III.
Bewezenverklaring en bewijsvoering
6. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“1. primair
zij, in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008 in Nederland, opzettelijk geldbedragen van in totaal € 1.000.000,00, die toebehoorden aan de Slotervaartziekenhuis B.V., welke geldbedragen verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als bestuurder van Slotervaartziekenhuis B.V. onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
zij, in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008, in Nederland,
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving “Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie” en
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving “Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie”
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft laten opmaken, immers heeft zij, verdachte, opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid op die facturen laten vermelden
- dat door [B] B.V. goederen zouden worden geleverd aan de afdeling radiologie van Slotervaartziekenhuis en
- dat aan [B] B.V. goederen tweemaal een voorschot van € 500.000,00 betaald diende te worden door de Slotervaartziekenhuis B.V., terwijl in werkelijkheid die goederen niet geleverd zouden worden door [B] B.V.
en factuurbedragen op die facturen laten vermelden die in werkelijkheid geen betrekking hadden op door [B] B.V. te leveren goederen aan de afdeling radiologie van Slotervaartziekenhuis B.V.
en die facturen voorzien van een handtekening ter goedkeuring van de uitbetaling van die facturen zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken
zij, in de periode van 23 juni 2008 tot en met 8 september 2008 in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valselijk opgemaakte geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst, immers heeft zij, verdachte,
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving “Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie” en
- een factuur van € 500.000,00 met de omschrijving “Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie” laten verzenden aan de Slotervaartziekenhuis B.V. en voor akkoord ondertekend en ter uitbetaling doorgestuurd naar de financiële afdeling van de Slotervaartziekenhuis B.V. en laten uitbetalen,
bestaande die valsheid hieruit dat op die facturen
- was vermeld dat door [B] B.V. goederen zouden worden geleverd aan de afdeling radiologie van Slotervaartziekenhuis B.V., terwijl in werkelijkheid die goederen niet geleverd zouden worden door [B] B.V. en
- factuurbedragen waren vermeld die in werkelijkheid geen betrekking hadden op door [B] B.V. te leveren goederen aan de afdeling radiologie van Slotervaartziekenhuis B.V.;
3. primair
zij, op 11 juli 2011 in Nederland, opzettelijk een geldbedrag van € 200.000,00, dat geheel toebehoorde aan de Slotervaartziekenhuis B.V., welk geldbedrag verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als bestuurder van de Slotervaartziekenhuis B.V. onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.”
7. Deze bewezenverklaringen steunen, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, op (onder meer) de volgende bewijsmiddelen:
4. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 23 april 2014 [documentcode G-02-02].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [betrokkene 1]:
De facturen van [B] (D-007 en D-008) zijn beide door [verdachte] getekend. Ik zie dat aan haar handtekening rechtsonder op de facturen.
U vraagt mij of de betalingen aan [B] de instemming van [Q] (
het hof begrijpt telkens: het Slotervaartziekenhuis) dan wel de […] had. Nee, deze betaling aan [B] is nooit binnen het bestuur ter sprake geweest, er zijn geen bestuursbesluiten over genomen en is ook niet binnen de RvC (hel hof begrijpt telkens: de Raad van Commissarissen) en AvA (
het hof begrijpt telkens: de Algemene vergadering van Aandeelhouders) aan de orde geweest.
Ik was niet op de hoogte van de aankoop van aandelen [C] door het [Q] . Over deze transactie is geen bestuursbesluit genomen, onbekend bij de RvC en de AvA. Het betreft een soloactie van [verdachte] . U vraagt mij of het [Q] enige beloning of tegenprestatie voor terug heeft gehad. Nee niks. 0,0.
6. De verklaring van [betrokkene 1] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Binnen de Raad van Bestuur van het Slotervaartziekenhuis is nooit gesproken over de betrokkenheid van het Slotervaartziekenhuis bij dit plan in Turkije in formele of financiële zin, laat staan dat daarover beslissingen zijn genomen. Dat geldt ook voor vergaderingen binnen de Raad van Commissarissen en de Algemene vergadering van Aandeelhouders. Ik ben bij alle vergaderingen aanwezig geweest. Financiële verplichtingen van het Slotervaartziekenhuis voor de bouw in Turkije zijn in geen enkele vergadering besproken.
In mei 2008 heeft [verdachte] mij, in mijn hoedanigheid van directeur van de [D] ( [D] ), gevraagd of ik haar € 1 miljoen zou kunnen lenen voor een periode van drie maanden. Het ging om een stuk grond in Turkije. Ik was directeur van [D] . Ik heb de lening geweigerd waarna zij zei "laat maar".
Binnen de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen of de aandeelhoudersvergadering is nooit gesproken over de aankoop van aandelen in [C] door het Slotervaartziekenhuis. Ik was er niet van op de hoogte dat het Slotervaartziekenhuis € 200.000,00 aan een notaris heeft betaald voor aandelen [C] , die aan een privévennootschap van [verdachte] zijn geleverd. Ik vond dat heel raar. Deze kwestie is destijds niet besproken laat staan beslist in de Raad van Bestuur.
7. De verklaring van [betrokkene 2] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[betrokkene 4] was kennelijk niet van plan om [plaats] te kopen of te financieren. Het Slotervaartziekenhuis had dat plan al helemaal niet. De financiering is niet aan de orde geweest binnen de Raad van Bestuur.
Binnen de Raad van Bestuur zijn geen besluiten met betrekking tot de panden in Turkije genomen.
In de Raad van Bestuur is niet gesproken over de [C] -aandelen. Besluiten door de Raad van Bestuur werden op papier gezet, geaccordeerd en uiteindelijk uitgevoerd. Naar mijn idee is er nooit een besluit genomen ten aanzien van de aandelen.
Er is totaal niet gesproken over de economische samenwerking tussen [betrokkene 3] , [plaats] en het Slotervaartziekenhuis.
10. De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 8 september 2023 [los].
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik zocht financieringsmogelijkheden voor het Turkije-project.
De totale lening van [betrokkene 4] aan het Slotervaartziekenhuis was € 26 miljoen.
Met [E] bank is contact geweest in het kader van het Turkije-project.
Er is een leenovereenkomst gemaakt, omdat ik verwachtte dat [D] een geldlening zou verstrekken. [betrokkene 1] moest mijn verzoek om financiering via [D] voorleggen aan het stichtingsbestuur.
Het klopt dat nooit radiologieapparatuur door [B] is geleverd.
Ik heb nooit officieel salaris van het Slotervaartziekenhuis ontvangen, maar ik hoorde van [betrokkene 4] en van [betrokkene 5] welk bedrag aan inkomen zij voor mij hadden vastgesteld. Al mijn uitgaven, zoals huishoudelijke uitgaven en kosten voor verbouwingen bij mij thuis, werden op een rekening-courant geboekt.
11. Een geschrift, te weten een factuur van [B] van 24 juni 2008 [documentcode D-007|.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
invoice to date
Slotervaartziekenhuis June 24, 2008
attn. Raad van Bestuur
[verdachte]
Betreft: Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie
Totalprice EUR 500.000,00
12. Een geschrift, te weten een factuur van [B] van 7 augustus 2008 [documentcode D-008|.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
invoice to date
Slotervaartziekenhuis August 7, 2008
attn. Raad van Bestuur
[verdachte]
Betreft: Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie
Totaalprijs EUR 500.000,00
13. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van ABN Amro van 15 mei 2008 [documentcode D-009|.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Boekdatum Omschrijving Bedrag af (debet)
15-05 Betaald EUR 200.000,00 200.000,00
[verdachte]
14. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van ABN Amro van 16 oktober 2008 (documentcode D-010].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Boekdatum Omschrijving Bedrag af(debet)
16-10 Betreft betaling claim inzake 800.000.00
GAR/122.01.11.253
15. Een geschrift, te weten e-mailcorrcspondentie van 15 mei 2008 [documentcode D-012].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
To: [betrokkene 6]
Van: [betrokkene 6]
Aan: [verdachte]
Onderwerp: [betrokkene 3]
Geachte [verdachte] , beste [verdachte] ,
Ten behoeve van de overdracht van het onroerend goed object in Turkije (resort [betrokkene 3] ) (
het hof begrijpt telkens: resort [plaats]).
1. [B] maakt vandaag Euro 200.000,- over op uw rekening bij [F] . Opdracht nu in uitvoering.
2. Aanvang volgende week stelt [B] een bankgarantie van Euro 800.000,- ten behoeve van de door u nog exact aan te wijzen begunstigde ter zekerheid dat u uiterlijk 30 september 2008 het resort [betrokkene 3] overdraagt tegen betaling aan begunstigde van het overeengekomen bedrag van Euro 9.7 mio minus bovenstaande 2 ton. Deze bankgarantie wordt gesteld door ABN Amro.
3. in de maanden juni en juli zorgt u voor de benodigde cashcover van het bedrag van 2 ton (overgemaakt) en 8 ton (bankgarantie), totaal Euro 1 mio, middels op enigerlei wijze storting op rekening van [B] in juni 5 ton en juli eveneens 5 ton.
16. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 23, 26 en 2 7 augustus 2008 [documentcode D-013].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 26 augustus 2008
To: [betrokkene 6]
Heb nog een factuur van je, echt doordrukken lukt mij niet, roept vragen op. Als ik doordruk gaat men teveel vraagtekens krijgen, als je het voor je eigen bedrijfsvoering nodig hebt, zal ik het erdoor heen moeten drukken omdat ik niet wil dat je door mij op andere terreinen tegen problemen aanloopt. Hoe lossen wij dit nu op?
17. Een geschrift, te weten een bankgarantie van ABN Amro van 22 mei 2008 [documentcode
D-019].
Dit geschrift houdt in. voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Guarantee no. GAR/122.01.11.253
ABN Amro Bank, taking into consideration: .
• that on 18 Mary 2008, a contract has been concluded between [betrokkene 7]
(the Seller) and [verdachte] (the Buyer) for the sale and delivery of certain parcels of land in Turkey (addresses: [provincie 1] , [provincie 2] . [provincie 3] : [adres 1] ; [adres 2] ; [adres 3] ).
• that [B] B.V. has agreed with the Buyer that it will arrange for a bank guarantee to be issued in favor of the Seller securing the payment obligations ofthe Buyer to the Seller under the contract for a maximum aggregate amount of EUR 800.000,00; and
• that [B] has requested the bank to issue this guarantee and the bank has agreed with [B] to issue this guarantee;
hereby guarantees in favor of the Seller irrevocably and unconditionally, up to a maximum amount of EUR 800.000,00.
Of all which the present record has been made, which was signed in singular on 22 May 2008
ABN Amro Bank .
(
handtekening)
19. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 18 november 2008 [documentcode D-030].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
To: [betrokkene 6]
Factuur graag aan [plaats] resort en niet naar Slotervaart, Slotervaart is niet de kopende partij.
20. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 18 en 19 maart 2009 [documentcode D-032].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 18 maart 2009
To: [betrokkene 6]
Subject: voorschot facturatie radiologie
Kreeg net een reminder omdat er een groot bedrag dubbel staat geboekt op radiologie, het is enerzijds betaald aan de leverancier, terwijl er ook voorschotfacturen zijn betaald aan [B] . Mijn verzoek is of dit bedrag gecrediteerd en door [B] terugbetaald kan worden aan Slotervaart en dat ik de komende 2 maanden een oplossing organiseer om dit vervolgens aan jou terug te betalen.
Mijn verzoek is of dit bedrag gecrediteerd en door [B] terugbetaald kan worden aan Slotervaart en dat ik de komende 2 maanden een oplossing organiseer om dit vervolgens aan jou terug te betalen.
21. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 23 en 24 juni 2008 [documentcode D-037].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 23 juni 2008
To: [betrokkene 6]
Subject: RE: 5 ton
“voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling radiologie” lijkt mij een goede omschrijving.
Van: [betrokkene 6]
Verzonden: 23 juni 2008
Aan: [verdachte]
Onderwerp: 5 ton
Het lijkt ons meest voor de hand liggen nu een factuur uit te maken aan Slotervaart voor 5 ton met als omschrijving “voorschot zekerstelling aankoop goederen”.
23. Een geschrift, te weten een afschrift Zakelijke Girorekening van Postbank van 30 juni 2008 [documentcode D-049].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Girorekening [rekeningnummer 1]
30 jun | [B] | AF 500.000,00
24. Een geschrift, te weten een afschrift Zakelijke Girorekening van Postbank van 8 september 2008 [documentcode D-050].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Girorekening [rekeningnummer 1]
8 sep | [B] | AF 500.000.00
25. Een geschrift, te weten een Sales Term Sheet van 18 mei 2008 [documentcode D-070].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Parties
[G]
(Hereafter shall be called "Seller")
[verdachte]
(Hereafter shall be called "purchaser")
Subject of this contract is arrangement of sales and assignment of three piece of lands.
1-) 2-) 3-)
Description: Land Description: Land Description: Land
Province: [provincie 1] Province: [provincie 1] Province: [provincie 1]
Borough: [provincie 2] Borough: [provincie 2] Borough: [provincie 2]
Village: [provincie 3] Village: [provincie 3] Village: [provincie 3]
Sheet no: [adres ]
Parcel no: [1] Parcel no: [2] Parcel no: [3]
Total value of real property is 9.600.000 €, and 200.000 € of this amount shall be transferred to the bank account number of the seller, in 7 days following signing date of the contract. Also the purchaser shall submit the bank guarantee letter with an amount of 800.000 Euro based on this sale, in 7 days following signing date of contract.
Purchaser shall pay remaining amount (9.400.000 Euro) till 30.09.2008.
Purchaser is currently running the contract subject real property as lease holder.
This contract is signed by parties on 18.05.2008.
SELLER PURCHASER
[G] [verdachte]
28. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 19 maart 2009 en 12 maart 2013 [documentcode D-096].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Sent: 19 maart 2009
To: [betrokkene 6]
Subject: RE: voorschot facturatie radiologie
Facturen moeten wel worden gecrediteerd omdat het niet te verantwoorden valt.
29. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van [F] van 15 mei 2008 [documentcode D-097].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[B] B.V. [verdachte]
ABN AMRO Bank 200.000,00 EUR
30. Een geschrift, te weten een rekeningafschrift van [F] van 3 juni 2008 [documentcode D-098|.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[verdachte]
[betrokkene 7]
- 200.000,00 EUR
33. Een geschrift, te weten e-mailcorrespondentie van 18 augustus 2008 met als bijlage een factuur van [B] van 7 augustus 2008 [documentcode D-137].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [verdachte]
Aan: [betrokkene 8]
Deze factuur morgen betalen, laat mij deze alvast aftekenen.
Origineel is enige tijd geleden (Aug 7) naar jullie verstuurd.
[betrokkene 6]
34. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 27 juni 2008, met als bijlage een factuur van [B] van 24 juni 2008 [documentcode D-138].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [verdachte]
Aan: [betrokkene 8]
Svp spoedbetaling. vandaag betalen
36. Een geschrift, te weten een garantiebrief in de Turkse taal (ongedateerd), met als bijlage de beëdigde vertaling van de brief [documentcodes D-187 en D-187a].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[verdachte] zegt toe conform de overeenkomst die zij met uw firma is aangegaan op 19.05.2008, dat zij voor 30.09.2008 de gelden over de onroerende goederen die bekend staan onder provincie [provincie 1] , district [provincie 2] [provincie 3] , kavelnummer [adres ] en perceelnummer [1] - [2] - [3] zal betalen en de handelingen zal volbrengen ten einde de eigendomsakten op haar naam te kunnen laten zetten. [verdachte] staat garant voor € 800.000.- welke zij conform de overeenkomst moet betalen.
37. Een geschrift, te weten een Beknopte tussentijdse evaluatie aanschaftraject modaliteiten radiologie van [I] van mei 2008 [documentcode D-224].
Dit geschrift houdt in. voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Aangeschreven firma's: [J]
[K]
[L]
[M]
[N]
[O]
Gevraagd advies omtrent soort en aantal te vervangen modaliteiten, TCO, ROI, bemanning van de Buckykamers.
Gewenste configuraties
Buckykamer, C-boog voor OK, C-boog voor pijnpoli.
De werkgroep heeft de volgende ranglijst voor het totaalpakket opgesteld:
1. [J]
2. [P]
3. [K]
4. [L]
38. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 25 april 2014 [documentcode G-04-01].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [betrokkene 8]:
Ik ben begonnen bij het [Q] als medewerker grootboekadministratie. Mijn functie is sinds maart 2008 teamleider financiële administratie. Mijn bevoegdheden zijn het verwerken van financiële mutaties in het boekhoudpakket.
Ik zie dat [verdachte] de facturen van [B] (D-007 en D-008) heeft ondertekend, want ik herken haar handtekening. Er staat 1411010, dit is de code voor medische inventaris en 6060 is de kostenpost voor radiologie. Verder valt mij op dat ze zijn gericht aan [verdachte] en niet aan de crediteurenadministratie. Normaalgesproken richt de leverancier zijn factuur aan de crediteurenadministratie.
39. Een proces-verbaal verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 20 augustus 2014 [documentcode G-04-02].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [betrokkene 8] :
De omschrijving op de factuur “aankoop goederen voor de afdeling radiologie” geeft mij het idee dat het geboekt moet worden als medisch inventaris. Ik heb aan niemand gevraagd hoe deze factuur geboekt moest worden en heb zelf de beslissing genomen het als medische inventaris te kwalificeren gezien de omschrijving op de factuur.
40. Een proces-verbaal van verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 29 september 2014 [documentcode G-20-01].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [betrokkene 9] :
In 2008 ging het om de aanschaf van Bucky-apparatuur. [J] B.V. heeft de opdracht gekregen en een drietal Bucky-apparaten en twee mobiele röntgentoestellen geleverd.
In 2008 is er naar mijn weten geen project gegund aan [B] , dus ook niet de Bucky-apparatuur.
Ik herken de handtekening van [verdachte] op de facturen D-007 en D-008. Normaalgesproken worden facturen ter verificatie voorgelegd aan het hoofd van de afdeling of aan mij. Mijn handtekening of die van het hoofd van de afdeling radiologie ontbreekt. Kostenplaats 6060 is de kostenplaats van de afdeling radiologie, hierdoor hadden het hoofd van de afdeling radiologie en ikzelf op de hoogte moeten zijn van deze facturen.
41. Een proces-verbaal van verhoor van getuige ten overstaan van de rechter-commissaris van 24 mei 2018 [los].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [betrokkene 8] :
Ik kan mij niet herinneren dat [verdachte] tegen mij gezegd zou hebben dat de facturen (DOC-007 en DOC-008) ook op de rekening-courant directie geboekt moesten worden. Ik ga ervan uit dat zij dat niet heeft gezegd. Anders had ik het wel gedaan.
42. Een proces-verbaal van verhoor van getuigen ten overstaan van dé rechter-commissaris van 8 juni 2018 [los].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige [betrokkene 2] :
Ik merk uitdrukkelijk op dat het niet de bedoeling was dat het project (
het hof begrijpt: in Turkije) gefinancierd zou worden door het [Q] . Dit is ook nooit aan de orde geweest of besloten.
43. De verklaring van de getuige [betrokkene 9] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2023 [los].
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het investeringstraject van de Bucky-apparatuur begon in 2007-2008. De Bucky-apparatuur werd geleverd door Kodak/Carestream (Kodak is overgenomen door Carestream). De bijhorende echo-apparatuur is geleverd door [K] .
Ik kan niet met zekerheid zeggen bij welke van de twee trajecten [B] een rol heeft gespeeld maar de naam [B] is op enig moment naar boven gekomen. Ik kende [B] niet, maar het bleek een investeringsmaatschappij. Ik heb inderdaad een offerte aan [B] gevraagd maar die hebben wij niet ontvangen.
44. De verklaring van [betrokkene 8] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 september 2023 [los].
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De eerste [B] -factuur is als inventaris geboekt. De tweede factuur heb ik misschien veranderd naar de post inventaris omdat de eerste factuur daar ook op was geboekt. Ik heb hierover geen contact met [verdachte] gehad. De verdachte stond ver van de administratie af. Het boeken op bepaalde posten was mijn zelfstandige beslissing. [verdachte] hield zich niet bezig met de boekhouding.
47. Een geschrift, te weten een e-mail van 11 juli 2011 met als bijlage een afschrift van ING-Bank van 11 juli 2011 [documentcode D-062|.
Dit geschrift houdt in. voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Van: [verdachte]
Aan: [betrokkene 8]
Hi [betrokkene 8] , Onder omschrijving overname aandelen [C] volgens overeenkomst. Svp onderstaand bedrag overmaken zodat het morgen bij de notaris is.
[betrokkene 10] heeft mij verzocht ervoor zorg te dragen dat het bedrag voor de aandelen (EUR 200.000) voor morgenochtend op zijn derdengeldrekeningnummer bijgeschreven is, zodat er gepasseerd kan worden.
Het rekeningnummer is t.n.v. [R] .
Afschrift Slotervaartziekenhuis BV
Omschrijving Betaald
[R] Nota 11.07 200.000,00
Overname aandelen [C] volgens diverse overeenkomsten
54. Een geschrift, te weten een intentieovereenkomst van 30 juni 2011 [documentcode D-125].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ondergetekenden: [S] B.V., vertegenwoordigd door [verdachte] , en [C] B.V.
[verdachte] heeft het voornemen te investeren en te participeren in [C] B.V. De participatie door [verdachte] zal plaatsvinden door uitgifte van 42% van de aandelen in het kapitaal van [C] per 1 juli 2011. Investering door [verdachte] zal plaatsvinden door het verstrekken aan [C] van een lening van maximaal EUR 1.300.00,- (
het hof begrijpt: EUR 1.300:000.-).
De uitgifteprijs voor de aandelen bedraagt EUR 200.000,- en zal bij levering worden voldaan. Uitgifte vindt plaats uiterlijk op I juli 2011, zulks ten overstaan van een van de notarissen van [R] .
[verdachte] zal aan [C] een bij de bank achtergestelde lening verstrekken van € 1.300.000,-. Het uitkeren door [verdachte] wordt gekoppeld aan de realisatie van bepaalde tussen partijen overeen te komen en te behalen doelstellingen.
Ondertekend op 30 juni 3011.
(
handtekening) [betrokkene 11]
58. Een geschrift, te weten een e-mailcorrespondentie van 21 en 22 mei 2012 [documentcode D-166].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
From: [verdachte]
Date: 22 May 2012
To: a. [betrokkene 11] @ [C] .com
Subject: RE: Betreffende [C]
Ik reageer op je brief aan [S] , als directeur van [S] en niet als voorzitter Raad van Bestuur slz (
het hof begrijpt: Slotervaartziekenhuis). Dat zijn twee totaal verschillende posities.
59. Een geschrift, te weten een Statutenwijziging van 30 oktober 2007 documentcode [D-276].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Dertig oktober tweeduizend zeven verscheen voor mij, notaris, [betrokkene 4] , ten deze handelend als zelfstandig bevoegd bestuur van [A] B.V., handelend als enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis B.V.
De comparant verklaart de statuten van de vennootschap te wijzigen, zodat de gewijzigde casu quo aangevulde bepalingen met ingang van heden luiden als volgt: Artikel 20 wordt gewijzigd en luidt voortaan als volgt.
Aan de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering zijn onderworpen alle besluiten van het bestuur omtrent investeringen welke een bedrag € 100.000,00 te boven gaan.
60. Een verhoor van een getuige ten overstaan van de FIOD van 28 april 2014 (documentcode G-05-01].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
verklaring van de getuige [betrokkene 12]:
We wisten niet precies wat [C] zou doen, het is in ieder geval niet aan ons voorgelegd. [verdachte] was niet bevoegd tot het aankopen van aandelen. Volgens de statuten moest zij dit voorleggen aan de RvC.”
8. Voorts bevat het bestreden arrest, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, de volgende vaststellingen en bewijsoverwegingen van het hof:
“
Feiten en omstandigheden
Algemeen
Op 31 januari 2005 is [A] B.V. door [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4] ) opgericht. In 2006 heeft [A] B.V. het Slotervaartziekenhuis gekocht. Het Slotervaartziekenhuis is met ingang van 1 juni 2007 ondergebracht in een besloten vennootschap. [A] B.V. was tussen 1 juni 2007 en 14 maart 2013 enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis B.V. De aandeelhouders in [A] B.V. waren [T] B.V., waarvan [betrokkene 4] middellijk aandeelhouder was, [U] B.V. en [betrokkene 13] . Twee kinderen van de verdachte zijn (mede) aandeelhouders van [U] B.V. en [betrokkene 13] is het derde kind van de verdachte. De verdachte is geen aandeelhouder geweest van Slotervaartziekenhuis B.V.
[betrokkene 4] , overleden in december 2012, heeft in totaal € 26.000.000,00 aan het ziekenhuis geleend.
De verdachte is met ingang van 23 oktober 2006 benoemd tot bestuurder van het Slotervaartziekenhuis; met ingang van 1 juni 2007 werd zij voorzitter van de Raad van Bestuur. In die hoedanigheid was zij verantwoordelijk voor de algemene bedrijfsvoering en de financiën. Gedurende de gehele periode dat de verdachte als bestuurder was aangesteld, bestond geen schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen haar en het Slotervaartziekenhuis. Alhoewel de verdachte, [betrokkene 4] en de voorzitter van de Raad van Commissarissen ( [betrokkene 14] ) onderling regelmatig hebben gesproken over de (noodzaak tot) salariëring van de verdachte, is tot haar ontslag als bestuurder in 2013 nooit overeenstemming bereikt over de hoogte daarvan.
Op 1 juni 2007 zijn de statuten van Slotervaartziekenhuis B.V. (hierna ook: het Slotervaartziekenhuis) vastgesteld. De statuten van de vennootschap, zijn op 30 oktober 2007 gewijzigd. Sinds die datum bepaalt artikel 20 van de statuten dat de goedkeuring van de Algemene vergadering van Aandeelhouders is vereist bij investeringen door de vennootschap die een bedrag van € 100.000,00 te boven gaan.
Naar aanleiding van door de verdachte gevoerde, mislukte onderhandelingen met zorgverzekeraar Achmea, waardoor geen zorgovereenkomst tussen het Slotervaartziekenhuis en Achmea tot stand kwam, heeft de Raad van Commissarissen de verdachte per 19 februari 2013 als bestuurslid geschorst. De verdachte is vervolgens op 27 maart 2013 ontslagen.
In de periode dat de verdachte bestuurder van het Slotervaartziekenhuis was, hebben zich twee kwesties voorgedaan die aanleiding zijn voor deze strafzaak. Het gaat om a) de al dan niet valsheid van een tweetal facturen van [B] B.V. (hierna ook: [B] ), waarmee de verdachte zich wederrechtelijk gelden van het Slotervaartziekenhuis zou hebben toegeëigend, en b) de aankoop van aandelen in [C] B.V. door de verdachte waardoor zij ten eigen bate gelden aan het Slotervaartziekenhuis zou hebben onttrokken.
a. De facturen van [B] B. V.
De verdachte heeft vanaf 1 maart 2006 op eigen naam het resort [plaats] in Turkije gehuurd. De huurovereenkomst vermeldt dat de verdachte als eerste het recht heeft om het resort te kopen indien de eigenaar tot verkoop overgaat. De verdachte heeft op 18 mei 2008 een voorlopige koopovereenkomst getekend, waarin de aankoopprijs van € 9.600.000,00 vermeld staat. In deze voorlopige koopovereenkomst is ook vermeld dat de koper binnen zeven werkdagen na ondertekening € 200.000,00 aan de verkoper moet betalen, en een bankgarantie ter hoogte van € 800.000,00 moet zijn afgegeven.
[B] B.V., een bedrijf dat goederen leverde en diensten verleende aan zorgaanbieders, heeft op verzoek van de verdachte op 15 mei 2008 € 200.000,00 overgemaakt naar de Turkse privébankrekening van de verdachte. Dit bedrag is vanaf deze rekening aan de verkoper van het resort betaald. Op 22 mei 2008 is door ABN AMRO een bankgarantie van € 800.000,00 gesteld, die door [B] op verzoek van de verdachte was aangevraagd.
De verdere afspraken tussen de verdachte en [B] rond deze € 200.000,00 en € 800.000,00 houden onder meer in dat de verdachte zal zorgdragen voor dekking daarvan (‘cash cover’) “middels op enigerlei wijze storting op rekening van [B] in juni 5 ton en in juli eveneens 5 ton”.
[B] heeft twee facturen van elk € 500.000,00, gedateerd 24 juni 2008 en 7 augustus 2008, gestuurd aan de Raad van Bestuur van het Slotervaartziekenhuis, ter attentie van de verdachte. De facturen vermeldden als omschrijvingen "
Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie" respectievelijk "
Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen.t.b.v. afdeling Radiologie". De verdachte heeft deze facturen voorzien van haar handtekening en de administrateur van het Slotervaartziekenhuis, [betrokkene 8] , verzocht om deze twee facturen (met spoed dan wel de volgende dag) te betalen. De factuurbedragen van in totaal € 1.000.000,00 zijn op 30 juni 2008 en 8 september 2008 door het Slotervaartziekenhuis aan [B] overgemaakt. Vaststaat dat [B] geen goederen die verband houden met deze facturen aan (de afdeling radiologie van) het Slotervaartziekenhuis heeft geleverd.
De bankgarantie van € 800.000,00 is op 16 oktober 2008 ingeroepen door de verkoper van het resort [plaats] , omdat de verdachte het restant van de koopsom voor het resort niet binnen de daarvoor overeengekomen termijn heeft voldaan. De koop van het resort heeft niet plaatsgevonden.
b. De koop van aandelen in [C] B. V.
Op 7 augustus 1987 is [S] B.V. (hierna ook: [S] ) opgericht, waarvan de verdachte enig bestuurder was. De aandelen in deze vennootschap werden sinds 27 oktober 2008 gehouden door de verdachte (70 procent) en haar drie kinderen (elk 10 procent). [C] B.V. (hierna ook [C] ) en [S] B.V. hebben op 30 juni 2011 een intentieovereenkomst getekend, inhoudende dat [S] zal investeren en participeren in het digitale platform ‘ [C] ’. [S] zou 42 procent van de aandelen in [C] B.V. verwerven voor een bedrag van € 200.000,00. Onderdeel van de overeenkomst was dat indien vooraf te bepalen doelstellingen werden behaald, door [S] B.V. een achtergestelde lening aan [C] B.V. zou worden verstrekt.
De verdachte heeft op 11 juli 2011 aan administrateur [betrokkene 8] van het Slotervaartziekenhuis gevraagd € 200.000,00 van de rekening van het Slotervaartziekenhuis naar de rekening van notariskantoor [R] over te boeken onder vermelding van “overname aandelen [C] volgens overeenkomst". Het bedrag is op diezelfde dag door [betrokkene 8] aan de notaris overgemaakt. Een dag later, op 12 juli 2011, is een participatie- en aandeelhoudersovereenkomst tussen [C] B.V. en [S] B.V. getekend. De verdachte heeft namens [S] B.V. getekend. In de overeenkomst is opgenomen dat [S] voor 42 procent deelneemt in het aandelenkapitaal van [C] B.V.
Nadat [S] B.V. in maart 2014 door [C] B.V. in gebreke was gesteld omdat [S] niet aan haar verplichting tot het verstrekken van een lening had voldaan, heeft [S] B.V. haar aandelen in [C] B.V. aan [V] B.V. (een aandeelhouder van [C] ) verkocht. Op 23 april 2014 is in verband met die verkoop € 201.33 1,51 op de rekening van [S] B.V. bijgeschreven onder vermelding van “spoedbetaling [R] , aandelenoverdracht [C] B.V.”. [S] B.V. heeft op diezelfde dag € 200.000,00 overgeboekt naar de privérekening van de verdachte, waarna door de verdachte in vier delen een totaal van € 195.000,00 op de rekening van haar toen minderjarige zoon, [betrokkene 13] , is overgeschreven.
De facturen van [B] (feiten 1 en 2)
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de advocaat-generaal is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking en valsheid in geschrifte. De verdachte heeft de twee facturen van [B] B.V. valselijk laten opmaken, en zij heeft deze vervolgens door de financiële administratie van de Slotervaartziekenhuis B.V. aan [B] laten uitbetalen om daarmee een privéproject te financieren, namelijk de aankoop van het resort in [plaats] . De verdachte stond destijds in een persoonlijke dienstbetrekking tot de Slotervaartziekenhuis B.V. omdat zij inkomsten uit het ziekenhuis genoot, doordat zij boekingen en verrekeningen van privé-uitgaven deed op een rekening-courant bij de Slotervaartziekenhuis B.V.
Verweren van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van verduistering in dienstbetrekking van € 1.000.000,00 en van valsheid in geschrifte. Het project in Turkije betrof geen privéproject van de verdachte, maar een project van het Slotervaartziekenhuis. De beide voorschotfacturen van [B] B.V. zijn niet valselijk opgemaakt, maar waren daadwerkelijk betalingen aan [B] in verband met reeds door [B] verrichtte en nog te verrichten werkzaamheden voor zowel het ziekenhuis in [betrokkene 3] als de afdeling radiologie in het Slotervaartziekenhuis. Op het moment dat de facturen werden geformuleerd stonden [B] en het Slotervaartziekenhuis aan de vooravond van het gezamenlijk, moderniseren van de radiologie afdeling voor een bedrag dat hoger was dan gefactureerd werd op de beide voorschotnota’s. De omschrijvingen op de facturen van [B] waren derhalve correct, hetgeen reeds eerder in rechte is vastgesteld in een civiele procedure tussen onder andere het Slotervaartziekenhuis en [B] . De verdachte had geen opzet om zich de bedragen van in totaal € 1.000.000,00 wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte heeft de afdeling administratie immers (aan [betrokkene 8] ) uitdrukkelijk opgedragen om de facturen op de rekening-courant directie te boeken, zodat deze niet voor rekening van het Slotervaartziekenhuis zouden komen. De voorschotnota’s zijn echter door of op initiatief van de administrateur [betrokkene 8] onjuist in het betaalsysteem geboekt, hetgeen hersteld had kunnen worden en aan de aandacht van de verdachte is ontsnapt.
Vaststaat dat de verdachte € 1.000.000,00 van de Slotervaartziekenhuis B.V. heeft gebruikt om de twee facturen van [B] te (laten) voldoen. De vraag die het hof dient te beantwoorden is of de verdachte zich deze € 1.000.000,00 van de Slotervaartziekenhuis B.V. wederrechtelijk heeft toegeëigend voor de financiering van een privéproject van de verdachte, namelijk voor de aankoop van het resort in [plaats] . Die vraag wordt bevestigend beantwoord op basis van de navolgende overwegingen.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep volgt dat binnen het Slotervaartziekenhuis zowel bestuurders als diverse personeelsleden op de hoogte waren van plannen voor ‘het zogenoemde Turkije-project’. Dat neemt niet weg dat bewijs dat binnen het bestuur een concreet voornemen bestond tot het feitelijk starten en realiseren van het project in Turkije, ontbreekt. Zo is er geen formele besluitvorming door de Raad van Bestuur over de bereidheid tot en de omvang van de financiering van dit project. Het hof acht de verklaringen van de mede bestuurders van de verdachte, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , dat geen besluit is genomen over het starten dan wel realiseren van het project en de financiering daarvan, op dit punt betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Evenmin is aannemelijk geworden dat goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering is gevraagd of gekregen, die op basis van de statuten van de vennootschap wel was vereist. De voorzitter van de Raad van Commissarissen heeft verklaard dat de grootaandeelhouder niet verder wenste te investeren in het ziekenhuis of het resort in Turkije. De verdachte had daarom geen opdracht mogen geven tot de twee betalingen ten laste van het Slotervaartziekenhuis.
Dat het ‘Turkije-project’ een privéproject van de verdachte was volgt uit hetgeen is voorafgegaan aan het indienen van de twee voorschotfacturen van [B] B.V. Voordat de verdachte de afspraken met [B] maakte heeft zij immers geprobeerd om elders geld te lenen voor de aankoop van het resort [plaats] , hetgeen niet is gelukt. Zo heeft de verdachte op 24 april 2008 een e-mailbericht aan [betrokkene 4] geschreven, waarin zij de hoop uitspreekt dat hij haar een lening van € 10.000.000,00 gunt voor het kopen van de drie kavels (waaruit het [plaats] resort bestaat) voor haar kinderen. Daarna heeft de verdachte in mei 2008 aan [betrokkene 1] - in diens hoedanigheid van stichtingbestuurder - gevraagd of zij € 1.000.000,00 kon lenen van de [D] ( [D] ), waarvan [betrokkene 15] destijds directeur was, voor de aankoop van grond. Tenslotte is voor de financiering van het project omstreeks juli 2008 de [E] bank in Turkije benaderd.
Het hof overweegt dat als het Turkije-project een project van het Slotervaartziekenhuis was geweest, zoals de verdediging stelt, financiering door een derde partij niet voor de hand lag. Het (bestuur van het) Slotervaartziekenhuis had dan zelf de aanbetaling van € 200.000,00 en de bankgarantie van € 800.000,00 voor haar rekening kunnen nemen.
Dat het Turkije-project een privéproject van de verdachte betrof, vindt eveneens steun in de contacten tussen de verdachte en ( [betrokkene 6] , bestuurder van) [B] B.V. Daaruit volgt onder andere dat de verdachte aan [betrokkene 6] heeft geschreven dat zij nog een factuur heeft, waarvan doordrukken haar niet lukt en waardoor men teveel vraagtekens zal krijgen. De verdachte heeft in een e-mailbericht van 18 november 2008 aan [betrokkene 6] laten weten dat een factuur aan [plaats] resort moet worden gestuurd en niet naar “Slotervaart”, want “Slotervaart is niet de kopende partij”. Ook [betrokkene 6] schrijft in een e-mail dat het Slotervaartziekenhuis “niets” met het [plaats] resort te maken heeft. Op 18 maart 2009 laat de verdachte [betrokkene 6] weten dat een groot bedrag dubbel staat geboekt op radiologie, omdat enerzijds is betaald aan de leverancier (het hof begrijpt: niet zijnde [B] en betreffende radiologieapparatuur) en anderzijds voorschotbetalingen aan [B] hebben plaatsgevonden. De verdachte verzoekt [betrokkene 6] in datzelfde e-mailbericht het bedrag te crediteren, waarna zij een oplossing zal organiseren om het weer aan [betrokkene 6] terug te betalen. Volgens een later e-mailbericht aan [betrokkene 6] meent de verdachte dat facturen wel gecrediteerd móeten worden, omdat het niet te verantwoorden valt.
De verdediging heeft naar voren gebracht dat het resort zou worden geleverd aan de verdachte, dan wel een “nader te noemen meester” en dat deze “nader te noemen meester” een nog op te richten rechtspersoon betrof. Voor zover hiermee is bedoeld te stellen dat het Slotervaartziekenhuis deze “nader te noemen meester” zou zijn, is hiervoor in het dossier geen aanwijzing te vinden. Het hof acht dit dan ook niet aannemelijk.
Het leveren van radiologieapparatuur door [B]
Voor zover de verdediging heeft betoogd dat de kosten als vertekening dienen te worden gezien omdat [B] (ook) de opdracht vanuit het Slotervaartziekenhuis had gekregen radiologieapparatuur te leveren, overweegt het hof dat hiervoor geen aanknopingspunten zijn en dat dit ook anderszins niet aannemelijk is geworden. De werkgroep die binnen het Slotervaartziekenhuis bezig was met de selectie van firma’s die apparatuur voor de radiologieafdeling konden leveren, heeft een ranglijst gemaakt. [B] is niet vermeld in de lijst van aangeschreven firma’s en ook niet in de ranglijst voor het totaalpakket. Een offerte van [B] voor het leveren van apparatuur voor de radiologie is niet aangetroffen. Ook staat vast dat [B] geen apparatuur heeft geleverd voor de radiologie afdeling.
Het boeken van de betalingen in het betaalsysteem
Ook het verweer dat de verdachte de afdeling administratie uitdrukkelijk heeft opgedragen om de facturen op de rekening-courant directie te boeken, zodat deze niet voor rekening van het Slotervaartziekenhuis zouden komen, wordt verworpen. Noch het dossier noch het verhandelde ter zitting in hoger beroep bevat enige aanwijzing dat de verdachte aan [betrokkene 8] of een andere administratief medewerker instructies heeft gegeven om de betalingen op een bepaalde post of een rekening-courant te boeken. Het dossier bevat wel twee e-mailberichten van de verdachte waarin zij opdrachten geeft aan [betrokkene 8] om de facturen van [B] B.V. te betalen. Het e-mailbericht bij de factuur van 24 juni 2008 bevat als begeleidende tekst: “ [betrokkene 8] , Svp spoedbetaling, vandaag betalen Groeten [verdachte] ” en bij de factuur van 7 augustus 2008: “ [betrokkene 8] , Deze factuur morgen betalen, laat mij deze alvast aftekenen. Groeten”. [betrokkene 8] heeft als getuige verklaard dat hij “op eigen initiatie”’, dat wil zeggen conform zijn taken en verantwoordelijkheden als administrateur, de betalingen aan [B] op de post “medische inventaris” in het boekhoudsysteem heeft geboekt. Naar zijn zeggen heeft hij hierover geen contact gehad met de verdachte, die zich volgens hem niet bezighield met de boekhouding.
De verdachte heeft haar medebestuurders niet op enig moment de vraag voorgelegd of de bedragen op de facturen van [B] , die in verband staan met de aanbetaling en de bankgarantie voor het resort in Turkije, ten laste van het Slotervaartziekenhuis mochten worden gebracht. Dat de verdachte niet de intentie had om deze twee facturen zelf te betalen of terug te betalen aan het Slotervaartziekenhuis wordt bevestigd doordat zij, toen zij in maart 2009 op de hoogte was van de dubbele boeking op de afdeling radiologie, geen actie heeft ondernomen om hierover openheid van zaken te geven aan haar medebestuurders. Het hof acht daarom niet van belang op welke post de betalingen aan [B] B.V. uiteindelijk in de administratie zijn geboekt, noch of een eventuele “onjuiste” boeking later had kunnen worden hersteld. Voor het antwoord op de vraag of de verdachte zich de bedragen van tweemaal € 500.000,00 wederrechtelijk heeft toegeëigend is het moment dat zij [betrokkene 8] verzocht de betalingen te verrichten en aan deze verzoeken gehoor werd gegeven, doorslaggevend.
Uit het voorgaande volgt dat de omschrijvingen op de facturen, kortgezegd voorschotten “zekerstelling” voor radiologiegoederen, niet overeen kwamen met de bestemming van de betalingen, namelijk als aanbetaling en dekking voor de bankgarantie voor het nog te ontwikkelen [plaats] resort. Zij zijn, gezien de initiërende rol van de verdachte bij de formulering van die omschrijvingen, bewust gekozen om de hiervoor beschreven verduistering te verhullen. Dit kwalificeert als het valselijk doen opmaken van documenten. Voor zover de verdediging de stelling betrekt dat over de valsheid van de facturen reeds in rechte een oordeel is gegeven, wordt dit verweer verworpen. Deze stelling miskent dat in de civiele procedure enkel de vraag aan de orde was of [B] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de verdachte bevoegd was het Slotervaartziekenhuis te vertegenwoordigen bij haar afspraken met [B] , en niet (ook) of sprake was van valsheid in strafrechtelijke zin.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tenlastegelegde verduistering van € 1.000.000,00 en aan de onder 2 tenlastegelegde valsheden in geschrift door de facturen vals te laten opmaken en deze vervolgens te gebruiken door ze in de administratie van het Slotervaartziekenhuis te laten brengen.
De aandelen in [C] (feit 3)
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de advocaat-generaal is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van € 200.000,00. De verdachte heeft [betrokkene 8] op 11 juli 2011 verzocht € 200.000,00 van een bankrekening van het Slotervaartziekenhuis over te boeken naar notariskantoor [R] onder vermelding van "overname aandelen [C] volgens overeenkomst” en dat is op 13 juli 2011 ook gebeurd. Toen zij later de aandelen in [C] B.V. aan [V] B.V. verkocht en een bedrag van € 201.331,51 op de rekening van [S] B.V. was bijgeschreven, heeft zij het bedrag van € 200.000,00 niet terugbetaald aan de Slotervaartziekenhuis B.V., maar overgeboekt naar haar privérekening, waarna zij een totaalbedrag van € 195.000,00 op de rekening van haar zoon, [betrokkene 16] , overschreef. Omdat de verdachte door boekingen en verrekeningen van privé-uitgaven op een rekening-courant inkomsten uit het ziekenhuis genoot, is deze verduistering geschied terwijl zij in een persoonlijke dienstbetrekking tot het Slotervaartziekenhuis stond.
Verweren van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat geen sprake is geweest van verduistering en dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken. Er is bewust voor gekozen om de aandelen te plaatsen bij [S] B.V., die in handen was van indirecte aandeelhouders van de Slotervaartziekenhuis B.V. Reden daarvoor was dat het Slotervaartziekenhuis niet rechtstreeks betrokken kon zijn bij [C] B.V., dat immers een platform moest zijn voor alle ziekenhuizen. De aankoop van de aandelen in [C] was in het belang van het Slotervaartziekenhuis, omdat dit kostenbesparende en efficiëntie verhogende effecten had voor het ziekenhuis. De verdachte heeft rechtmatig aanspraak gemaakt op de tegoeden die vrijkwamen door de verkoop van de aandelen [C] die bij [S] zijn terechtgekomen, omdat zij als privépersoon een vordering op [S] had die dit bedrag verre oversteeg.
Het oordeel van het hof
Als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte [S] B.V., waarvan zij grootaandeelhouder was, aandelen in [C] B.V. heeft laten verwerven. De aankoopkosten zijn ten bedrage van € 200.000,00 ten laste gekomen van het Slotervaartziekenhuis. De aandelen zijn geleverd aan [S] B.V., en niet aan Slotervaartziekenhuis B.V. Vaststaat ook dat voor de aankoop van de aandelen geen goedkeuring was van de overige bestuurders en een formeel bestuursbesluit ontbreekt. Ook is de aandeelhoudersvergadering niet overeenkomstig de statuten van de B.V. geïnformeerd. Een van de leden van de Raad van Commissarissen, [betrokkene 12] , heeft verklaard dat de aankoop van [C] evenmin aan de Raad van Commissarissen is voorgelegd.
De stelling van de verdediging dat de aandelen (het hof begrijpt: met goedkeuring van de overige bestuurders en/of de aandeelhoudersvergadering) bij [S] B.V. werden geplaatst omdat het Slotervaartziekenhuis niet rechtstreeks betrokken kon zijn bij [C] B.V., wordt niet gevolgd. Dit is door de betrokken bestuurders, die als getuige zijn gehoord, ontkend. Het hof acht deze verklaringen betrouwbaar. Ook overigens volgt geen begin van aannemelijkheid van deze stelling uit het dossier.
Het hof is van oordeel dat de wederrechtelijke toeëigening heeft plaatsgevonden op het moment van de aankoop van de aandelen op 11 juli 2011. Aan de bespreking van het verweer dat het verkoopbedrag van de aandelen zou worden verrekend met een vordering van de verdachte op [S] B.V., een stelling die overigens niet is onderbouwd, komt het hof daarom niet toe.
Conclusie
De verdachte heeft, toen zij op 11 juli 2011 € 200.000,00 van de rekening van Slotervaartziekenhuis B.V. liet overboeken, zich dit bedrag wederrechtelijk toegeëigend. Die wederrechtelijkheid wordt niet weggenomen doordat, zoals de verdediging naar voren heeft gebracht, Slotervaarziekenhuis B.V. (in de toekomst) mogelijk – via [S] B.V. – voordeel van de aandelenaankoop had kunnen genieten, wat daar ook van zij, omdat ook dan nog sprake is van wederrechtelijk toeëigening. Het hof acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 tenlastegelegde verduistering van € 200.000,00.
In persoonlijke dienstbetrekking (feiten 1 en 3)
Het hof beantwoordt de vraag of de verdachte ten tijde van het plegen van de strafbare feiten 1 en 3 in persoonlijke dienstbetrekking stond tot de Slotervaartziekenhuis B.V. bevestigend. Daaromtrent wordt het volgende overwogen.
Voorop staat dat het bestaan van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst geen noodzakelijk vereiste is om te kunnen spreken van een ‘persoonlijke dienstbetrekking’ in de zin van artikel 322 Wetboek van Strafrecht (Sr) (Hoge Raad van 7 mei 1934). De verdachte is met ingang van 23 oktober 2006 benoemd tot directeur en vanaf 1 juni 2007 voorzitter van de Raad van Bestuur van het Slotervaartziekenhuis. De verdachte heeft zich in 2008 daadwerkelijk gedragen als directeur van het Slotervaartziekenhuis toen zij de facturen van [B] voor akkoord ondertekende, doorstuurde naar de financiële afdeling van het Slotervaartziekenhuis en opdracht gaf aan [betrokkene 8] om deze te betalen. Dat geldt ook voor de aankoop van de aandelen in [C] in 2011. De verdachte deed privé-uitgaven op rekening van het Slotervaartziekenhuis. [betrokkene 4] bepaalde bij het opstellen van de jaarstukken de hoogte van een vergoeding voor de verdachte (€ 80.000 tot € 100.000) waarna een deel van haar schuld resteerde. Het hof leidt uit deze feiten af dat, toen de verdachte zich in 2008 en 2011, geldbedragen van in totaal € 1.200.000,00 toeëigende, zij in de zin van artikel 322 Sr in een persoonlijke dienstbetrekking stond tot het Slotervaartziekenhuis en het geldbedrag uit hoofde van die dienstbetrekking onder zich had.”