3.3Het hof heeft daartoe de volgende bewijsmiddelen gebezigd:
“
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna is verwezen naar een proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente is - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal genummerd 2017/08 opgemaakt door [verbalisant] . sociaal rechercheur.
1. de verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 28 september 2020, voor zover inhoudend:
Ik ontving een bijstandsuitkering via de Afdeling Sociale Zaken van de gemeente [plaats] . Ik heb de controleformulieren die de gemeente mij toezond ingevuld en ondertekend. Ik woon op het adres [c-straat 1] te [plaats] . Dat adres heb ik ook op die formulieren ingevuld. Ik ken [medeverdachte] sinds 2009. Zij woont op de [b-straat 1] te [plaats] . Ik kom daar een paar keer per week. Ik had een sleutel van de woningen van [medeverdachte] , en ik maakte gebruik van de auto van [medeverdachte] . Die auto was korte tijd op mijn naam geregistreerd en daarna weer op naam van [medeverdachte] . Ik zorgde voor de kleinzoon van [medeverdachte] door hem 5 a 6 keer per week aan te kleden, zijn brood te smeren en naar school te brengen vanaf het adres van [medeverdachte] . Ik liet de hond van [medeverdachte] uit. Ik heb het voedselpakket van [medeverdachte] opgehaald met een machtiging van [medeverdachte] .
Ik ging vanaf 2010 vaak met haar mee naar [camping] te [plaats] . Ik kwam daar vaak. Ik deed in die periode ook samen met [medeverdachte] boodschappen. Wij aten samen en wij gingen ook samen naar de dokter.
Ik heb twee scooters gekocht in Enschede, één voor haar en één voor mijzelf. [medeverdachte] heeft een scooter op haar naam gezet en zij maakte daarvan ook gebruik. Ik heb met [medeverdachte] besproken wat er mag of niet mag, in het kader van samenwonen, in combinatie met een uitkering. De regels waren dat ik deed wat de gemeente van mij verwachtte als burger van [plaats] .
De voorzitter vraagt mij of ik bereid en in staat ben om een taakstraf te verrichten. Ik antwoord hierop dat, indien met mijn fysieke beperkingen rekening wordt gehouden, ik wel in staat ben om een taakstraf te verrichten.
2. het proces-verbaal van verhoor, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente, opgemaakt op 28 maart 2017, voor zover zakelijk weergegeven inhoudend als verklaring van [medeverdachte] :
V: Hoe ziet u samenwonen.
A: Ik woon niet samen je mag niet vaker dan twee keer per week bij elkaar zijn. [verdachte] heeft haar eigen woning en ik de mijne.
V: Hoe weet u dat, waar staat dat twee dagen, hebben jullie daar overgesproken.
A: Ja, ik heb dat wel eens op televisie gezien, ik heb daar ook wel eens met [verdachte] over gesproken.
3. een geschrift, te weten een overzicht van de verblijfshistorie van verdachte en van [medeverdachte] , als bijlage gevoegd bij het aanvullend proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudend:
Hieronder is de verblijfshistorie van verdachten opgenomen. De gegevens zijn afkomstig uit het landelijk BRP
[verdachte] :
[c-straat 1] , [plaats] 01/02/2009
[medeverdachte]
[b-straat 1] , [plaats] 01/04/2013
[a-straat 1] , [plaats] 01/03/1996
4 het proces-verbaal van bevindingen, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente, opgemaakt op 10 april 2017, voor zover zakelijk weergegeven inhoudend:
Op 10 april 2017 ben ik naar de woning gegaan van de [betrokkene 1 en betrokkene 2] . Zij woonden in het verleden aan de [a-straat 2] te [plaats] en waren buren van [medeverdachte] en [verdachte] .
Beiden hebben 42 jaar aan de [a-straat 2] te [plaats] gewoond.
[medeverdachte] is daar komen wonen. [medeverdachte] had via contactadvertenties [verdachte] ontmoet.
[verdachte] woonde toen nog in [plaats] en is voor [medeverdachte] naar [plaats] gekomen.
[verdachte] heeft verteld dat ze een huisje had in de [c-staat] . In de zomermaanden waren ze heel veel op [camping] in [plaats] . Korte tijd voordat zij zelf verhuisd zijn, zijn [medeverdachte] en [verdachte] verhuisd naar de [plaats] . Als laatste kunnen ze zich herinneren dat de kleinzoon [betrokkene 1] daar ook geregeld bij hun thuis was. Zij zagen [medeverdachte] en [verdachte] dagelijks aan de [a-straat 1] .
5. een geschrift, te weten een handgeschreven getuigenverklaring, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente , opgemaakt op 17 februari 2017, voor zover zakelijk weergegeven inhoudend als de verklaring van [betrokkene 2] , wonende op het adres [c-staat 2] te [plaats] (O):
U vraagt mij naar de bewoners van [c-straat 1] . Omdat ik al jaren in de buurt woon en dagelijks meerdere keren mijn hond uitlaat. Op [c-straat 1] woont niemand. De vrouw ken ik niet van naam maar ik zie haar ongeveer één keer per week op de scooter, soms in een scootmobiel en soms in een auto. Zij heeft ook een keer verteld over de camping. Ik weet zeker dat zij er niet woont want ik loop er vier keer per dag langs en ik zie haar nooit.
6. een geschrift, te weten een handgeschreven getuigenverklaring, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente , opgemaakt op 17 februari 2017, voor zover zakelijk weergegeven inhoudend als de verklaring van [betrokkene 3] , wonende op het adres [c-straat 4] te [plaats] (O):
U vraagt mij naar de buren op [c-straat 1] . Daar staat een vrouw ingeschreven. Toen ik er in oktober 2015 kwam wonen heeft zij zich voorgesteld als [verdachte] . Zij is er eigenlijk nooit. Zij komt alleen op maandag of dinsdag met haar scooter aangereden. Zij gaat naar binnen. Ik hoor dat zij een stofzuiger pakt en ik hoor haar praten. Ik weet zeker dat zij op de andere dagen niet aanwezig is omdat ik dan geen scooter zie en verder ook niets van haar hoor. De woningen zijn gehorig dus je hoort er zo goed als alles.
7. een geschrift, te weten een handgeschreven getuigenverklaring, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente , opgemaakt op 29 maart 2017, voor zover zakelijk weergegeven inhoudend als de verklaring van [betrokkene 4] , wonende op het adres [c-straat 3] te [plaats] (O):
Ik woon hier vier jaar. Ik zag [verdachte] weleens aankomen met de scooter. Dat is rond 09:00 uur. Zij verbleef hier kort en ging dan weer weg. Als de schoonmaakster komt dan komt zij ook. [verdachte] heeft in het verleden weleens tegen mij gezegd dat zij bij haar partner woont.
8. een geschrift, te weten een handgeschreven getuigenverklaring, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente , opgemaakt op 28 maart 2017, voor zover zakelijk weergegeven, inhoudend als de verklaring van [betrokkene 5] , wonende op het adres [b-straat 2] te [plaats] (O):
Ik woon samen met mijn vrouw al vijfendertig jaar op dit adres. U vraagt mij naar de bewoners van [b-straat 1] . Daar wonen twee vrouwen. Ik weet hun namen niet. Wij zien ze vaak omdat zij bij mooi weer via de achterzijde de woning met de scooter verlaten. Zij hebben ook een scootmobiel en een auto. Zij kwamen hier wonen toen de vorige bewoner kwam te overlijden. Ik denk vanaf 2013 ongeveer. Voorheen hadden ze een witte auto zoiets als de paus had.
9. een geschrift, te weten een handgeschreven getuigenverklaring, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente , opgemaakt op 28 maart 2017, voor zover zakelijk weergegeven, inhoudend als de verklaring van [betrokkene 6] , wonende op het adres [b-straat 4] te [plaats] (O):
U vraagt mij naar de buren van [b-straat 1] . Daar wonen [verdachte] en [medeverdachte] . [verdachte] staat officieel ingeschreven op een ander adres. Zij hebben allebei een scooter. Ik zie [verdachte] dagelijks. [medeverdachte] zit de hele dag achter de computer en [verdachte] doet alle werk.
10. Een geschrift zijnde een toekenningsbrief “WWB, toekenning uitkering” van 24 maart 2009, kenmerk: 0100005922 , waarin staat vermeld:
Geachte [verdachte] ,
Op 21 januari 2009 hebt u een uitkering aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de noodzakelijke kosten van het bestaan. Wij hebben besloten u deze toe te kennen vanaf 1 februari 2009.
Bij de vaststelling van de hoogte van de uitkering zijn wij van het volgende uitgegaan.
U bent alleenstaande (artikel 4, aanhef en onder a, WWB).
De bijstandsnorm is € 898,70 per maand (70% van de gehuwdennorm). Dit is de bijstandsnorm voor alleenstaanden, waarbij rekening is gehouden met de volgende omstandigheden:
u bent 23 jaar of ouder en jonger dan 65 jaar;
u deelt de noodzakelijke kosten van het bestaan niet met een ander;
u hebt woonkosten.
U bent verplicht direct alles te melden wat van invloed kan zijn op uw uitkering en arbeidsinschakeling. Als dit mogelijk is moet u daarvan bewijsstukken overleggen. Bovendien dient u die medewerking te verlenen die noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet (artikel 17 en artikel 55 WWB). In de bijlage kunt u voorbeelden lezen van situaties waarin u informatie moet verstrekken. Als er zich in uw persoonlijke situatie een wijziging voordoet die van invloed kan zijn op de hoogte of de. voortzetting van uw uitkering, moet u deze wijziging doorgeven.
11. Geschriften, telkens zijnde controleformulieren, gemeente [plaats] , telkens ondertekend door verdachte, met betrekking tot de periode de periode 01-04-2013 t/m 30-4-2013, 01-04- 2014 t/m/ 30-04-2014 en 01 -04-2015 t/m 30-04-2015
Verdachte woonachtig op het adres: [c-straat 1] , [plaats] heeft op de vragen
“1 .Nieuwe woon- /verblijfplaats van:” “geen verandering” ingevuld.
Op ieder formulier staat voorts telkens:
“de samenstelling van bovenstaande gegevens van de gezinssamenstelling niet zijn gewijzigd” “het bovengenoemde woon- en verblijfsadres voor alle gezinsleden klopt”.
“U weet dat
- U belangrijke wijzigingen direct moet melden bij Sociale Zaken. (bijvoorbeeld wanneer u aan het werk gaat, gaat verhuizen of uw gezinssamenstelling wijzigt)
- Wij de uw uitkering kunnen verlagen, beëindigen en terugvorderen wanneer u ons onjuist of onvolledig informeert.
- U strafrechtelijk vervolgd kunt worden wanneer u met opzet onjuiste of onvolledige informatie verstrekt.”
12. het proces-verbaal van bevindingen, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van de Sociale Recherche Twente (pagina 3 tot en met 7), opgemaakt op 27 augustus 2017, voor zover zakelijk weergegeven inhoudend:
Op 1 februari 2009 werd door [verdachte] een aanvraag ingediend bij de Afdeling Sociale Zaken van de gemeente [plaats] voor een uitkering ingevolge de Wet Werk en bijstand (later Participatiewet). Daartoe werd door verdachte een aanvraag- en/of inlichtingenformulier ingevolge deze wet ingevuld, gedagtekend en ondertekend.
Naar aanleiding van de ingediende aanvraag werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders van gemeente [plaats] ingaande 01-02-2009 aan verdachte een uitkering toegekend ingevolge de Wet werk en bijstand/Participatiewet.
De gemeente [plaats] maakt gebruik van controleformulieren. Over de periode 01-04-2013 t/m 30-4-2013,01 -04-2014 t/m/ 30-04-2014 en 01-04-2015 t/m 30-04-2015 heeft de gemeente deze formulieren aan verdachte [verdachte] verzonden.
Op de formulieren heeft verdachte niet ingevuld dat zij op een ander adres een gezamenlijke huishouding voert. Zij heeft de formulieren voor waarheid ondertekend. Op een aanvraagformulier bijzondere bijstand vult verdachte in dat zij alleenstaand zonder kinderen is. Zij ondertekent deze op 17-4-2015. Indien verdachte had gemeld dat zij een gezamenlijke huishouding voerde met [medeverdachte] dan was aan haar geen uitkering verstrekt.
Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van [plaats] , is ingaande 21-06-2016 de uitkering aan verdachte [verdachte] beëindigd in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
[camping]
Bij [camping] is informatie opgevraagd over verdachten. Op dinsdag 28-3-2017 kwam een antwoord per mail. In de mail staat dat [medeverdachte] en [verdachte] hebben op onze camping een seizoenplaats gehad in 2009-2010-2011 tot augustus 2012 (van de laatste een bijlage) voor hun 2en en hun broer [betrokkene 7] kwam ook af en toe op bezoek. Op de bijgevoegde factuur staat [medeverdachte] en [verdachte] , [a-straat 3] te [plaats] . Het betreft de betaling van stageld, winterstalling, dag bezoek, 2 honden 2 personen. Ik heb telefonisch contact opgenomen met de eigenaren. Zij kennen verdachten wel en kunnen zich goed herinneren dat zij op de camping stonden. In het seizoen waren ze elk weekend aanwezig en alle mooie dagen en vakantieperioden.
Waterverbruik (bewijsmiddel 14)
Op 6 december 2016 is het waterverbruik vanaf 2009 op de [c-straat 1] opgevraagd bij [B] . Op 13 december 2016 is het waterverbruik vanaf 2013 op de [b-straat 1] opgevraagd bij [B] . Voor beide adressen is een reactie ontvangen.
Het gemiddeld verbruik voor een eenpersoonshuishouden ligt rond de 45m3, voor twee personen rond de 91 m3, voor drie personen rond 137m3, voor vier personen rond de 169m3. De aansluiting op het adres waar verdachte [verdachte] staat ingeschreven, [c-straat 1] , [plaats] OV staat op naam van [verdachte] (begindatum contract 09-01-2009). Het verbruik op dit adres is niet in lijn met het aantal ingeschreven personen (1). Er wordt veel minder verbruikt dan bij een eenpersoonshuishouden verwacht mag worden. In het verbruik op dit adres zijn bijzonderheden opgevallen. Het verbruik kent over de jaren 2009 tot en met 2012 harde gegevens. Ook de meterstand van 19-04-2016 is hard, aangezien toen de meterwisseling heeft plaatsgevonden. Over de jaren 2012 tot en met 2016 is er gemiddeld zo’n 4,25 m3 verbruikt. Over alle jaren, dus vanaf 2009, is het waterverbruik zo laag, dat er redelijkerwijs niet aangenomen kan worden dat de woning feitelijk bewoond was.
De aansluiting op het adres waar verdachte [medeverdachte] staat ingeschreven; [b-straat 1] , [plaats] staat op naam van [medeverdachte] (begindatum contract 01-04-2013). Het verbruik op dit adres is niet in lijn met het aantal ingeschreven personen (1). Er wordt veel meer verbruikt dan bij een eenpersoonshuishouden verwacht mag worden. In het verbruik op dit adres zijn bijzonderheden opgevallen. Het verbruik kent over de jaren 2013, 2014 en 2016 harde gegevens. Het verbruik over 2015 is geschat. Vanaf 09-10-2014 tot met de meterwisseling op 28-03-2016 (ongeveer 1,5 jaar) is er 119 m3 verbruikt. Het waterverbruik is vanaf 2013 dermate hoog, dat er sprake is van een gemiddeld gebruik voor 2 personen (ong. 91 m3).
Scooters (bewijsmiddel 15)
Op donderdag 6 april 2017 heb ik het Scooterpaleis [plaats] in [plaats] bezocht. Hieruit is duidelijk geworden dat op 15-09-2012 twee bromfietsen( scooters) gekocht zijn met kenteken [kenteken 1] en [kenteken 2] . De factuur is per pin betaald. Het totale bedrag is € 2400,00 en de factuur staat op naam van verdachte [verdachte] , [c-straat 1] te [plaats] .
Benadelingsbedrag
In verband met het vorenstaande werd door de financiële administratie van de gemeente [plaats] vastgesteld, dat aan verdachte over de periode 01-02-2009 t/m 21-06-2016 ten onrechte uitkering was verstrekt tot een bruto bedrag van € 109.717,57.
13. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 28 maart 2017 bevattende informatie van [camping] zakelijk weergegeven inhoudende:
[medeverdachte] en [verdachte] hebben op onze camping een seizoenplaats gehad in 2009-2010-2011 tot augustus 2012 (van de laatste een bijlage) voor hun tweeen.
14. Een geschrift, te weten een factuur van 28 maart 2017 van [camping] betreffende verdachte inhoudende:
Ten name van
[medeverdachte] . & [verdachte]
[a-straat 1]
[plaats]
Betalingsoverzicht
Seizoenplaats 33 van 02-04-2012 tot 04-08-2012
15. Een geschrift, te weten een e-mailbericht van klantenservice@ [B] van 14 december 2016 betreffende verdachte inhoudende:
Leveringsadres: [c-straat 1] , [plaats] (O)
Begindatum contract: 9 januari 2009
Naam contractant: [verdachte]
Overzicht van de meterstanden:
Opnamedatum
Opnamewijze
Meterstand
Periodeverbruik
Jaarverbruik
19-04-2016
31-03-2016
31-03-2015
31-03-2014
31-03-2013
07-03-2012
09-03-2011
07-03-2010
09-01-2009
Meterverwisseling
Geschat
Geschat
Geschat
Geschat
Telefoon
Meterkaart
Internet
Klant
151m3
146m3
143m3
140m3
137m3
134m3
131m3
130m3
128m3
5m3
3m3
3m3
3m3
3m3
3m3
1m3
2m3
0m3
96m3
3m3
3m3
3m3
3m3
3m3
1m3
2m3
0m3
Leveringsadres: [b-straat 1] , [plaats]
Informatie verzoek;
Naam contractant: [medeverdachte]
Overzicht van de meterstanden:
Opnamedatum Opnamewijze Meterstand Periodeverbruik Jaarverbuik
03-09-2016 Internet 35m3 35m3 81m3
29-03-2016 Meterwisselingen 0m3 m3
Opnamedatum
Opnamewijze
Meterstand
Periodeverbruik
Jaarverbruik
28-03-2016
30-09-2015
09-10-2014
17-09-2013
01-04-2013
Meterwisseling
Geschat
Internet
Meterkaart
Klant
842m3
794m3
723m3
647m3
606m3
48m3
71m3
76m3
41m3
0m3
97m3
73m3
72m3
89m3
0m3
16. Een geschrift, te weten een factuur van 15 september 2012 van Scooterpaleis [plaats] in [plaats] inhoudende:
[verdachte]
[c-straat 1]
[plaats]
Factuur
[C] ( [kenteken 1] )
Framenummer: LB5TB8510CZ502368
[C] ( [kenteken 2] )
Framenummer: LB5TB8513CZ50230
Totaal € 2.400,00
17. het proces-verbaal van verhoor, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal Van de Sociale Recherche Twente , opgemaakt op 28 maart 2017, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
V= vraag verbalisant
A= antwoord verdachte
V: Hoe verplaatst u zich als u ergens naar toe moet?
A: Met de brommer, of ik ga met de trein. De scooter/brommer staat bij mijn vriendin.
V: Heeft u ooit de beschikking over een eigen auto gehad? Welke auto was dit?
A: Een korte tijd heeft de auto van de moeder van mijn vriendin, [medeverdachte] op mijn naam gestaan. Een Renault Express, kleur wit. [kenteken 3] .
V: Wie gebruikte de auto?
A: De auto gebruikte ik wel.
V: Wij hebben gegevens opgevraagd bij het RDW. Op 01-08-2009 komt de auto op naam van [medeverdachte] . Tot 04-10-2011 heeft de auto op haar naam gestaan. Op 04-10-2011 komt de auto op uw naam. Dat duurde tot 09-04-2013. Van 09-04-2013 tot 16-06-2014 is de auto weer op naam gekomen van [medeverdachte] . Daarna komt de auto weer op uw naam, namelijk van 16-06-2014 tot 27-05-2015. Waarom die wisseling?
A: Zij vroeg dan aan mij of ik dat wilde en ik vond dat goed.
V: Rijd u in de huidige auto?
A: Ja.
V: Hoelang kent u [medeverdachte] .
A: Dat is al sinds 2009. Ik heb bij de sociale dienst doorgegeven dat ik bij mijn vriendin bleef overnachten. Af en toe een paar nachten was dat. Dat was al in 2009.
V: U heeft een sleutel van de woning van [medeverdachte] ?
A: Ja, zij is een tijdje niet in orde geweest en toen heb ik een sleutel van de woning gehad. Zij heeft ook een sleutel van mijn woning. [medeverdachte] heeft veel in het ziekenhuis gelegen. En dan paste ik op de hond.
V: Als u bij [medeverdachte] bent wie kookt er dan?
A: Meestal halen we een pizza of zo.
V: Wie haalt die dan?
A: Ik of [medeverdachte] bij de Jumbo. Die haal ik met de brommer of de scootmobiel.
V: Maar bij uw eigen woning heeft u een ruimte voor een scootmobiel maar hij staat bij [medeverdachte] .
A: Ja
A: De kinderen van [medeverdachte] en [verdachte] hadden een caravan op [camping] in [plaats] . Daar gingen we weekenden heen en ook weleens in de vakanties door de week.
V: Wat kunt u vertellen over [betrokkene 1] ?
A: Ja, zijn ouders werken en [betrokkene 1] moet om half negen naar school. Ik breng hem meestal naar school. Meestal met de brommer, of ik op de scootmobiel en hij op de fiets. 5 a 6 keer in de week. Ik kleed [betrokkene 1] ook vaak aan smeer hem een broodje en breng hem naar school.
V: Morgen moet u naar de plastisch chirurg?
A: Ja, dat klopt. [medeverdachte] zou met mij meegaan.”