04744. In deze zaal zal ik vandaag ook concluderen.
1.3 Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en D.L.A.M. Pluijmakers, advocaat in Almere, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel
2.1 Het middel komt met diverse bewijs- en motiveringsklachten op tegen het onder 1 subsidiair en onder 4 subsidiair bewezenverklaarde.
2.2 Het hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:

1. subsidiair
[medeverdachte] , op 10 oktober 2018 te [plaats] , een Volkswagen Multivan ( [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, bij het plegen van welk misdrijf de verdachte op 10 oktober 2018 te [plaats] , opzettelijk behulpzaam is geweest, door als bestuurder van een personenauto [medeverdachte] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen en naast het weg te nemen voertuig te parkeren;
4. subsidiair
[medeverdachte] , op 5 oktober 2018 te [plaats] , een Volkswagen Multivan ( [kenteken] ), toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, bij het plegen van welk misdrijf de verdachte op 5 oktober 2018 te [plaats] , opzettelijk behulpzaam is geweest, door als bestuurder van een personenauto [medeverdachte] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen.”
2.3 De bewezenverklaringen steunen onder meer op de volgende bewijsmiddelen:

“Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde

1. Een proces-verbaal van aangifte van 11 oktober 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, (…).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 11 oktober 2018 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van
[benadeelde 1] :
Ik doe aangifte van diefstal. Ik ben eigenaar van een personenauto van het merk Volkswagen Multivan, voorzien van [kenteken] . Op 6 oktober 2018 heb ik mijn Volkswagen Multivan geparkeerd op een parkeerplaats van [A] te [plaats] . Op 10 oktober 2018 kreeg ik via de GPS-tracker de melding dat de Volkswagen in beweging was. Op 11 oktober 2018 zag ik dat deze weg was.
2. Een proces-verbaal van bevindingen van 15 november 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, (…).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van de verbalisant:
Ik heb een onderzoek ingesteld naar de beelden van de diefstal gepleegd op 10 oktober 2018 bij het [A] [het hof begrijpt: te [plaats] ]. Vier camera's hebben beelden opgenomen tijdens de diefstal.
De twee verdachten die in beeld komen, herken ik als [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] , en [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum] 1975 te [plaats] .
Tevens herken ik, verbalisant, de betrokken BMW 7 Serie (E65) met [kenteken] als zijnde het voertuig van [verdachte] . Bij navraag in het RDW bleek dit voertuig ten tijde van de diefstal ook op naam van [verdachte] geregistreerd te staan.
Beschrijving beelden [A] 10 oktober 2018
Om 14.51 uur komt een BMW 7 Serie middels de slagboom het parkeerterrein van het [A] hotel oprijden. Te zien is dat [verdachte] achter het stuur zit en er op de bijrijdersstoel een tweede persoon zit. De BMW 7 Serie rijdt over de parkeerplaats en parkeert om 14.53.33 uur achteruit naast een Volkswagen Multivan, voorzien van [kenteken] . Te zien is dat er een persoon om 14.55.13 uur een persoon 14.55.13 uur een persoon aan de achterzijde van de Multivan handelingen verricht. Om 14.56.21 uur verschijnt [medeverdachte] enkele seconden aan de voorzijde van de Volkswagen Multivan en BMW 7 Serie in beeld. Óm 15.01.37 uur rijdt de, BMW 7 Serie het parkeerterrein af en slaat rechts af. Hier direct achteraan rijdt de Volkswagen Multivan met [kenteken] .
15.02.28 uur komt de BMW 7 het beeld in rijden. Te zien is dat [verdachte] in het voertuig achter het stuur zit en dat de bijrijdersstoel leeg is. Het voertuig verlaat het parkeerterrein middels de slagboom en slaat vervolgens rechts af en verdwijnt om 15.03.09 uur rechts uit beeld. Om 15.03.29 uur komt in beeld de gestolen Volkswagen Multivan met [kenteken] aanrijden. Te zien is dat [medeverdachte] achter het stuur zit en dat de bijrijdersstoel leeg is. Het voertuig verlaat het parkeerterrein middels de slagboom en slaat vervolgens rechts af.

Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde

3. Een proces-verbaal van aangifte van 6 oktober 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, (…).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 6 oktober 2018 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van
[benadeelde 2]:
Ik doe namens [benadeelde 3] aangifte van diefstal van een Volkswagen Multivan met [kenteken] . Op 5 oktober 2018 parkeerde ik onze auto op het [a-straat] te [plaats] . Toen ik op 6 oktober 2018 bij de parkeerplek van de auto kwam zag ik dat deze verdwenen was. Onze auto is voorzien van een track&trace systeem. Direct heeft mijn man ingelogd. In het systeem kon hij zien dat de auto op 5 oktober 2018 is weggenomen. Verder zagen wij dat de auto moest staan op de [b-straat] te [plaats] .
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 7 november 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, (…).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van de verbalisant:
Ik heb een onderzoek ingesteld, naar de beelden van de diefstal van een auto gepleegd op 5 oktober 2018 [het hof begrijpt; te [plaats] ]. De camerabeelden van de diefstal worden in dit proces-verbaal beschreven. De verdachte die in beeld komt en de diefstal pleegt, herken ik als [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum] 1985 te [plaats] .
Camera 1, Fisheye Noord
Op een gegeven moment komt van links een BMW 7 Serie naar rechts het beeld in rijden en stopt verderop in de straat. Vervolgens rijdt de BMW 7 Serie verder en verdwijnt uit beeld. Daarna komt [medeverdachte] vanaf de straat waar de BMW 7 Serie gestopt is tussen de auto's door het trottoir op lopen en stopt hij heel even bij de achterzijde van de geparkeerde Volkswagen Multivan. Vervolgens loopt hij verder langs het pand naar de ingang. Daar kijkt hij naar binnen en loopt vervolgens weer terug naar de Volkswagen Multivan. Hij bukt bij de achterzijde van de bus en verricht diverse handelingen. Vervolgens loopt hij bij de bus vandaan in zuidelijke richting, loopt hij wederom tussen de auto's door de straat op en verdwijnt uit beeld. Te zien is dat er een voertuig aan komt rijden uit zuidelijke richting, welke de BMW 7 Serie blijkt te zijn. Even later komt de BMW 7 Serie rijdend van rechts naar links in beeld en verdwijnt vervolgens weer uit beeld. [medeverdachte] komt vanuit noordelijke richting weer het beeld in lopen. Hij loopt direct door naar de Volkswagen Multivan en komt daar aan bij het bestuurdersportier. Te zien is dat de binnenverlichting gaat branden. Te zien is dat hij diverse handelingen verricht. Te zien is dat het bestuurdersportier open is en dat [medeverdachte] plaatsneemt op de bestuurdersstoel. De Volkswagen Multivan rijdt vervolgens met hoge snelheid weg.
Camera 3, Doorbid Kantoor
BMW 7 Serie met opvallende "vijfspaaks" velgen komt in beeld en rijdt weer uit beeld.
5. Een proces-verbaal van bevindingen van 2 november 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren, (…).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van de verbalisanten:
Wij bekeken de camerabeelden van het [B] hotel, gelegen aan de [b-straat] te [plaats] , Wij bekeken deze beelden naar aanleiding van een diefstal personenauto, voorzien van [kenteken] , welk op 5 oktober 2018 gepleegd is in de [a-straat] te [plaats] .
Bevinding camera 192.168.62.11 ch3 2018100521137 (parkeerplaats)
Op 5 oktober 2018 zien wij dat het gestolen voertuig, een Volkswagen, type Multivan, voorzien van [kenteken] het zicht van de camera in komt rijden.
Om 21.31.47 uur zien wij een man het beeld in komen lopen die wij ambtshalve herkennen als [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum] 1985 te [plaats] . Wij herkennen [medeverdachte] aan zijn kale hoofd, korte gedrongen postuur, mank uitziende loopje.
Nadat het gestolen voertuig tussen de camera’s geplaatst is, hebben wij alleen [medeverdachte] voorbij zien lopen.
Bevinding camera 192.186.62.10 ch3 2018006190006 (parkeerplaats)
Wij, zien dat op 6 oktober 2018 een BMW 7 serie het beeld in komt rijden. Wij zien dat er in verhouding tot de BMW opvallend veel ruimte tussen de spaakvelgen zit. Wij zien dat de bestuurder uit het voertuig stapt. Wij zien dat de bestuurder richting de camera komt lopen. Wij herkennen deze man aan de hand van zijn signalement ambtshalve als [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1955 te [geboorteplaats] .
Enige tijd later zien wij [medeverdachte] het beeld in komen lopen. Wij zien dat [medeverdachte] naar een Volkswagen Caddy toe loopt. Wij zien [medeverdachte] voor ongeveer 5 seconden bij het voertuig staan en weer omkeren. Wij zien [medeverdachte] weer richting het terras lopen. Even later zien wij [verdachte] in beeld verschijnen. Wij zien dat [medeverdachte] en [verdachte] contact maken, dit doordat zowel [verdachte] als [medeverdachte] de gezichten naar elkaar keren.
Wij zien vervolgens [medeverdachte] het beeld uit lopen en [verdachte] erachter aan. Vervolgens zien wij [verdachte] het camerabeeld in komen. Enkele meters achter [verdachte] zien, wij [medeverdachte] uit de zelfde richting als [verdachte] het camerabeeld in komen lopen. Wij zien [medeverdachte] en [verdachte] naar de witkleurige Volkswagen Caddy toe lopen. Wij zien, nadat zij aangekomen zijn, dat [verdachte] voor het raam aan de bestuurderszijde gaat staan. Wij zien [verdachte] met zijn gezicht richting het voertuig en zijn rug richting het camerabeeld staan. Kennelijk is hij in gesprek met de bestuurder van de witkleurige Volkswagen Caddy. Wij zien [medeverdachte] achter, en vervolgens naast [verdachte] , staan. Wij zien dat [verdachte] tijdens, het praten druk met zijn handen zwaait. Wij zien vervolgens het portier van de bestuurder van de witkleurige Volkswagen Caddy open gaan. Dan zien wij een man met een zwarte jas uit de Volkswagen Caddy stappen. Op hetzelfde moment zien wij achter de Volkswagen Caddy een man komen lopen, die kennelijk is uitgestapt aan de passagierszijde.
Wij dat één van deze twee mannen instapt aan de bestuurderszijde van de wit kleurige Volkswagen Caddy.
Bevinding camera 192.186.62.10 ch3 2018006200002 (parkeerplaats)
Wij zien [verdachte] voor de witkleurige Volkswagen Caddy naar zijn grijskleurige BMW 7, type E65 serie toe lopen. Wij zien hem vervolgens instappen aan de bestuurderszijde. Wij zien daarna [medeverdachte] in de BMW 7 serie aan de passagierszijde instappen.
Vervolgens zien wij de gestolen Volkswagen Multivan het beeld in komen rijden. Wij zien dat op het zelfde moment de Volkswagen Caddy met de bestuurder, met wie de verdachten eerder in gesprek waren, gaat rijden. Wij zien dat de gestolen Volkswagen Multivan achter de Volkswagen Caddy het cameragebied uit rijdt in de richting van de in- dan wel uitgang. Wij zien de grijskleurige BMW 7 serie met [verdachte] als bestuurder en [medeverdachte] aansluiten achter de gestolen Volkswagen Multivan.
Bevinding camera 192.186.62.10 ch4 2018006200004 (uitrit)
Wij zien de Volkswagen Caddy komen rijden. Wij zien dat de bestuurder zijn kaartje presenteert in de parkeerautomaat. Wij zien dat de slagboom open gaat en dat de Volkswagen Caddy naar buiten rijdt. Wij zien dat de gestolen Volkswagen Multivan achter de Volkswagen Caddy aan rijdt. Als laatste voertuig zien wij de BMW 7 serie met [verdachte] als bestuurder aan komen rijden. Wij zien dat [verdachte] zijn parkeerkaart presenteert in de parkeerautomaat. Wij zien dat de slagboom open gaat en dat [verdachte] in de BMW 7 serie weg rijdt.

Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 en 4 bewezenverklaarde

6. Een proces-verbaal van bevindingen van 13 december 2018, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, (…).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van de verbalisant:
Naar aanleiding van de diefstal Volkswagen Multivan [kenteken] op vrijdag 5 oktober [het hof begrijpt: 2018] op het [a-straat] te [plaats] heb ik, verbalisant, een onderzoek ingesteld naar het voertuig waar [medeverdachte] uit is gestapt. Dit betreft een BMW 7 serie, model E65 met opvallend grote en specifieke velgen. Het betreft zogenaamde "vijfspaaksvelgen". Vervolgens heb ik verbalisant een onderzoek ingesteld in de mij ter beschikking staande politiesystemen. Middels bevraging bij het RDW heb ik de volgende gegevens verkregen: BMW 7 Serie met [kenteken] op naam van [verdachte] , geboren [geboortedatum] /1977 te [geboorteplaats] .
Vervolgens heb ik, verbalisant, op 12 oktober [het hof begrijpt: 2018] een onderzoek ingesteld op een verblijfadres van [verdachte] , namelijk de [c-straat] te [plaats] . Hier trof ik de BMW 7 serie, model E65 met [kenteken] op naam van [verdachte] aan. Tevens zag ik dat de kleur van het voertuig en de opvallende velgen een meer dan geringe gelijkenis vertonen met de BMW 7 serie, welke op de camerabeelden [a-straat] te [plaats] te zien zijn. Op de camerabeelden van het [B] hotel op de [b-straat] te [plaats] van zaterdag 6 oktober [het hof begrijpt: 2018] is te zien dat [verdachte] in deze BMW 7 serie, model E65 de parkeerplaats op komt rijden. Later is te zien dat na de overdracht van de gestolen Volkswagen Multivan [kenteken] , [medeverdachte] bij [verdachte] als bijrijder in de BMW 7 serie instapt en dat deze tegelijkertijd de parkeerplaats verlaten.
Op 10 oktober 2018 bleek er bij het [A] een diefstal van een Volkswagen Multivan met [kenteken] te hebben plaatsgevonden (PL1300-201820693 5).
Hierbij is wederom gebruik gemaakt van de BMW 7 serie van [verdachte] . Te zien is dat [verdachte] de bestuurder van de 7 serie is en dat het [kenteken] betreft. De opvallende vijfspaaksvelgen komen wederom duidelijk in beeld.
7. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 11 juli 2018, opgemaakt door opsporingsambtenaar [verbalisant 1] , (…).
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2018 is bij [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] , het volgende inbeslaggenomen:
Volgnummer 4
Object: Sleutel (Loper)
Bijzonderheden: Opschrift hu66 lishi china
(…)
16. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 31 januari 2019, opgemaakt door opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , (…).
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 21 januari 2019 is tijdens een doorzoeking op de [c-straat 1] te [plaats] [het hof begrijpt: het adres van de [verdachte] ] het volgende inbeslaggenomen:
Volgnummer 1
Object: Sleutel (Loper)
Serienummer: HU66
Bijzonderheden: Knipsleutel t.b.v: voertuigen incl. chip
17. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 21 januari 2019, opgemaakt door opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , (…).
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 21 januari 2019 is tijdens een doorzoeking op de [c-straat 1] te [plaats] [het hof begrijpt: het adres van de [verdachte] ] het volgende inbeslaggenomen:
Volgnummer 1
Bijzonderheden: Immo bypass device [een apparaat om de startonderbreking van een voertuig te omzeilen].
18. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 21 januari 2019, opgemaakt door opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , (…).
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 21 januari 2019 is tijdens een doorzoeking op de [c-straat 1] te [plaats] [het hof begrijpt: het adres van de [verdachte] ] het volgende inbeslaggenomen:.
Volgnummer 1
Object: Computer
Merk/type: Rf If Antenna
Bijzonderheden: Vag groep [het hof begrijpt: de Volkswagen-Audi-Groep] edilock Itd [het hof begrijpt: apparatuur dienstig aan het openen van sloten van voertuigen van de Volkswagen-Audi-groep]
19. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 31 januari 2019, opgemaakt door opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , (…).
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 21 januari 2019 is tijdens een doorzoeking, op de [c-straat 1] te [plaats] [het hof begrijpt: het adres-van de [verdachte] ] het volgende inbeslaggenomen:
Volgnummer 1
Object: Sleutel (Loper)
Merk/type; Hu66 blank
Bijzonderheden: Blanke hu66 & "rond" onderdeel
20. Een proces-verbaal Sporenonderzoek van 24 oktober 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde pagina’s 0376 tot en met 0378.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van de verbalisant:
Omschrijving HD66 knipsleutels
Mij is ambtshalve bekend dat het met HU66 sleutels mogelijk is om een autosleutel van voertuigen uit, de VAG groep [het hof begrijpt: de Volkswagen-Audi-Groep] na te maken, De cilinder in personenauto's bestaat vaak uit acht plaatjes die, met behulp van de juiste sleutel, op de goede hoogte geplaatst kunnen worden. Met behulp van een zogeheten "keyreader" wordt de cilindercode van de cilinder in het linker voorportier uitgelezen. Deze uitgelezen code wordt vervolgens met een "keycutter" op blanco sleutels geknipt. Met deze sleutel kan de cilinder gedraaid en het slot geopend worden. Met behulp van de nagemaakte sleutel kan ook het contactslot bediend worden, maar kan de motor niet gestart worden. Voor het starten van het voertuig is een geprogrammeerde transponder nodig om de startonderbreking op te heffen. Een blanco transponder wordt vaak in het voertuig geprogrammeerd via de zogeheten OBD stekker en specifieke, programmeer apparatuur.”
2.4
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt - voor zover van belang - in:
“De oudste raadsheer deelt mede dat de betekenis van het Engelse woord ‘immobilizer' volgens het Van Dale woordenboek EN-NL een startonderbreker is en dat enig zoeken op internet met behulp van Google de informatie oplevert dat:
- een ‘immo bypass device’ - volgens de [internetsite] - bedoeld is voor het • opheffen van de immobiliteit-beveiliging van een auto, oftewel het omzeilen van dé startonderbreker;
- ‘Edilock ltd' - volgens de [internetsite] - een bedrijf is gespecialiseerd in het ontwikkelen van auto diagnose software, sleutelprogrammering, apparaten om immobilizer pin codes uit te lezen, kilometerteller correctie software en apparaten voor het omzeilen van de immobilizer van auto’s van de VAG Group [het hof begrijpt: de Volkswagen-Audi-Groep]. Verder is het bedrijf gespecialiseerd in het produceren van slotenmaker gereedschap voor het openen van auto's, in het destructief en niet-destructief openen van sloten en in het ontcijferen van alle soorten sloten.
[verdachte] vervolgt zijn verklaring:
Ik kon in principe in de tenlastegelegde periode autosleutels maken. Het zou kunnen dat ik sleutels, van Volkswagens kon maken. Dan had ik wel bepaalde apparatuur nodig en die had ik niet. Ik laat dat doen door een ander, er zijn genoeg bedrijven die dat wel kunnen, Als u, oudste raadsheer, van uw Volkswagen al uw sleutels kwijt bent, dan kan ik er in principe voor zorgen dat u weer in uw auto. kunt. Ik wil niet uitleggen hoe ik dat zou doen, want ik heb niets met de diefstallen te maken en anders wordt dat in mijn nadeel gebruikt, Als ik middelen zou hebben die in verband gebracht kunnen worden met autodiefstal, betekent dat nog niet dat ik met de tenlastegelegde autodiefstallen iets te maken heb. Ik kan niet naast een auto staan en met een antenne de sleutel uitlezen. Dat kan alleen met een sleutel. Mijn adres, waar de immo bypass device is gevonden, was de [c-straat] . Ik heb dat apparaat nooit gehad. Ik had alleen uitleesapparaten, waarmee je foutcodes uit auto’s kan lezen. (…) De inbeslaggenomen HU66-sleutels waren noodsleutels. Daarmee kan een sleutel worden gemaakt wanneer de oude kwijt is. Dat is elektronisch via een sleutelboer. Dan kan de deur open en dicht worden gedaan. Dat is niet digitaal. De klassieke tandjes moeten erin worden gezaagd. Ik had die HU66-sleutels met 100 procent zekerheid niet bij mij in de BMW. Ik heb al deze apparatuur wel, maar ik heb geen sleutel om te laten maken. Ik kan ook een aircopomp op een auto zetten, maar ik kan hem niet vullen. Een ander heeft ook altijd blanco sleutels op voorraad. Ik heb me er op een later moment in verdiept, maar ik kon het toen nog niet. Ik kocht toen ook veel auto’s in Duitsland.
Mr. Pluijmakers constateert dat de informatie opgenoemd door de oudste raadsheer onder meer afkomstig is van informatie verkregen via Google en niet van een deskundige. Voorts constateert hij dat de inbeslaggenomen goederen drie maanden na oktober 2018 zijn aangetroffen en dat dat niet hoeft te betekenen dat deze zouden zijn gebruikt bij de tenlastegelegde autodiefstallen.
(…)
Mr. Pluijmakers voert het woord tot verdediging inzake [verdachte] aan de hand van de op schrift gestelde pleitnotities. Deze worden aan het hof overgelegd en in het dossier gevoegd. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd, behalve hetgeen de griffier in de pleitnotities heeft doorgestreept, omdat mr. Pluijmakers die passages niet heeft voorgedragen. Daarnaast wijst mr. Pluijmakers op het volgende, waarbij de nummering correspondeert met de door de griffier in de overgelegde pleitnotities aangebrachte nummers op de plaats waar mr. Pluijmakers de desbetreffende aanvullende opmerking heeft gemaakt:
(…)
2. De meeste inbeslaggenomen goederen zijn op 21 januari 2019 aangetroffen. Dit was enkele maanden na de tenlastegelegde feiten. Ik begrijp dat mijn cliënt bevraagd wordt over deze goederen, maar we moeten opletten dat we geen deskundigen zijn op het gebied van autotechniek. Mijn cliënt repareert weliswaar auto’s en weet dat met sommige voorwerpen Volkswagens kunnen worden geopend, maar op basis daarvan kan niets worden vastgesteld. Ik zou dan graag willen horen hoe het mogelijk is om met een immobilizer een auto te starten. Wij moeten verre blijven van het vaststellen van enige relatie tussen de inbeslaggenomen goederen en de strafbare feiten.
3. De goederen die op 21 januari 2019 zijn aangetroffen en inbeslaggenomen, waren niet aanwezig bij de tenlastegelegde feiten.”
2.5
Het hof heeft in het bestreden arrest de volgende bewijsoverweging opgenomen:

“Bewijsoverwegingen

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het medeplegen van de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde autodiefstallen wettig en overtuigend bewezen kan worden door het toepassen van een schakelbewijsconstructie. Tussen de feiten bestaan immers belangrijke overeenkomsten. De gestolen auto was, steeds van het merk Volkswagen en in vier gevallen betrof het ook nog eens een Volkswagen Multivan. De verdachte was steeds samen met de [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) in de buurt van waar de diefstal wordt gepleegd. De verdachte kwam steeds aan in zijn auto en zorgde voor het transport van [medeverdachte] . [medeverdachte] knapte het vuile werk op en vertrok met de gestolen auto. Beide verdachten verlieten steeds nagenoeg tegelijkertijd de plaats delict. De verdachte wachtte namelijk steeds tot [medeverdachte] ook wegreed. De auto’s werden in bepaalde gevallen niet direct overgebracht naar een heler, maar eerst ‘koud gezet’, waarbij voor twee auto’s gold dat dat gebeurde op dezelfde parkeerplaats aan de [b-straat 1] te [plaats] . Twee auto’s werden bovendien buiten de Randstad gebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de verdachte integraal vrij te spreken. Daartoe is, kort gezegd, het volgende aangevoerd. Een veroordeling kan hier niet worden gebaseerd op het gebruik van schakelbewijs, waarvoor geldt dat de overeenkomende modus operandi voldoende specifiek moet zijn. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Vervolgens geldt dat de verdachte zijn betrokkenheid bij elke tenlastegelegde autodiefstal betwist en het dossier geen bewijsmiddelen biedt voor betrokkenheid of wetenschap van de verdachte anderszins, zodat hij ook bij een afzonderlijke beoordeling van de feiten integraal vrijgesproken dient te worden. Van medeplegen en medeplichtigheid kan ook geen sprake zijn, omdat uit de bewijsmiddelen niet volgt welke rol de verdachte in het geheel heeft gehad. Indien het hof aan de verdachte de rol van afzetter van [medeverdachte] toedicht, is ook dit onvoldoende om tot het bewijs van medeplichtigheid te komen, omdat het enkele afzetten van een persoon niet betekent dat de verdachte de wetenschap had dat deze persoon kennelijk daarna een voertuig zou stelen.
Oordeel van het hof
Niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte betrokken is geweest bij de autodiefstallen die zijn gepleegd op 11 juli 2018 en 6 augustus 2018, zodat hij van die diefstallen en de medeplichtigheid daaraan (en dus van het onder 2 en 3 tenlastegelegde) wordt vrijgesproken.
Dit geldt naar het oordeel van het hof echter niet voor de autodiefstallen die zijn gepleegd op 5 en 10 oktober 201 8. Dat oordeel berust op het volgende.
Op 5 oktober 2018 kwam een BMW 7 Serie aanrijden bij een parkeerplaats te [plaats] , alwaar een Volkswagen Multivan met [kenteken] stond geparkeerd. Op camerabeelden is te zien dat de BMW was voorzien van opvallende vijfspaaks velgen. Kort daarna kwam vanuit de richting waar de BMW was gestopt een persoon aanlopen, later herkend als zijnde [medeverdachte] . Deze persoon - [medeverdachte] - stopte heel even bij de achterkant van de Volkswagen Multivan, liep verder om daarna weer terug te lopen naar die auto. Hij bukte daarna bij de achterzijde van de Volkswagen Multivan en verrichtte diverse handelingen. Vervolgens liep hij weg en reed de BMW in en uit beeld. Éven later liep [medeverdachte] weer naar de Volkswagen Multivan, stapte in en reed hij weg. Op camerabeelden bij de parkeerplaats van het [B] hotel aan de [b-straat] te [plaats] is te zien dat [medeverdachte] de Volkswagen Multivan later die avond aldaar heeft geparkeerd. Op camerabeelden van die parkeerplaats van 6 oktober 2018 is te zien dat de verdachte aan kwam rijden in een BMW 7 Serie, met dezelfde soort opvallende velgen als die van de BMW op de camerabeelden van 5 oktober 2018. Ook is te zien dat [medeverdachte] en de verdachte even later interactie met elkaar en met twee andere mannen op de parkeerplaats hadden. Na deze interactie is te zien dat één van deze twee mannen de parkeerplaats in een Volkswagen Caddy verliet, direct gevolgd door de weggenomen Volkswagen Multivan, Meteen daarna hebben de verdachte en [medeverdachte] in de BMW de parkeerplaats verlaten.
Op 10 oktober 2018 kwam de verdachte om 14.51 uur met een bijrijder het parkeerterrein van het [A] Hotel te [plaats] oprijden in een BMW 7 Série. Deze BMW had opvallende vijfspaaksvelgen. De verdachte zat achter het stuur en de andere persoon zat op de bijrijdersstoel. De verdachte parkeerde de BMW om 14.53.33 uur naast een Volkswagen Multivan met [kenteken] . De andere persoon, later herkend als zijnde [medeverdachte] , heeft vervolgens handelingen verricht bij de Volkswagen Multivan. De verdachte is om 15.01.37 uur in de BMW het parkeervak uitgereden, direct gevolgd door de Volkswagen Multivan. Om 15:02:28 uur is bij de slagboom van het parkeerterrein te zien dat de verdachte achter het stuur van de BMW zat en dat er niemand naast hem op de bijrijdersstoel zat. Om 15.03.09 uur verdween hij uit beeld. Hier direct achteraan - om 15.03.29 uur - verliet de Volkswagen Multivan met [medeverdachte] achter het stuur het parkeerterrein. Beide auto’s gingen nadat zij onder de slagboom waren doorgereden rechtsaf.
Het vorenstaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht het hof redengevend voor de conclusie dat de verdachte op 5 en 10 oktober 2018 als medeplichtige betrokken is geweest bij de twee voornoemde autodiefstallen. Door [medeverdachte] naar de plaats van de weg te nemen voertuigen te brengen, onder de omstandigheden zoals hiervoor beschreven, heeft de verdachte zowel opzet gehad op het behulpzaam zijn bij het plegen van deze autodiefstalen, als opzet op het wegnemen door [medeverdachte] van de auto’s.
De verdachte heeft niet een verifieerbare, die redengevendheid ontzenuwende verklaring afgelegd. Zijn lezing van de feiten vindt haar weerlegging in de bewijsmiddelen. Aan de overtuiging van het hof dat de verdachte medeplichtig is geweest bij het plegen van de autodiefstallen van 5 en 10 oktober 2018 draagt bij dat hij en de medeverdachte in een korte periode samen betrokken zijn geweest bij meerdere autodiefstallen van Volkswagens en dat bij verschillende doorzoekingen is gebleken dat beiden in het bezit waren van voorwerpen die geschikt zijn voor het openen en wegnemen van Volkswagens zonder in bezit te zijn van de eigenlijke sleutel.
Van het strafverzwarende omstandigheid braak, verbreking en/of gebruik van een valse sleutel spreekt het hof de verdachte vrij, bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs daarvoor. Dit geldt ook voor de tenlastegelegde deelnemingsvorm medeplegen, omdat het hof niet heeft kunnen vaststellen dat de bijdrage van de verdachte aan de autodiefstallen van 5 en 10 oktober 2018 uitstijgt boven die van een medeplichtige.
Het hof acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als na te melden. Het hof verwerpt de tot vrijspraak strekkende verweren op die punten.”
2.6
Het hof heeft in de aanvulling op het arrest de volgende nadere bewijsoverwegingen opgenomen:

“Nadere bewijsoverwegingen

Dat een deel, van de hiervoor genoemde voorwerpen die geschikt zijn voor het openen en wegnemen van Volkswagens zonder in het bezit te zijn van de eigenlijke sleutel enkele maanden na de laatste bewezenverklaarde feiten zijn aangetroffen, neemt niet weg dat het aantreffen van deze voorwerpen bijdraagt aan de overtuiging van het hof, zoals in het verkorte arrest overwogen. Geen van beide verdachten heeft een verklaring afgelegd (laat staan deze van bewijsstukken voorzien) waarmee een begin van aannemelijkheid zou kunnen worden gegeven aan de gedachte dat zij ten tijde van de bewezenverklaarde feiten nog niet over deze voorwerpen beschikten. Het hof gaat er dan ook vanuit dat de verdachte en [medeverdachte] ook ten tijde van de bewezenverklaarde feiten over deze voorwerpen konden beschikken.
Het hof overweegt voorts dat de hiervoor vermelde bewijsmiddelen - ook in hun onderdelen -telkens zijn gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd zijn in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.”
2.7
Het middel komt met verschillende klachten op tegen (de motivering van) de bewezenverklaringen van (het opzet op) medeplichtigheid aan twee autodiefstallen.
2.8
Het hof heeft het bewijs dat de verdachte als medeplichtige betrokken is geweest bij de autodiefstallen op 5 en 10 oktober 2018 samengevat doen steunen op de volgende feiten en omstandigheden:
(i) de verdachte heeft op 5 en 10 oktober 2018 de [medeverdachte] naar de plaats van de weg te nemen voertuigen gebracht;
(ii) de verdachte en zijn medeverdachte zijn in een korte periode samen betrokken geweest bij meerdere autodiefstallen van Volkswagens;
(iii) bij verschillende doorzoekingen is gebleken dat de verdachte en de [medeverdachte] in het bezit zijn van voorwerpen die geschikt zijn voor het openen en wegnemen van Volkswagens zonder in het bezit te zijn van de eigenlijke sleutel;
(iv) de verdachte niet een verifieerbare, de redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft gegeven.
2.9
De steller van het middel richt eerst zijn pijlen op de hierboven onder (i) genoemde vaststelling van het hof dat de verdachte op 10 oktober 2018 de medeverdachte naar de plaats van het weg te nemen voertuig heeft gebracht. Aangevoerd wordt dat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat de [medeverdachte] de persoon is op de bijrijdersstoel in de auto van de verdachte.
2.1
Het hof heeft in verband met de diefstal van de Volkswagen op 10 oktober 2018 vastgesteld dat op de camerabeelden te zien is dat een BMW 7 serie aan komt rijden bij de parkeerplaats waar de weg te nemen Volkswagen Multivan staat geparkeerd. De verdachte zit achter het stuur en op de bijrijdersstoel zit een tweede persoon. Vanuit de richting waar de BMW 7 serie was gestopt, komt kort daarna een persoon aanlopen die later wordt herkend als de [medeverdachte] . Te zien is dat een persoon diverse handelingen verricht aan de achterzijde bij de Volkswagen Multivan, waarna [medeverdachte] enkele seconden aan de voorzijde van de Volkswagen Multivan en de BMW 7 serie verschijnt. Kort daarna rijdt de BMW 7 serie het parkeerterrein af en slaat rechtsaf. Achter het stuur zit de verdachte en de bijrijdersstoel is leeg. Direct daarachteraan rijdt de Volkswagen Multivan het terrein af. Te zien is dat de [medeverdachte] achter het stuur zit en dat de bijrijdersstoel leeg is.
2.11
Het hof heeft kennelijk op basis van deze uit de bewijsmiddelen voortvloeiende feiten en omstandigheden de conclusie van feitelijke aard getrokken en kunnen trekken dat de andere persoon in de BMW 7 serie de [medeverdachte] is. Het (mede) daarop gebaseerd oordeel van het hof dat de verdachte de [medeverdachte] op 10 oktober 2018 naar de plaats van het weg te nemen voertuig heeft gebracht, acht ik niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd. Daarbij neem ik in aanmerking dat de medeverdachte kort nadat de auto van de verdachte in beeld is geweest op de camerabeelden verschijnt en dat de verdachte en de medeverdachte direct na elkaar vertrekken.
2.12
De steller van het middel keert zich vervolgens tegen de in randnummer 2.8 onder (iii) genoemde omstandigheid, namelijk dat bij verschillende doorzoekingen is gebleken dat de verdachte en de [medeverdachte] in het bezit zijn van voorwerpen die geschikt zijn voor het openen en wegnemen van Volkswagens zonder in het bezit te zijn van de eigenlijke sleutel.
2.13
Uit de door het hof voor het bewijs gebezigde kennisgevingen van inbeslagneming volgt dat bij de verdachte op 11 juli 2018 een sleutel (bewijsmiddel 7, een loper met opschrift hu66 lishi china ) is aangetroffen. Op 21 januari 2019 zijn op het adres van de verdachte aangetroffen:
- een (knip)sleutel, te weten een loper met serienummer HU66 (bewijsmiddel 16)
- een Immo bypass device, naar de vaststelling van het hof een apparaat om de startonderbreking van een voertuig te omzeilen (bewijsmiddel 17),
- een computer, naar de vaststelling van het hof een Rf if Antenna, apparatuur dienstig aan het openen van sloten van voertuigen van de Volkswagen-Audi-groep (bewijsmiddel 18) en
- een sleutel, te weten een loper Hu66 blank (bewijsmiddel 19).
2.14
Het hof heeft in een nadere bewijsoverweging in de aanvulling op het arrest overwogen dat het ervan uit gaat dat de verdachte en [medeverdachte] ook ten tijde van de bewezenverklaarde feiten over deze voorwerpen konden beschikken, omdat geen van beide verdachten een verklaring heeft afgelegd (laat staan deze van bewijsstukken voorzien) waarmee een begin van aannemelijkheid zou kunnen worden gegeven aan de gedachte dat zij ten tijde van de bewezenverklaarde feiten nog niet over deze voorwerpen beschikten.
2.15
Dat oordeel acht ik niet onbegrijpelijk. Daarbij neem ik in aanmerking dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij “in principe in de tenlastegelegde periode autosleutels [kon] maken” en “als u, oudste raadsheer, van uw Volkswagen al uw sleutels kwijt bent, dan kan ik er in principe voor zorgen dat u weer in uw auto. kunt. Ik wil niet uitleggen hoe ik dat zou doen, want ik heb niets met de diefstallen te maken en anders wordt dat in mijn nadeel gebruikt.” Ik wijs er voorts op dat bij de verdachte ook voor de bewezenverklaarde data, namelijk op 11 juli 2018 een dergelijke sleutel is aangetroffen.
2.16
Het middel richt zich vervolgens tegen het oordeel van het hof dat de verdachte opzet heeft gehad op medeplichtigheid aan de twee autodiefstallen.
2.17
Het hof heeft, zoals gezegd, vastgesteld dat de verdachte de [medeverdachte] op 5 en 10 oktober 2018 naar de plek van de weg te nemen voertuigen heeft gebracht. Op 5 oktober is [medeverdachte] weggereden met de gestolen wagen. De dag daarna is de verdachte samen met [medeverdachte] wederom dichtbij deze wagen, terwijl zij contact hebben met mannen in een auto. Deze auto, de gestolen wagen en de verdachte rijden vervolgens tegelijkertijd weg. Op 10 oktober is het wederom [medeverdachte] die met het gestolen voertuig wegrijdt, tegelijkertijd met de verdachte. Het hof heeft bij zijn bewijsoordeel vervolgens betekenis toegekend aan de omstandigheid dat de verdachte en de medeverdachte in korte periode samen betrokken zijn geweest bij meerder autodiefstallen van Volkswagens. Ik begrijp deze overweging van het hof aldus dat het hof bij zijn bewijsoordeel betrekt dat de verdachte op 5 en 10 oktober 2018 dezelfde medeverdachte naar eenzelfde soort weg te nemen auto heeft gebracht. Het hof heeft daarnaast vastgesteld dat de verdachte en de medeverdachte in het bezit waren van voorwerpen die geschikt zijn voor het openen en wegnemen van Volkswagens zonder in het bezit te zijn van de eigenlijke sleutel. Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat deze in de bewijsmiddelen besloten liggende feiten en omstandigheden redengevend kunnen worden geacht voor het bewijs dat de verdachte medeplichtig is geweest aan twee autodiefstallen en dat, gelet daarop, van de verdachte mocht worden verlangd dat hij een geloofwaardige, hem ontlastende verklaring gaf. Bij het uitblijven van een dergelijke verklaring heeft het hof uit deze vaststellingen kunnen afleiden dat de verdachte zowel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn bij het plegen van deze autodiefstallen van Volkswagens als opzet op het wegnemen door de [medeverdachte] van deze auto’s. Dat oordeel acht ik niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
Afronding
3.
3.1
Het middel faalt. Het middel gaat over feiten waarvan de verdachte in eerste aanleg is vrijgesproken en daarom ligt afdoening op de voet van art. 81 lid 1 RO niet voor de hand. [2]
3.2
Ambtshalve merk ik op dat de Hoge Raad uitspraak zal doen nadat meer dan twee jaar is verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, zodat de redelijke termijn in cassatie als bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM is overschreden. Dat moet leiden tot vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van zes maanden. [3]
3.3
Verder heb ik ambtshalve geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
3.4
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft duur van de opgelegde gevangenisstraf en tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
plv. AG

Voetnoten

1.Gerechtshof Amsterdam 13 december 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3627 (parketnummer 23-001961-19).
2.HR 24 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:40.
3.HR 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2578.