Conclusie
Nummer22/02722 C
Inleiding
Het middel
inCuraçao, tezamen en in vereniging met ambtenaren in dienst bij [A] N.V., te weten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] voor zichzelf en anderen via [B] and [C] BV i.o. giften heeft gevraagd, te weten de
navolgendegeldbedragen: een cost compensation van USD 750.000,-, een success fee van 33% van de gerealiseerde optimalisatie (
het Gerecht:
kostenbesparing), een management fee van USD 20.000,- per maand en USD 0,10 per geleverd vat geraffineerd product of USD 5.000.000,- op een escrow account, teneinde die ambtenaren te bewegen om in strijd met hun plicht in hun bediening iets te doen, te weten het anders dan om zakelijke redenen ervoor zorg (laten) dragen dat [D] en/of [E] de nieuwe strategische partner voor [A] NV zou worden.”
weg te laten, en wel een essentieel onderdeel, plaatst het Gemeenschappelijk Hof verzoeker in een bespreking met [medeverdachte 1] waar verzoeker
nietbij was. Het Gemeenschappelijk Hof laat door deze "weglating" in een bevestiging van een vonnis nadrukkelijk zien ervan uit te gaan dat verzoeker bij een bespreking was tussen de medeverdachten op een cruciaal moment.”
welbij de betreffende bijeenkomst waren. Hier stond en staat [medeverdachte 1] toch al niet tussen. De schrapping verandert dus niets aan de inhoud of strekking van het bewijsmiddel. Mij wordt ook overigens niet duidelijk, en zulks wordt in de schriftuur ook niet toegelicht, waarom deze aanpassing in de bewijsvoering van invloed zou zijn op de redengevendheid van de bewijsconstructie voor het bewezenverklaarde medeplegen door de verdachte. Ook deze klacht van het middel moet falen.