4.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“3.1.1.
het ambtsedig proces-verbaal van aangifte door [getuige 1] d.d. 25 maart 2020, opgenomen als pagina 5 tot en met 7 in het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2020167376 van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
In de nacht van vrijdag 20 op zaterdag 21 maart 2020, omstreeks 01:45 uur, reed ik de McDrive aan de Boulevard Noord te Bergen op Zoom uit. Bij het uitrijden, voelde ik dat mijn auto van achteren aangetikt werd door een andere auto, die ook de McDrive uit kwam rijden. Ik zag dat er in deze auto, zijnde een grijze Opel Astra, twee Marokkaanse jongens zaten van ongeveer 20 jaar oud. Het kenteken van deze auto, wat ik later heb opgenomen op de telefoon is [kenteken] . Mijn vrienden zeiden dat ik moest stoppen. Echter toen ik gestopt was, voelde en zag ik dat de grijze Opel Astra opzettelijk meerdere keren tegen mijn portier aan de linkerzij kant reed. Ik hoorde ook dat zij iedere keer een stukje gas bijgaven, waardoor mijn auto als het ware steeds een beetje meer opschoof richting de stoep. Ik heb deuk- en lakschade aan de linkerzij kant van mijn auto en het portier. Vervolgens is de bestuurder van de Opel Astra en degene die tegen mijn auto aan is gereden, in zijn auto gestapt en is hij weggereden.
3.1.2.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgenomen als pagina 9 en 10 in het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2020167376 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op zaterdag 21 maart 2020, omstreeks 02.00 uur, was ik, verbalisant, werkzaam in de omgeving van Bergen op Zoom. Wij kregen het verzoek van het operationeel centrum te gaan naar de Boulevard ter hoogte van de Mc Donalds. Daar zou zich een conflict hebben afgespeeld. Collega’s [verbalisant 2] en [verbalisant 3] werden ook naar deze melding gestuurd. Zij waren al ter plaatse op het moment dat wij ter plaatse kwamen. Ik hoorde dat zij ons verzochten uit te gaan kijken naar een zwarte Opel Astra. voorzien van het kenteken [kenteken] . De tenaamgestelde van de Opel Astra betrof [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , woonachtig aan de [c-straat 1] te [plaats] . Op zaterdag 21 maart 2020, omstreeks 02.15 uur, zag ik, in een parkeervak aan de Rijtuigweg-Zuid, het bovengenoemd voertuig geparkeerd staan. Ik zag dat er één persoon op de bijrijderstoel in het voertuig zat. Ik vroeg hem zijn identiteitsbewijs. Ik zag dat hij mij op gaf te zijn: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] .
3.1.3.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgenomen als pagina 16 in het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2020167376 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op zaterdag 21 maart 2020, omstreeks 02.00 uur kregen wij van het Operationeel Centrum de melding te rijden naar de Boulevard te Bergen op Zoom. Ik hoorde en zag dat de melder mij een video toonde vanaf een smartphone, ik zag dat er op dit beeld een man naast een auto stond, ik zag dat er een kenteken zichtbaar was welke overeenkomt zoals beschreven in de aangifte.
3.1.4.
het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 april 2020, opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, opgenomen als pagina 17 in het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2020167376 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op donderdag 2 april ontving ik beelden van een filmpje. Mij werd gevraagd of ik de persoon die je op het filmpje ziet herken. Ik herken deze persoon als: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] . Ik herken hem omdat ik hem kort na dit incident in het betrokken voertuig heb gecontroleerd.
3.1.5.
het ambtsedig proces-verbaal van verhoor [getuige 4] d.d. 29 maart 2020, opgenomen als pagina 24 en 25 in het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2020167376 van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Wij waren bij de drive-inn van Mc Donalds aan de Boulevard Noord in Bergen op Zoom geweest en reden daarna via de afrit van Mc Donalds rechtsaf de Boulevard Noord op. Op dat moment voelde ik een tik en ik keek om. Ik zag een auto achter ons staan, ergens links achter. Die stond heel kort nabij. Nog voordat [getuige 1] naar rechts ging, voelde en zag ik dat de auto achter ons voor de tweede maal tegen de auto van [getuige 1] aanreed. Ik zag dat de auto tegen de auto van [getuige 1] aan bleef duwen en hoorde dat de bestuurde van die auto gas bleef geven. Die auto duwde de auto van [getuige 1] tot tegen de stoeprand aan. Ik hoorde dat de zijkant van de auto ingedrukt werd. Ik ben vervolgens uitgestapt en zag dat in de auto achter die van [getuige 1] een personenauto, een zwarte Opel Astra was. Het kenteken heb ik later genoteerd. Ik zag dat in de auto twee personen zaten. De bestuurder was wat groter en ouder, rond de 1.85 lang. Hij was licht getint, ik denk een Marokkaanse jongen. Ik schat hem tussen de 21 en 24 jaar oud, hij had een slank postuur. De ander persoon was kleiner, ook licht getint, vermoedelijk ook een Marokkaan, slank postuur en rond de 1.75 tot 1.80 lang. Ik zag toen dat de bestuurder van de Opel in zijn auto stapte. Ik hoorde dat hij de Opel startte. Ik zag dat hij vervolgens met slippende banden wegreed. Ik zag dat de andere twee bleven staan. De bestuurder heeft aan niemand kenbaar gemaakt hoe hij heette en is eigenlijk gewoon gevlucht voordat de politie kwam.”