2.4De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van bevindingen van de Landelijke Eenheid d.d. 29 juni 2017, nr. 170629.1000 (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de rechter-commissaris). Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 28 e.v.):
als relaas van politiële pseudodienstverleners 170622 en 170623:
Op donderdag 22 juni 2017 kreeg ik, verbalisant 170622, de beschikking over een mobiele telefoon voorzien van het nummer [telefoonnummer 1] . Ik kreeg daarbij de opdracht om contact op te nemen met de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ik, verbalisant 170623, kreeg opdracht om het contact van verbalisant 170622 over te nemen en contact op te nemen met de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Het telefonisch contact resulteerde in een afspraak op 23 juni 2017 in een woning op het adres [a-straat 1] te [plaats] . Ik arriveerde op 23 juni 2017 bij de woning. Ik ontmoette op straat een persoon die zich aan mij voorstelde als [verdachte] . Hij bleek de gebruiker te zijn van telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [verdachte] nam mij mee naar een woning op de [a-straat 1] , waar ik binnen werd gelaten door een man die zich voorstelde met de naam gelijkend op “ [betrokkene 2] ”. [verdachte] noemde “ [betrokkene 2] ” zijn [naam 2] . Het gesprek werd van zakelijke aard nadat [verdachte] een telefoongesprek had gevoerd in de Spaanse taal met naar zijn zeggen “ [bijnaam] ”. [verdachte] zei tegen mij dat er een partij binnen zou [verbalisant 2] van 1000 die verdeeld was in 250, 500 en 500. [verdachte] zei dat de eerste lading van 250 kilo een test was aangezien het de eerste keer was dat men zaken deed met deze partijen. “ [betrokkene 2] ” gaf aan dat het geld inmiddels geregeld was en ik dit later te zien zou krijgen. [verdachte] zei dat er maandag echt “gespeeld” zou worden. [verdachte] vertelde dat het geld getransporteerd was en dit hem 13 procent had gekost. Hij vervolgde met het feit dat er maandag werd aangetoond dat zij voor de 250 kilo die binnen zou [verbalisant 2] kredietwaardig waren. “ [betrokkene 2] ” zei dat maandag het geld er zou zijn en wij samen gingen tellen, de geldtelmachine was aanwezig en na mijn goedkeuren zou het tot de overdracht gaan [verbalisant 2] . We kwamen overeen dat ik 26 juni de twee mannen opnieuw zou ontmoeten voor het tonen van een hoeveelheid geld. [verdachte] vertelde mij dat hij mij niet meer ging bellen met zijn privénummer maar een prepaid nummer had waar contact met mij zou opnemen.
Op 26 juni 2017 had ik telefonisch contact met [verdachte] waarin hij aangaf dat de afspraak niet door kon gaan die dag. Het telefonisch contact resulteerde in de afspraak voor 28 juni 2017.
Op 28 juni 2017 arriveerde ik bij de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] . Ik werd binnengelaten door “ [betrokkene 2] ”. “ [betrokkene 2] ” vertelde mij dat het geld in de buurt was maar er nog wat contact gelegd moest worden voor het er zou zijn. Ik zag dat [verdachte] een aantal WhatsApp berichten binnenkreeg. [verdachte] las de berichten en startte een WhatsApp gesprek met de contactnaam “ [naam 1] ” wat in het scherm stond. Ik herkende de stem als dezelfde stem als in het telefoongesprek met [verdachte] op 23 juni 2017. Dit gesprek werd wederom in de Spaanse taal gevoerd. [verdachte] gaf toen na dit gesprek aan dat deze persoon “ [bijnaam] ” was. Na dit gesprek zei [verdachte] dat hij er inmiddels “hoofdpijn” van had aangezien zaken niet goed liepen. [verdachte] vertelde mij dat men aan de andere kant nerveus werd aangezien zij moesten oppassen voor de politie, militairen en de Guerrilla's die een gevaar op konden leveren voor de 1200 coke die daar op zee lag voor de kust.
“ “ [betrokkene 2] ” zei dat er een nummertje geregeld werd en vervolgens na het telefoontje ik het geld kon zien, er een foto van kon maken en ik het verlossende belletje kon doen en het dan geregeld was. Ik deed het voorstel aan “ [betrokkene 2] ” om te vertrekken en ik terug zou [verbalisant 2] na een belletje van hem of [verdachte] , dat het geregeld was. Omstreeks 17:20 uur verliet ik de woning.
“ 2. Een proces-verbaal van identificatie […] d.d. 27 juni 2017, nr. LERAE17004-19 (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de rechter-commissaris). Dit proces-verbaal onder meer in – zakelijk weergegeven (blz. 75 e.v.):
“
als relaas van opsporingsambtenaar [verbalisant 1] :
“
Op 25 juni 2017 werd genoemde opsporingsambtenaar gebeld door de gebruiker van de telefoonaansluiting [telefoonnummer 3] . Even hierna belde de opsporingsambtenaar naar genoemde telefoonaansluiting en kreeg dezelfde man aan de lijn die ook gebruik maakt van het nummer [telefoonnummer 2] (NN- [telefoonnummer 2] ).
“ De opsporingsambtenaar ( [telefoonnummer 1] ) concludeerde door stemherkenning dat de gebruiker van de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 2] (NN- [telefoonnummer 2] ) dezelfde persoon is.
“ 3. Een geschrift, zijnde een transcript van een tapgesprek d.d. 27 juni 2017 (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de rechter-commissaris). Dit geschrift houder onder meer in – zakelijke weergegeven – (p. 21):
“
Beller: [telefoonnummer 3]
Datum: 27-06-2017
Gebelde: [telefoonnummer 1]
“
[telefoonnummer 1] : Ik zit op jou belletje te wachten
[telefoonnummer 1] : Vanaf hoe laat morgen?
“ [telefoonnummer 3] : Ik denk het wordt vroeg.
“ [telefoonnummer 3] : Rond twee uur kan je?
“ [telefoonnummer 1] : Ja, dan weet ik zeker dat ik terug ben.
“ [telefoonnummer 3] : Dat is geen probleem, want dat regel ik wel
[telefoonnummer 1] : Ja, dus we houden het op twee uur?
“ [telefoonnummer 3] : Om twee uur, ja. Wij houden om twee uur!
“ 4. Een proces-verbaal van bevindingen van de Landelijke Eenheid d.d. 26 juni 2017, met nr. 170626.1300 (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de rechter-commissaris). Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 23 e.v.):
“
als relaas van opsporingsambtenaar [verbalisant 2] :
Er werden mij twee foto's ter beschikking gesteld met het verzoek deze te tonen aan pseudodienstverlener 170623. Ik toonde de foto’s aan pseudodienstverlener 170623. Ik hoorde dat hij bij het tonen van de eerste foto zei: “
Ik herken op deze foto duidelijk de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] en die zich “ [verdachte] ” noemde.” Bij het tonen van de andere foto hoorde ik dat hij zei: “
Ik herken deze foto van de andere man tijdens mijn ontmoeting in de woning, die “ [naam 2] ” werd genoemd.”.
De eerste foto die ik toonde bleek van [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975. De tweede foto die ik toonde bleek van [betrokkene 3] .
5. Een proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de raadkamer d.d. 7 juli 2017, met nr. LERAE17004-47. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – :
als relaas van opsporingsambtenaar [verbalisant 3] :
Tijdens de doorzoeking in de woning [a-straat 1] te [plaats] werd een briefje met berekeningen aangetroffen. Op het briefje staat links bovenaan vermeld “ [naam 3] ” en “625”. Rechts bovenaan staat vermeld “ [bijnaam] ” en “625”.
Tijdens de doorzoeking in perceel [a-straat 1] te [plaats] werd een geldtelmachine aangetroffen.
6. De eigen waarneming van het hof. Het hof heeft op de op pagina 12 weergegeven afbeelding (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de raadkamer) waargenomen – zakelijk weergegeven – :
Op het afgebeelde briefje staat de berekening “625 x 55 = 3.437.500” vermeld.
7. Een geschrift, zijnde een uitwerking van een tapgesprek d.d. 27 juni 2017 te 1:06:21 uur (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de raadkamer). Het houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (p. 4 e.v.):
Beller: [telefoonnummer 2]
Gebelde: [telefoonnummer 4]
Datum: 27-06-2017
NN7226=NN1
NN8634=NN2
NN1: Er moet iemand zijn die de boel belazert, want in opdracht van jou worden er 1250 getransporteerd, snap je? En wat wilden ze hier? Dat er één uit werd gehaald, dat er een foto van gemaakt werd en dat die verstuurd werd. En ik zei: “Wat?!”.
NN2: Maar zij doen dat niet.
NN1: Dat is gekkenwerk. Daarna wilden ze dat er een video van gemaakt zou worden. Dus ik ben er naartoe gegaan om die mensen flink de waarheid te vertellen. Ik was in Arnhem, ik ben daar heen geweest. Daarna zijn we naar Nijmegen gegaan naar die andere groep. Het lijkt erop dat ze het nu begrepen hebben. Want er is een Nederlander die bij hen hoort die Nederlander was behoorlijk opgefokt. Hij heeft ze ook flink toegesproken. Dus nu gaat het morgen van start.
8. Een proces-verbaal verhoor verdachte inbewaringstelling, van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Den Haag, d.d. 30 juni 2017 (als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal voorgeleiding verdachten bij de raadkamer). Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (p. 46 e.v.):
als verklaring van de verdachte:
Ik was in Colombia op vakantie. Ik werd opgevangen door een man die niet in het dossier voorkomt. Die man heeft een andere man gestuurd. Ik heb die man benaderd om te vragen of hij wist wie er drugs kon leveren. Ik heb bemiddeld. Ik zou daar ongeveer € 153.000,- voor krijgen.
U vraagt waarom ik in die woning aan de [a-straat 1] was. [betrokkene 3] is er ook bij betrokken. Hij is ook een bemiddelaar. Hij wist wie het geld zou hebben.
9. Een proces-verbaal van 2e hoor verdachte […] van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, met nr. LERAE17004-49 (gevoegd als bijlage bij het proces-verbaal van voorgeleiding verdachten bij de raadkamer). Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (p. 19 e.v.):
als verklaring van de verdachte:
V: Wat bedoel je met je opmerking “
Ik ben opgevangen door een man die niet in het dossier voorkomt. Deze man heeft een andere man gestuurd.”
A: Ik was daar in Colombia. Vorig jaar is één Colombiaan naar Nederland gekomen. Deze persoon ken ik als [betrokkene 4] . [betrokkene 4] heeft bij mij gezorgd dat het contact gelegd werd tussen mij en een Colombiaan, genaamd: [betrokkene 5] .
[betrokkene 3] vroeg aan mij, er is een persoon die 1000 kilo coke wil. Ik ben gaan kijken wat ik kon doen. Ik heb [betrokkene 5] uitgelegd wat er moest gebeuren. Ik heb regelmatig contact met hem gehad. Uiteindelijk begreep ik van [betrokkene 3] dat de mensen genoegen namen met 250 kilo coke. De afspraak was 1000 kilo coke en drie dagen later was het nog 250 kilo coke. [betrokkene 3] heeft de afnemers van coke in Nederland geregeld.
V: Wat bedoel je met je opmerking “ik zou voor de bemiddeling € 153.000,- krijgen”. Van wie zou je dit krijgen?
A: Ik zou dit geld van de man uit Colombia krijgen, die ik ken onder naam [betrokkene 5] . Het bedrag ging over 1000 kilo coke.
V: Ben jij de gebruiker van het mobiele telefoonnummer: [telefoonnummer 2] ?
A: Ja daar ben ik de gebruiker van.
V: Wie nemen er deel aan het tapgesprek d.d. 25 juni 2017 te 22:24 uur?
A: Ik neem deel aan dit gesprek en een collega van jou. Hij heeft zich voorgesteld als [betrokkene 6] aan mij.
V: Ben jij de gebruiker van het mobiele telefoonnummer: [telefoonnummer 3] ?
A: Ja.
V: Wat bedoel je met “Regelen en dan moest ik alleen daar beneden doorgeven”?
A: Ik moest de afspraak aan [betrokkene 5] in Colombia doorgeven, want [betrokkene 6] is de vertegenwoordiger van [betrokkene 5] . Zo kwam [betrokkene 6] in ieder geval over bij mij en bij [betrokkene 3] .
V : Wie is [bijnaam] ?
A: Dat is [betrokkene 5] .
Ik weet dat er een bedrag van 3.437.500 aan [betrokkene 6] getoond zou worden. Dat was de eerste afspraak van [betrokkene 3] en mij naar [betrokkene 6] toe. Ik heb gehoord van [betrokkene 5] in Colombia dat de partij van 1000 kilo coke een waarde zou vertegenwoordigen van € 3.737.500. Dit heb ik dus doorgekregen van [betrokkene 5] en dit later met [betrokkene 3] besproken.”