Conclusie
Nummer23/01019 C
Inleiding
Het middel
is die Colombiaan met jou meegegaan?" Kapitein:
ja.Opdrachtgever:
vaar snel) geeft de opdrachtgever over die conversatie geen uitleg, blijft een begrijpelijke uitleg over dat meevaren achterwege en volstaat hij in verhoor bij de politie met het stellen van tegenvragen, en stelt hij later dat hij het meereizen was vergeten, dat hij begrijpt dat het vreemd overkomt dat hij daarover niet direct heeft verklaard, maar dat het voor hem niet zo belangrijk was.
Hey, kapitein, hoe gaat het/Gaan we samenwerken? Kom je me ophalen?"De kapitein zegt van dit bericht niet te weten, weet ook niet wie de persoon is. Pas na doorvragen: het is niet de meevarende Colombiaan, maar een ander met wie ik wel eens samenwerk in Constructies. Deze stelling is op zichzelf blijven staan.
wat ging mis met die ding, man", "
verdomme man, maar hoe komt het dan".
Uiteindelijk je weet hoe iedereen in dit ding heeft gehandeld. Waarom zal je je uiterste best doen, jezelf voor de gek houden, zit vast voor hen en ze steken geen hand voor je uit", waarmee hij kennelijk aangeeft te weten wie de belanghebbenden bij de partij cocaïne zijn, zij niets voor hem doen, terwijl hij vastzit voor hén. De vriendin van de opdrachtgever reageert min of meer bespiegelend: "
Kijk Umpi, niks gebeurde voor niets. Dit is een goede les voor ons", waarop de opdrachtgever reageert met: "
Dit ding verpest ons(..) Dit ding heeft mij verpest".' Desgevraagd in verhoor bij de politie heeft de opdrachtgever ervoor gekozen om te zwijgen. Het Hof acht de voren weergegeven inhoud voor de waardering van de bewijsmiddelen redengevend.
[betrokkene 5] zal komen en zelf zorg zal dragen voor die ding. Volgens de kapitein
zullen zij gaan, zodra [betrokkene 5] komt. Dan is alles klaar, aldus de opdrachtgever. Verder
weet [betrokkene 5] al wat hij moet komen zeggen.De kapitein merkt nog op dat
eigenlijk iedereen moet gaan, omdat [betrokkene 5] die ding had gezet.En in een afgeluisterd telefoongesprek dat de opdrachtgever heeft gevoerd met (de dubbelrol spelende politieman) Janzen geeft de opdrachtgever te kennen dat het hem veel waard is
dat aan [betrokkene 5] zo spoedig mogelijk wordt duidelijk gemaakt dat hij dat ding van de hand niet heeft. De ding van zijn hand zal hem verwurgen. In verhoor geconfronteerd met deze geluidsopname en de daaraan door de politie gegeven duiding – 'het ding van de hand' is een mobiele telefoon waarin belastende informatie is opgeslagen, die niet in handen van de politie moet komen – doen zowel de opdrachtgever als de kapitein in wezen er het zwijgen toe. Ook uit een afgeluisterd telefoongesprek dat door de opdrachtgever met zijn vrouw is gevoerd blijkt, dat de opdrachtgever er veel aan is gelegen dat [betrokkene 5] een verklaring gaat afleggen
die dit hele ding kan veranderen.