ECLI:NL:GHAMS:2022:3627

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
23-001961-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan autodiefstallen in Amsterdam en Hoorn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van autodiefstallen, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van getuigenverklaringen en camerabeelden. De verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan autodiefstallen van verschillende Volkswagen voertuigen in de periode van oktober 2018. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de autodiefstallen op 5 en 10 oktober 2018, waarbij hij als bestuurder van een auto de medeverdachte naar de plaats van de diefstal bracht. De verdachte werd vrijgesproken van de autodiefstallen op 11 juli 2018 en 6 augustus 2018, omdat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid. Het hof oordeelde dat de verdachte medeplichtig was aan de diefstallen en legde een gevangenisstraf van 6 maanden op, met aftrek van voorarrest. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen voor de geleden schade door de autodiefstallen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001961-19
datum uitspraak: 13 december 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-018845-19 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1977,
adres: [adres01] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2022 en 29 november 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, waarbij de verdachte integraal is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep
De officier van justitie heeft onbeperkt hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis. Ter terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2022 heeft de advocaat-generaal medegedeeld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde; hij heeft het hof verzocht de officier van justitie voor wat betreft het onder 5 tenlastegelegde op grond van artikel 416, derde lid, Sv niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
Het hof leidt uit het bovenstaande af dat er bij het openbaar ministerie geen bezwaren bestaan tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak van het onder 5 tenlastegelegde. Daarom zal het hof, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te beschermen belang dat is gediend met de behandeling van dat feit, de officier van justitie gelet op het bepaalde in artikel 416, derde lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 5 tenlastegelegde.
Tenlastelegging
Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte – voor zover in hoger beroep inhoudelijk nog aan de orde – tenlastegelegd dat:

1.subsidiair[medeverdachte01] , op of omstreeks 10 oktober 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Multivan (gekentekend: [kenteken01] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde01] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel,

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 10 oktober 2018 te Hoofddorp, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • als bestuurder van een personenauto die [medeverdachte01] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen en/of
  • (vervolgens) naast het weg te nemen voertuig te parkeren en/of die [medeverdachte01] in de buurt van het weg te nemen voertuig af te zetten en/of
  • terwijl die [medeverdachte01] het weg te nemen voertuig openbreekt, op hem te wachten en/of voor afleiding te zorgen en/of daar op de uitkijk te staan en/of
  • die [medeverdachte01] die het weggenomen voertuig bestuurt, te begeleiden bij de aftocht na het misdrijf;

2.primairhij, op of omstreeks 11 juli 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Golf GTI (gekentekend: [kenteken02] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde02] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel;

2.subsidiair[medeverdachte01] ,, op of omstreeks 11 juli 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Golf GTI (gekentekend: [kenteken02] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde02] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel;

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 juli 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • als bestuurder van een personenauto die [medeverdachte01] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen en/of
  • (vervolgens) naast het weg te nemen voertuig te parkeren en/of die [medeverdachte01] in de buurt van het weg te nemen voertuig af te zetten en/of
  • terwijl die [medeverdachte01] het weg te nemen voertuig openbreekt, op hem te wachten en/of voor afleiding te zorgen en/of daar op de uitkijk te staan en/of
  • die [medeverdachte01] die het weggenomen voertuig bestuurt, te begeleiden bij de aftocht na het misdrijf;

3.primairhij, op of omstreeks 6 augustus 2018 te Haarlem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Multivan (gekentekend: [kenteken03] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer01] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel;

3.subsidiair

[medeverdachte01] ,, op of omstreeks 6 augustus 2018 te Haarlem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Multivan (gekentekend: [kenteken03] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer01] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 6 augustus 2018 te Haarlem, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • als bestuurder van een personenauto die [medeverdachte01] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen en/of
  • (vervolgens) naast het weg te nemen voertuig te parkeren en/of die [medeverdachte01] in de buurt van het weg te nemen voertuig af te zetten en/of
  • terwijl die [medeverdachte01] het weg te nemen voertuig openbreekt, op hem te wachten en/of voor afleiding te zorgen en/of daar op de uitkijk te staan en/of
  • die [medeverdachte01] die het weggenomen voertuig bestuurt, te begeleiden bij de aftocht na het misdrijf;

4.primairhij, op of omstreeks 5 oktober 2018 te Hoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Multivan (gekentekend: [kenteken04] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel;

4.subsidiair[medeverdachte01] , op of omstreeks 5 oktober 2018 te Hoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Volkswagen Multivan (gekentekend: [kenteken04] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen voertuig onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel, door gebruik te maken van een nagemaakte sleutel;

bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 5 oktober 2018 te Hoorn, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
  • als bestuurder van een personenauto die [medeverdachte01] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen en/of
  • (vervolgens) naast het weg te nemen voertuig te parkeren en/of die [medeverdachte01] in de buurt van het weg te nemen voertuig af te zetten en/of
  • terwijl die [medeverdachte01] het weg te nemen voertuig openbreekt, op hem te wachten en/of voor afleiding te zorgen en/of daar op de uitkijk te staan en/of
  • die [medeverdachte01] die het weggenomen voertuig bestuurt, te begeleiden bij de aftocht na het misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.
Bewijsoverwegingen
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het medeplegen van de onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde autodiefstallen wettig en overtuigend bewezen kan worden door het toepassen van een schakelbewijsconstructie. Tussen de feiten bestaan immers belangrijke overeenkomsten. De gestolen auto was steeds van het merk Volkswagen en in vier gevallen betrof het ook nog eens een Volkswagen Multivan. De verdachte was steeds samen met de medeverdachte [medeverdachte01] (hierna: [medeverdachte01] ) in de buurt van waar de diefstal wordt gepleegd. De verdachte kwam steeds aan in zijn auto en zorgde voor het transport van [medeverdachte01] . [medeverdachte01] knapte het vuile werk op en vertrok met de gestolen auto. Beide verdachten verlieten steeds nagenoeg tegelijkertijd de plaats delict. De verdachte wachtte namelijk steeds tot [medeverdachte01] ook wegreed. De auto’s werden in bepaalde gevallen niet direct overgebracht naar een heler, maar eerst ‘koud gezet’, waarbij voor twee auto’s gold dat dat gebeurde op dezelfde parkeerplaats aan de [adres02] te Amsterdam. Twee auto’s werden bovendien buiten de Randstad gebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de verdachte integraal vrij te spreken. Daartoe is, kort gezegd, het volgende aangevoerd. Een veroordeling kan hier niet worden gebaseerd op het gebruik van schakelbewijs, waarvoor geldt dat de overeenkomende modus operandi voldoende specifiek moet zijn. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Vervolgens geldt dat de verdachte zijn betrokkenheid bij elke tenlastegelegde autodiefstal betwist en het dossier geen bewijsmiddelen biedt voor betrokkenheid of wetenschap van de verdachte anderszins, zodat hij ook bij een afzonderlijke beoordeling van de feiten integraal vrijgesproken dient te worden. Van medeplegen en medeplichtigheid kan ook geen sprake zijn, omdat uit de bewijsmiddelen niet volgt welke rol de verdachte in het geheel heeft gehad. Indien het hof aan de verdachte de rol van afzetter van [medeverdachte01] toedicht, is ook dit onvoldoende om tot het bewijs van medeplichtigheid te komen, omdat het enkele afzetten van een persoon niet betekent dat de verdachte de wetenschap had dat deze persoon kennelijk daarna een voertuig zou stelen.
Oordeel van het hof
Niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte betrokken is geweest bij de autodiefstallen die zijn gepleegd op 11 juli 2018 en 6 augustus 2018, zodat hij van die diefstallen en de medeplichtigheid daaraan (en dus van het onder 2 en 3 tenlastegelegde) wordt vrijgesproken.
Dit geldt naar het oordeel van het hof echter niet voor de autodiefstallen die zijn gepleegd op 5 en 10 oktober 2018. Dat oordeel berust op het volgende.
Op 5 oktober 2018 kwam een BMW 7 Serie aanrijden bij een parkeerplaats te Hoorn, alwaar een Volkswagen Multivan met kenteken [kenteken04] stond geparkeerd. Op camerabeelden is te zien dat de BMW was voorzien van opvallende vijfspaaks velgen. Kort daarna kwam vanuit de richting waar de BMW was gestopt een persoon aanlopen, later herkend als zijnde [medeverdachte01] . Deze persoon – [medeverdachte01] –
stopte heel even bij de achterkant van de Volkswagen Multivan, liep verder om daarna weer terug te lopen naar die auto. Hij bukte daarna bij de achterzijde van de Volkswagen Multivan en verrichtte diverse handelingen. Vervolgens liep hij weg en reed de BMW in en uit beeld. Even later liep [medeverdachte01] weer naar de Volkswagen Multivan, stapte in en reed hij weg. Op camerabeelden bij de parkeerplaats van het [hotel01] hotel aan de [adres02] te Amsterdam is te zien dat [medeverdachte01] de Volkswagen Multivan later die avond aldaar heeft geparkeerd. Op camerabeelden van die parkeerplaats van 6 oktober 2018 is te zien dat de verdachte aan kwam rijden in een BMW 7 Serie, met dezelfde soort opvallende velgen als die van de BMW op de camerabeelden van 5 oktober 2018. Ook is te zien dat [medeverdachte01] en de verdachte even later interactie met elkaar en met twee andere mannen op de parkeerplaats hadden. Na deze interactie is te zien dat één van deze twee mannen de parkeerplaats in een Volkswagen Caddy verliet, direct gevolgd door de weggenomen Volkswagen Multivan. Meteen daarna hebben de verdachte en [medeverdachte01] in de BMW de parkeerplaats verlaten.
Op 10 oktober 2018 kwam de verdachte om 14.51 uur met een bijrijder het parkeerterrein van het [hotel02] Hotel te Hoofddorp oprijden in een BMW 7 Serie. Deze BMW had opvallende vijfspaaksvelgen. De verdachte zat achter het stuur en de andere persoon zat op de bijrijdersstoel. De verdachte parkeerde de BMW om 14.53.33 uur naast een Volkswagen Multivan met kenteken [kenteken01] . De andere persoon, later herkend als zijnde [medeverdachte01] , heeft vervolgens handelingen verricht bij de Volkswagen Multivan. De verdachte is om 15.01.37 uur in de BMW het parkeervak uitgereden, direct gevolgd door de Volkswagen Multivan. Om 15:02:28 uur is bij de slagboom van het parkeerterrein te zien dat de verdachte achter het stuur van de BMW zat en dat er niemand naast hem op de bijrijdersstoel zat. Om 15.03.09 uur verdween hij uit beeld. Hier direct achteraan – om 15.03.29 uur – verliet de Volkswagen Multivan met [medeverdachte01] achter het stuur het parkeerterrein. Beide auto’s gingen nadat zij onder de slagboom waren doorgereden rechtsaf.
Het vorenstaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht het hof redengevend voor de conclusie dat de verdachte op 5 en 10 oktober 2018 als medeplichtige betrokken is geweest bij de twee voornoemde autodiefstallen. Door [medeverdachte01] naar de plaats van de weg te nemen voertuigen te brengen, onder de omstandigheden zoals hiervoor beschreven, heeft de verdachte zowel opzet gehad op het behulpzaam zijn bij het plegen van deze autodiefstalen, als opzet op het wegnemen door [medeverdachte01] van de auto’s.
De verdachte heeft niet een verifieerbare, die redengevendheid ontzenuwende verklaring afgelegd. Zijn lezing van de feiten vindt haar weerlegging in de bewijsmiddelen. Aan de overtuiging van het hof dat de verdachte medeplichtig is geweest bij het plegen van de autodiefstallen van 5 en 10 oktober 2018 draagt bij dat hij en de medeverdachte in een korte periode samen betrokken zijn geweest bij meerdere autodiefstallen van Volkswagens en dat bij verschillende doorzoekingen is gebleken dat beiden in het bezit waren van voorwerpen die geschikt zijn voor het openen en wegnemen van Volkswagens zonder in bezit te zijn van de eigenlijke sleutel.
Van het strafverzwarende omstandigheid braak, verbreking en/of gebruik van een valse sleutel spreekt het hof de verdachte vrij, bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs daarvoor. Dit geldt ook voor de tenlastegelegde deelnemingsvorm medeplegen, omdat het hof niet heeft kunnen vaststellen dat de bijdrage van de verdachte aan de autodiefstallen van 5 en 10 oktober 2018 uitstijgt boven die van een medeplichtige.
Het hof acht gelet op het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als na te melden. Het hof verwerpt de tot vrijspraak strekkende verweren op die punten.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

4.subsidiair[medeverdachte01] , op 5 oktober 2018 te Hoorn, een Volkswagen Multivan (gekentekend: [kenteken04] ), toebehorende aan [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, bij het plegen van welk misdrijf de verdachte op 5 oktober 2018 te Hoorn, opzettelijk behulpzaam is geweest, door als bestuurder van een personenauto [medeverdachte01] naar de plaats van het weg te nemen voertuig te brengen.

Hetgeen onder 1 subsidiair en 4 subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair bewezenverklaarde levert
telkensop:
medeplichtigheid aan diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straffen en maatregelen
De officier van justitie heeft op de terechtzitting in eerste aanleg gevorderd dat de verdachte als medepleger van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 55 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en onder het stellen van bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat de verdachte als medepleger van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van het voorarrest.
De raadsman heeft het hof verzocht om, indien het tot een bewezenverklaring komt, te straffen conform de eis van de officier van justitie in eerste aanleg, gelet op de overschrijding van de redelijke termijn, het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Indien het hof de door de officier van justitie geëiste straf te laag mocht vinden, is het verzoek om aanvulling te zoeken in een taakstraf en niet in een (aanvullende) onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid bij het plegen van twee autodiefstallen, door de dief telkens bij de plaats delict af te zetten. Een autodiefstal is een zeer ergerlijk feit, waardoor het eigendomsrecht van een ander wordt aangetast. Dat feit gaat voorts veelal met schade en hinder gepaard. Ook maatschappelijk gezien brengen feiten als deze financiële lasten en onrust teweeg.
Sterk in het nadeel van de verdachte heeft het hof meegewogen dat de verdachte blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 15 november 2022 ter zake van vermogensdelicten, en meer specifiek ter zake van diefstallen van voertuigen, diverse malen eerder onherroepelijk is veroordeeld, ook tot langdurige gevangenisstraffen. Kennelijk heeft de verdachte van die eerdere veroordelingen weinig opgestoken en hebben deze onvoldoende indruk op de verdachte gemaakt.
Bij die stand van zaken is oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur weer zonder meer passend. Het hof heeft bij het bepalen van de precieze hoogte daarvan gelet op de straffen die aan recidiverende autodieven door rechters plegen te worden opgelegd. Mede in dat licht acht het hof oplegging een gevangenisstraf van 7 maanden in beginsel passend en geboden. Daarbij is er rekening mee gehouden dat de verdachte in deze zaak niet als (mede)pleger, maar als medeplichtige aan autodiefstallen moet worden beschouwd. In hetgeen door de raadsman is aangevoerd met betrekking tot de persoonlijke situatie van de verdachte ziet het hof geen reden om deze straf te matigen of om een deel daarvan in voorwaardelijke vorm op te leggen. Dat laatste geldt temeer nu de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep kenbaar heeft gemaakt het stellen van bijzondere voorwaarden niet meer noodzakelijk te achten. Het hof zal dat dan ook niet doen.
Het hof stelt echter wel vast dat in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens is overschreden. Immers, het hoger beroep is op 22 mei 2019 door het openbaar ministerie ingesteld, terwijl het hof thans op 13 december 2022 – drie jaren en bijna zeven maanden later – arrest wijst. Het hof zal daarom de in beginsel passend geachte gevangenisstraf matigen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.
Beslag
Onder de verdachte zijn goederen in beslag genomen, die nog niet zijn teruggegeven.
De raadsman heeft het hof verzocht alle bij de verdachte in beslag genomen goederen aan hem terug te geven. Dit geldt zowel voor de personenauto van het merk BMW – die wel op de beslaglijst staat – als voor alle goederen die blijkens het politiedossier bij de verdachte in beslag zijn genomen en niet op de beslaglijst staan.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat noch over de BMW, die onder conservatoir beslag ligt, noch over de overige goederen, die niet op de beslaglijst staan, een beslissing hoeft te worden genomen.
Het hof overweegt als volgt. Bij gebreke van een volledige beslaglijst geldt dat de navolgende overwegingen en beslissingen enkel betrekking hebben op de aldaar genoemde voorwerpen voor zover het beslag daarop nog niet is geëindigd.
De hierna (nummers 1 tot en met 7) te noemen in beslag genomen, aan de verdachte toebehorende en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte begane feiten aangetroffen. Zij kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan (vooral in gezamenlijkheid daarvan) in strijd is met (de wet en) het algemeen belang.
Van de hierna (nummers 8 tot en met 21) te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, zal de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde01]
De benadeelde partij [benadeelde01] heeft zich in eerste aanleg ter zake van het onder 1 tenlastegelegde in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.065,68, te vermeerderen met wettelijke rente, als vergoeding voor goederen die zich in en aan de Volkswagen Multivan bevonden ten tijde van de diefstal (bestaande uit kledingstukken ter waarde van € 213,20 en voor het overige uit een nieuwe trekhaak en afkoop GPS-abonnement). De benadeelde partij is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk in de vordering verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel en hoofdelijk moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft het hof ter terechtzitting in hoger beroep verzocht de benadeelde partij in de vordering voor wat betreft de kledingstukken (à € 213,20) niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien het onduidelijk is of de kledingstukken daadwerkelijk in de auto hebben gelegen ten tijde van de autodiefstal.
Het hof overweegt als volgt.
Naar het oordeel van het hof staat vast dat de verdachte het onder 1 bewezenverklaarde als medeplichtige heeft begaan en hij aldus onrechtmatig jegens de benadeelde partij heeft gehandeld. Gelet op de gemotiveerde onderbouwing van de omvang van de schade door de benadeelde partij is het hof voorts van oordeel, dat de verdachte – zonder nadere toelichting met concrete feiten en omstandigheden die ontbreekt – ter betwisting van een deel van de vordering niet enkel kan volstaan met de stelling dat het onduidelijk is of de kledingstukken daadwerkelijk in de auto hebben gelegen ten tijde van de diefstal van het voertuig. Gelet hierop ligt de vordering, die het hof ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, als onvoldoende gemotiveerd betwist voor toewijzing gereed.
De verdachte is dus gehouden tot vergoeding van € 1.065,68 aan materiële schade. Dit bedrag zal hoofdelijk worden toegewezen, nu de verdachte de daadwerkelijke pleger behulpzaam is geweest bij het plegen van het betreffende feit. Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade. Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde02]
De benadeelde partij [benadeelde02] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.936,00 aan materiële schade. De benadeelde partij is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk in de vordering verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft gevorderd de vordering in zijn geheel toe te wijzen, met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft het hof verzocht de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren vanwege het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde handelen en de opgevoerde schade.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36b, 36d, 36f, 48, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 5 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor het overige en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 3 subsidiair en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 4 subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
STK Sleutel - Hu66 sleutel (het hof begrijpt, mede gelet op de uitleg op p. 377 van het doorgenummerde politiedossier: geschikt om zonder bezit van de originele sleutel autosloten te kunnen openen) (goednummer: 5600957);
1 STK Sleutel – HU66 knipsleutel met chip te gebruiken voor het kopiëren van autosleutels (goednummer: 5696713);
1 STK Sleutel - knipsleutel met chip te gebruiken voor het kopiëren van autosleutels (goednummer: 5696714);
1 STK Onderdelen voertuig – immo bypass device (het hof begrijpt mede gelet op de ter terechtzitting besproken informatie van de website van Immobypass: een apparaat om de startonderbreking van een voertuig te omzeilen) (goednummer: 5696817);
1 STK Kentekenbewijs – Duitse autopapieren met valse chassisnummers (goednummer: 5696826);
1 STK Computer/bijz.electr.app. – rf if antenna [bedrijf01] ltd (het hof begrijpt, mede gelet op de ter terechtzitting besproken informatie van de website van [bedrijf01] : apparatuur dienstig aan het openen van sloten van voertuigen van de Volkswagen-Audi-Groep) (goednummer: 5696823);
1 STK Sleutel – Hu66 blanke sleutel (het hof begrijpt: geschikt om zonder bezit van de originele sleutel autosloten te kunnen openen) (goednummer: 5696740).
Gelast de teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
8. 1 1 STK Personenauto [kenteken05] (Omschrijving: merk: BMW 3er Reihe, chassisnr: [nummer01] ) (goednummer: 5585371);
8. 1 2 STKS Onderdelen voertuigen – twee zwarte pennetjes met daaromheen een veer (goednummer: 5600961);
8. 1 1 STK Sleutel (goednummer: 5600954);
8. 1 1 STK Geluid en beeldapp/drager - iPhone (goednummer: 5600983);
8. 1 1 STK Geluid en beeldapp/drager – Nokia telefoon (goednummer: 5600984);
8. 1 1 STK Sleutel (goednummer: 5696770);
8. 1 1 STK Onderdelen voertuig - tellerhuis (goednummer: 5696814);
8. 1 3 STK Sleutels – twee originele sleutels en een plastic sleutel met chip (goednummer: 5696705);
8. 1 1 STK Onderdelen voertuig (goednummer: 5696709);
8. 1 1 STK Onderdelen voertuig – object overig vin nummer (goednummer: 5696716);
8. 1 1 STK Onderdelen voertuig – Poolse kentekenplaat [kenteken06] (goednummer: 5696753);
8. 1 1 STK Computer/bijz.electr.app. – USB-stick (goednummer: 5696787);
8. 1 1 STK Geluid en beeldapp/drager – iPhone 5 (goednummer: 5696711);
8. 1 1 STK Motor – Piaggio M34 (goednummer: 5696763).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde01]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde01] ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.065,68 (duizend vijfenzestig euro en achtenzestig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde01] , ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.065,68 (duizend vijfenzestig euro en achtenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 20 (twintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 10 oktober 2018.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde02]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde02] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. R. Kuiper en mr. R. van der Heijden, in tegenwoordigheid van
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 december 2022.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]