ECLI:NL:OGEAC:2020:81

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 februari 2020
Publicatiedatum
10 april 2020
Zaaknummer
810.00003/19
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping bij aanbesteding raffinaderij Curaçao

In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 25 februari 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1965, die beschuldigd werd van omkoping in het kader van een aanbesteding voor de raffinaderij op Curaçao. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon met een melding van onregelmatigheden in het aanbestedingsproces. De verdachte, samen met andere ambtenaren, zou steekpenningen hebben gevraagd van een bedrijf om ervoor te zorgen dat dit bedrijf de nieuwe strategische partner van de Refineria di Korsou (RdK) zou worden. Tijdens de zittingen op 3 en 4 februari 2020 heeft het Gerecht de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadslieden, mr. M. Becher en G.C. Rellum. Het Gerecht achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen, waarbij het de verdachte schuldig bevond aan het medeplegen van het vragen van steekpenningen. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte, samen met andere ambtenaren, misbruik had gemaakt van zijn positie en het vertrouwen van de burgers van Curaçao ernstig had geschonden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarbij rekening werd gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en het feit dat hij niet eerder met justitie in aanraking was geweest. De uitspraak is gedaan door rechter S.M. van Lieshout, bijgestaan door griffier F. Kruiswijk.

Uitspraak

Parketnummer: 810.00003/19
Uitspraak: 25 februari 2020
Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats],
wonende te [adres] in [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 en 4 februari 2020.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de verdachte en zijn raadslieden mr. M. Becher en G.C. Rellum (hierna: de raadsvrouw) naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. Van die dagvaarding is een kopie aan dit vonnis gehecht. De daarin vermelde tenlastelegging geldt als hier overgenomen.
Voor zover in de tenlastelegging overigens nog taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, leest het Gerecht deze voor de leesbaarheid in de bewezenverklaring cursief verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
De verdenking komt er - kort en zakelijk weergegeven – op neer dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het als ambtenaar voor zichzelf of voor een ander vragen van steekpenningen om ervoor te zorgen dat [bedrijfsnaam 1]/[BEDRIJFSNAAM 2] de nieuwe strategische partner van de Refineria di Korsou (RdK) zou worden.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 september 2018
inCuraçao, tezamen en in vereniging met ambtenaren in dienst bij Refineria di Korsou N.V., te weten [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3], aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en/of [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] voor zichzelf en anderen via [bedrijfsnaam 3] BV i.o. giften heeft gevraagd, te weten de
navolgendegeldbedragen: een cost compensation van USD 750.000,-, een success fee van 33% van de gerealiseerde optimalisatie
(het Gerecht: kostenbesparing), een management fee van USD 20.000,- per maand en USD 0,10 per geleverd vat geraffineerd product of USD 5.000.000,- op een escrow account, teneinde die ambtenaren te bewegen om in strijd met hun plicht in hun bediening iets te doen, te weten het anders dan om zakelijke redenen ervoor zorg (laten) dragen dat [bedrijfsnaam 1] en/of [BEDRIJFSNAAM 2] de nieuwe strategische partner voor Refineria di Korsou NV zou worden.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De hierna vermelde bewijsmiddelen zijn voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Met betrekking tot de hieronder genoemde processen-verbaal, die zijn opgemaakt door verbalisanten met vermelding van alleen hun codenummer, overweegt het Gerecht dat het deze processen-verbaal tot bewijs bezigt nu de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten in belangrijke mate steun vindt in de overige (zijnde andersoortige) bewijsmiddelen, door of namens de verdachte niet op enig moment in het geding de wens te kennen is gegeven om deze verbalisanten te horen en het Gerecht de inhoud van deze processen-verbaal betrouwbaar oordeelt.
De bewijsmiddelen
1.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 7 november 2018 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar 17064 (genummerde map 3 p. 477 t/m 479). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[naam 1]:
Ik ben minister-president van Curaçao en als zodanig minister van Algemene zaken en vertegenwoordiger van de aandeelhouder van de Refineria di Korsou , eigenaar van de Isla-raffinaderij en terreinen, en gerechtigd tot het doen van aangifte.
Momenteel loopt een tender traject voor het vinden van een nieuwe strategische partner voor de continuering en modernisering van de Isla raffinaderij. Enige tijd geleden kwam [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1], de vertegenwoordiger van [bedrijfsnaam 1], langs. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] wilde mij berichten inzake onregelmatigheden die er waren in het tenderproces. Ik heb met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] vertrouwelijk afgesproken op 1 september. Naar aanleiding van dit gesprek en de documenten die ik heb gezien heb ik contact opgenomen met [naam voorzitter], voorzitter van de Raad van Commissarissen van de RdK en heb ik mijn zorgen geuit. Hierop heeft [naam voorzitter] met [medeverdachte 3] gesproken. Er is naar voren gekomen dat er bewust processen liepen buiten het formele proces om, om een strategische partner te vinden. Namens het Land doe ik aangifte.
2.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 21 augustus 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] (genummerde map 3 p. 566 t/m 579). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]:
Ik werk voor [bedrijfsnaam 1] Energy. Het project Curaçao heb ik aangebracht bij [bedrijfsnaam 1]. Ik voer de directie over [bedrijfsnaam 1] Energy en dan met name binnen het project. Onze consortium partner was [BEDRIJFSNAAM 2].
Zaterdag 14 juli 2018
Voor deze zaterdag waren er al meetings geweest op het kantoor van RdK binnen het [NAAM PROJECTGROEP] traject. Daarbij waren in ieder geval [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] aanwezig.
[medeverdachte 3] stuurde mij een berichtje dat ze zaterdag een meeting hadden en of ik daarvoor naar het huis van [medeverdachte 1] wilde komen. [medeverdachte 3] heeft mij toen [medeverdachte 1]s nummer gegeven. Ik heb [medeverdachte 1] gebeld en gezegd dat ik mij van [medeverdachte 3] bij hem moest melden. Ik vroeg waar hij woonde. Hij reageerde met prima, geen probleem. [medeverdachte 3] had mijn bezoek bij [medeverdachte 1] ook al aangekondigd dus [medeverdachte 1] wist ervan. Het doel was onder meer kennismaking met [medeverdachte 2] en [verdachte]. [medeverdachte 2] zei dat [medeverdachte 1] en hij ervoor hadden gezorgd dat [medeverdachte 3] aangesteld werd als directeur.
Mij werd gevraagd de structuur van onze bedrijven uit te leggen. Dat wij als Consortium [bedrijfsnaam 4] zouden oprichten. Ze dachten dat hierbij een rol voor [verdachte] was weggelegd. Ik begreep dat [verdachte] een consultant was. Hij zou een belangrijk aanspreekpunt worden voor het project. Ik kreeg de indruk dat [verdachte] op hetzelfde niveau werd geplaatst als [naam projectleider] en [NAAM PROJECTGROEP].
Voor mij was [medeverdachte 3] leidend omdat hij de directeur van RdK was. Dus als [medeverdachte 3] zegt dat ik [verdachte] de maandag erop moet ontmoeten, doe ik dat.
Maandag 16 juli 2018
Op maandag 16 juli 2018 heeft een ontmoeting plaatsgevonden op het kantoor van [verdachte]. Iedereen kwam op andere tijden aan. [verdachte] zou een entiteit oprichten. Dat is toen besproken. We zaten aan het bureau van [verdachte]. Het ging over de opstart van de raffinaderij en de werkzaamheden die [bedrijfsnaam 5]
(verder: +[ALPHABETHREEKS 1])zou gaan doen. [ALPHABETHREEKS 1] zou de naam worden van de entiteit die [verdachte] moest oprichten. Volgens mij moest de entiteit een managementvergoeding van 15.000,- ANG per maand ontvangen. [medeverdachte 1] heeft deze naam met [medeverdachte 2] bedacht. Later heeft [verdachte] hem aangepast met “[bedrijfsnaam 3]” erbij.
Van de vier verdachten ([medeverdachte 3], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte]) moesten afspraken over de werkzaamheden van de consultant en de eventuele profit sharing op papier gezet worden.
Donderdag 9 augustus 2018
Er is een afspraak gemaakt op 9 augustus 2018 bij [medeverdachte 1] thuis. Ik was met [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] en zijn kinderen. [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [verdachte] waren er ook. Het is mogelijk dat de winstdelingsregeling bij deze meeting ter sprake is gekomen. [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] zou iets op papier gaan zetten. De vier wilden dat wij met een voorstel zouden komen. In mijn herinnering hamerden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hierop.
Vrijdag 17 augustus 2018
Ik zie in mijn app dat ik op 17 augustus de locatie van ons kantoor app aan [verdachte]. Bij deze meeting is besproken wat in het voorstel moest komen. Wij moesten zelf even kijken wat in het voorstel moest komen, ook onder druk van [medeverdachte 1], die had de avond ervoor hierover geappt. Ik had het gevoel dat [verdachte] langs kwam om te pushen dat wij dat voorstel op moesten stellen.
Alle vier de verdachten waren ervan op de hoogte dat wij het voorstel aan [verdachte] zouden sturen.
Donderdag 30 augustus 2018
[medeverdachte 2] stond op 30 augustus 2018 bij ons op de stoep. Mijn vrouw deed open. [medeverdachte 2] begon over het tegenvoorstel dat [verdachte] ons had gestuurd. [medeverdachte 2] vroeg mij wat we gingen doen. [medeverdachte 2] gaf aan dat het contract afgewikkeld moest worden. Ik wilde dat niet en daarom zei ik tegen [medeverdachte 3] dat we het niet eens waren met elkaar.
2.2 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 22 augustus 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 2] (genummerde map 3 p. 580 t/m 592). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]:
M
aandag 23 juli 2018
Op 23 juli 2018 om 02.03 uur vraagt [verdachte] mij naar de voortgang van het voorstel. Ik schrijf: we werken aan het voorstel van onze vriend. Daarmee bedoel ik [medeverdachte 3]. Ik bedoel te zeggen dat wij het voorwerk aan het doen zijn voor het voorstel dat we uiteindelijk op 17 augustus 2018 hebben gestuurd.
11 tot en met 23 augustus 2013
De app van [medeverdachte 1] aan mij van 11 augustus 2018 waarin hij mij vraagt aan iets concreets te werken heeft betrekking op het voorstel dat wij uiteindelijk op 17 augustus hebben opgesteld. Hierbij zit [medeverdachte 1] echt te pushen dat we aan het voorstel moesten werken.
Mijn bericht van 15 augustus om 14.20 uur aan [verdachte] – waarin ik zeg dat ik nog bezig ben met het werk - gaat weer over het voorstel van de nieuw op de richten RdK entiteit dat wij op papier zouden zetten. Mijn bericht van 15 augustus om 14.21 uur aan [medeverdachte 2] waarin ik zeg dat wij vooruitgang boeken met het project en dat ik mij zal melden bij [verdachte], gaat ook over het voorstel. Op 16 augustus appt [medeverdachte 1] mij dat ik [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] moet herinneren om te werken aan wat wij hebben afgesproken. Ook dit gaat over het voorstel aan [verdachte].
Donderdag 23 augustus 2018
Op 23 augustus 2018 stuurde [verdachte] het tegenvoorstel. De vier waren op de hoogte van het tegenvoorstel. Op 23 augustus ’s avonds ben ik uitgenodigd om langs te komen. Bij deze meeting waren in ieder geval [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aanwezig. Het was bij [medeverdachte 2] thuis. Ze wilden over het tegenvoorstel praten maar ik stond er niet voor open.
Tijdens die meeting kwam de e-mail van [verdachte] ter sprake. Omdat de verdachten het tegenvoorstel wilden bespreken, wist ik dat zij ervan op de hoogte waren.
Die dag hadden wij een meeting met het [ALPHABETHREEKS 2]-team gehad waarvoor ik een [BEDRIJFSNAAM 2] delegatie had laten overkomen. Het [ALPHABETHREEKS 2]-team bleek er niet van op de hoogte te zijn dat wij bij die meeting van 23 augustus de MoU zouden bespreken en tekenen. Na deze meeting heb ik aan [medeverdachte 3] geappt dat de meeting een demotiverend effect had op het team. [medeverdachte 3] antwoordde dat ze zouden corrigeren en om die reden is die meeting die avond geweest. Op donderdag 23 augustus appte ik met [medeverdachte 1] over de teleurstellende meeting en [medeverdachte 1] antwoordde met “dimes”, dat hij het snapte.
Dinsdag 28 augustus 2018
Op 28 augustus 2018 appt [medeverdachte 1] mij of het contract is besproken en getekend. Dit is het tegenvoorstel van [verdachte]. Ik had op 28 augustus een afspraak met [verdachte]. De 5 miljoen moest betaald worden uit de groep van [bedrijfsnaam 4]. Volgens [verdachte] ging er in de raffinaderij industrie veel geld om en was dit maar een schijntje. Als de USD 750.000,- betaald zou worden bij de MoU, moesten we nog USD 4.250.000,- later betalen. Volgens mij zou de 5 miljoen de 0,10 cent per vat vergoeding vervangen, want na een jaar productie zou dit ook ongeveer vijf miljoen zijn. [verdachte] maakte duidelijk aan mij dat er zonder betaling weinig kans was dat RdK verder met ons in zee zou gaan. Ik heb gelijk na de meeting met [verdachte] de datum en naam van hem bij de aantekening geschreven want dat doe ik altijd als bij de aantekening geen datum en naam staan vermeld.
2.3 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 23 augustus 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1]
(genummerde map 3 p. 593 t/m 606 ). Dit proces-verbaal houdt in, als de op
genoemde datum tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]:
Dinsdag 28 augustus 2018
De afspraak op 28 augustus 2018 vond plaats op initiatief van [verdachte]. Ik heb aan [verdachte] duidelijk gemaakt dat ik het niet eens was met het tegenvoorstel. De vier wisten van het tegenvoorstel want ze wilden het hier bij de meeting op 23 augustus 2018 in de avond met mij over hebben. In dat tegenvoorstel is USD 750.000,- gevraagd, dus ze wisten alle vier van het vragen om dat geld. Toen [verdachte] vroeg om vijf miljoen bij de meeting op 28 augustus 2018 heb ik na de meeting [medeverdachte 3] gevraagd of hij tijd had om een kop koffie te drinken. Toen [verdachte] antwoordde op mijn vraag, begreep ik dat [verdachte] met medeweten van [medeverdachte 3] had gevraagd om vijf miljoen.
Mij werd duidelijk dat het tegenvoorstel niet deugde omdat de 750.000,- USD was gekoppeld aan reeds verrichte werkzaamheden, waarvoor [verdachte] echter door RdK betaald zou zijn. Dus daar zouden wij hem niet dit bedrag voor moeten betalen. Daarnaast deugde het tegenvoorstel niet omdat dit bedrag betaald moest worden op het moment dat de MoU getekend werd. In combinatie met de meeting met het [ALPHABETHREEKS 2]-team dat niets van de agendapunten MoU en due diligence afwist, viel bij mij toen het kwartje dat dit tegenvoorstel niet klopte. Het kwam op dat moment op mij over dat ze met opzet het [ALPHABETHREEKS 2]-team en ons slechts gedeeltelijk informeerden over wat ze wilden bereiken, in plaats van bij de meeting het gehele [ALPHABETHREEKS 2]-team op de hoogte te brengen van onze gesprekken en het voorstel en het tegenvoorstel. [medeverdachte 3] liep ook weg uit die meeting, terwijl hij de voorzitter was. [medeverdachte 1] nam toen de regie over in de meeting, terwijl [naam projectleider] zei dat hij er allemaal niets vanaf wist. [naam projectleider] leek zich af te vragen wat wij kwamen doen. Ik kreeg het gevoel dat de verdachten een dubbele agenda hadden.
Toen ik het tegenvoorstel inhoudelijk gelezen had, ging ik nadenken over alle gesprekken en meetings die hadden plaatsgevonden. Ik realiseerde me dat [medeverdachte 3], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] uit waren op betalingen voor henzelf met name doordat [medeverdachte 2] had gezegd dat [naam voorzitter] van de gesprekken afwist en het feit dat het [ALPHABETHREEKS 2]-team niet volledig op de hoogte was van alle onderwerpen die bij de meeting van 23 augustus besproken zouden worden. Daarnaast was er ook nog het gesprek met [verdachte] over de vijf miljoen. Door al deze dingen dacht ik dat het tegenvoorstel niet vanuit RdK gedaan kon zijn.
Veel meetings werden bij [medeverdachte 1] georganiseerd en [medeverdachte 1] nam ook deel aan die gesprekken. [medeverdachte 1] heeft alles gevolgd wat er bij hem thuis is besproken. [medeverdachte 1] was misschien wel een van de belangrijkste personen bij deze meetings, want hij zat ook in het [ALPHABETHREEKS 2]-team. Ik zag [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] als de belangrijkste personen.
3. Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 19 augustus 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] (genummerde map 3 p. 651 t/m 666 ). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[vertegenwoordiger 2 bedrijf 1]:
Maandag 6 augustus 2018
[medeverdachte 3]heeft tegen ons gezegd dat [verdachte] [bedrijfsnaam 6] op zou richten. [medeverdachte 3] zei dat [verdachte] hier directeur van zou worden. [medeverdachte 2] zei dat zij het management waren van de nieuwe operatie.
Woensdag 8 augustus 2018
Ik weet vrij zeker dat de winstverdeling is besproken op 8 augustus 2018. RdK zei dat ze een kostenbesparing konden realiseren. Daar wilden zij graag een verdeling voor hebben. Dit is alleen in grote lijnen besproken. Dit is door alle vier de verdachten besproken op 8 augustus 2018. Ik weet 100% zeker dat dit op 8 augustus besproken is, want de 1/3 verdeling is voorgesteld door [naam 2]. [naam 2] was bij de meetings van 6 en 8 augustus aanwezig en is daarna teruggevlogen.
Donderdag 9 augustus 2018
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] is benaderd of we langs konden komen. Ik had die avond geen oppas en moest mijn kinderen meenemen. [medeverdachte 1] was voorbereid dat wij kwamen. Er is gesproken over de winstverdeling. Er is toen gevraagd of wij iets op papier konden zetten. In mijn beleving ging het over de op te richten entiteit [ALPHABETHREEKS 1]. Deze entiteit zou door [verdachte] worden aangestuurd. De meest relevante informatie kwam van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3]. Alle vier de verdachten waren erbij toen er werd gesproken over het doen van een voorstel vanuit [bedrijfsnaam 1]. Zij wisten dat ik het voorstel van 17 augustus 2018 zou gaan versturen. [medeverdachte 3] vroeg mij of ik het naar [verdachte] wilde sturen. De vier verdachten hebben ons gevraagd iets op te stellen. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en ik hebben samen bedacht wat in dit voorstel kwam te staan.
Vanaf 9 augustus 2018
Er is een meeting met [verdachte] geweest bij ons op kantoor. Daarbij is gesproken dat de naam [ALPHABETHREEKS 1] moest worden, wat ook al op 9 augustus ter sprake was gekomen. Dat is ook opgeschreven in een notitieboekje van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. Deze meeting moet tussen 9 en 17 augustus 2018 zijn geweest.
[medeverdachte 2] kwam regelmatig bij ons hotel om aan te geven dat er iets op papier moest worden gezet. [medeverdachte 1] appte [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] ook. [medeverdachte 2] is bij ons langsgekomen toen we in [naam hotel] zaten en ook bij het hotel in [naam plaats]. Hij stond gewoon bij het hotel op de stoep. Bij mij had hij dit niet aangekondigd. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] had ook veel missed calls van [medeverdachte 2].
23 augustus 2018
Op de meeting van 23 augustus bij RdK op kantoor dachten we dat we het over de MoU zouden hebben. Bij de meeting bleek dat het halve [ALPHABETHREEKS 2]-team niet op de hoogte was van waar wij met de vier verdachten mee bezig waren. Iedereen, behalve [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3], was niet op de hoogte van wat wij met de vier besproken hadden. Na goed bestuderen van het tegenvoorstel werd mij duidelijk dat wij eerst 750.000,- USD moesten betalen bij het ondertekenen van de MoU en toen pas met de Isla mochten praten. Voor mij was het altijd één proces geweest, terwijl dit nu niet zo bleek te zijn.
Vanaf 23 augustus 2018 hadden wij het vermoeden dat wij met twee kampen te maken hadden. Je sprak gewoon met de directeur van RdK, ik had daarvoor geen reden om aan het verhaal te twijfelen. Ik merkte dat sommige dingen die wij met de verdachten bespraken, later ook terugkwamen in het [NAAM PROJECTGROEP]-proces. Daarom had ik geen argwaan over de meetings met de vier verdachten. Ook de winstdelingsregeling was onderdeel van het primaire [NAAM PROJECTGROEP]-proces. Voor mij was het een normale vraag van RdK om een deel van de winst als vergoeding uit te onderhandelen, want dat moet ook worden meegenomen in het besluit voor welke partner ze wilden gaan.
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hebben de andere leden van het [ALPHABETHREEKS 2]-team helemaal niet ingelicht over onze meetings en wat daarbij besproken is.
Zondag 26 augustus 2018
[medeverdachte 2] komt bij ons op kantoor over die side letter en dat wij mee zouden participeren in de winstdelingsregeling. Als ik dit zou willen, zou ik dit met onze aandeelhouder bespreken en niet via een side letter regelen. Na 23 augustus had ik al mijn twijfels aan de goede intenties van de vier, maar dit was de definitieve bevestiging ervan. We hebben het gesprek toen afgerond.
Dinsdag 28 augustus 2018
Ik heb van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] begrepen dat [verdachte] had aangegeven dat er vijf miljoen in een escrow account moest worden gestort. Omdat het voor [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] niet duidelijk was of [medeverdachte 3] achter het tegenvoorstel stond appte hij [medeverdachte 3] met de vraag of ze een kop koffie konden gaan drinken. Omdat [verdachte] daarop antwoordde, wisten wij dat [medeverdachte 3] met [verdachte] onder een hoedje speelde.
4.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 9 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 17064 (genummerde map 3 p. 610 t/m 617). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[naam projectleider]:
Ik was projectmanager van de selectieprocedure voor een partner voor de toekomst van de raffinaderij. Ik heb in het kader van het project twee of drie gesprekken met [bedrijfsnaam 1] gehad. Een gesprek was een vergadering met een heel team van [bedrijfsnaam 1] [BEDRIJFSNAAM 2] op 23 augustus 2018. Zij hadden bepaalde verwachtingen dat bepaalde zaken beklonken zouden worden. Maar ik wist niet dat dat de bedoeling was. Wij hebben toen uitgelegd dat wij hier niet van op de hoogte waren en daar waren zij weer verbaasd over. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft die verbazing ook uitgesproken.
Wij tonen u apps tussen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [medeverdachte 1] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [medeverdachte 3].
Zij hebben deze apps niet met mij gedeeld. [medeverdachte 1] heeft mij niet gezegd dat er een team kwam voor de MoU. Voor zover ik weet was er helemaal geen MoU.
4.2 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 9 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 17064 (genummerde map 3 p. 618 t/m 628). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[naam projectleider]:
Wij tonen u het voorstel dat [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] aan [verdachte] mailde op 17 augustus 2018.
Het was ons niet bekend. Ik zie hier succes fee staan. [verdachte] zou dus geld krijgen als het project gegund werd. Dat is raar. Dat is tegenstrijdig. Je kunt niet als consultant werken voor RdK en dan ook nog een succes fee krijgen van [bedrijfsnaam 1]. Je voelt aan dat dit niet goed is. Dit zou absoluut niet passen in het [NAAM PROJECTGROEP] proces.
5. Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 26 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 17064 (genummerde map 3 p. 632 t/m 649). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van
[naam voorzitter] :
Op 12 oktober 2012 heeft [medeverdachte 3] een presentatie gegeven in de RvC. In die presentatie stonden de redenen beschreven om [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] te onderzoeken.
De RvC was niet op de hoogte van het onderzoek naar [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. [medeverdachte 3] kon ons niet overtuigen van de redenen om het onderzoek naar [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] te verrichten. Het verhaal klopte niet.
Ik weet zeker dat we het onderzoek niet door [verdachte] zouden laten doen. Als de feiten en integriteit van mensen onderzocht moet worden, laat je dat door een partij doen die daar kennis en ervaring mee heeft. [verdachte] heeft die kennis en ervaring niet.
6.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 24 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 18022 (genummerde map 2 p. 68 t/m 74). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 3]:
Ik ben statutair directeur van de RdK. Ik heb in januari
(het Gerecht begrijpt: 2018)de overstap gemaakt naar RdK. Mijn taak als directeur was dat ik een nieuwe strategische partner in beeld moest brengen. [NAAM PROJECTGROEP] was onze consultant voor het tenderproces. In het [NAAM PROJECTGROEP] projectteam
(het Gerecht begrijpt: het [ALPHABETHREEKS 2]-team)zaten naast ikzelf onder anderen ook [medeverdachte 1] en [naam projectleider]. [medeverdachte 1] was technisch manager van RdK. Ik kende hem al vanuit de Isla. [medeverdachte 2] ken ik ook vanuit de Isla tijd. [verdachte] en [medeverdachte 2] kennen elkaar ook.
6.2 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 24 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 18022 (genummerde map 2 p. 64 t/m 67). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 3]:
In mei 2018 begon het tenderproces. In juli 2018 hebben we verschillende participanten aangeschreven. Een van hen was [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] van [bedrijfsnaam 1]. [bedrijfsnaam 1] was de enige participant die een lokale vertegenwoordiger op het eiland had en dat was [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft een presentatie gegeven voor de [NAAM PROJECTGROEP] projectgroep. Het formele traject verliep via [NAAM PROJECTGROEP] .
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zei dat hij hulp nodig had bij het opzetten van entiteiten op het eiland.
[bedrijfsnaam 1] heeft een voorstel gestuurd aan [verdachte]. Dit voorstel was afkomstig van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1]. Ik heb gelast een tegenvoorstel te doen. De meeste contacten hebben buiten kantoortijd plaatsgevonden.
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] wilde dat het Memorandum of Understanding (hierna: MoU) getekend zou worden.
6.3 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 25 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 18022 (genummerde map 2 p. 75 t/m 85). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 3]:
Zaterdag 14 juli 2018
Ik heb [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] in contact gebracht met [verdachte]. Ik heb [medeverdachte 1] er ook bij betrokken, voor de technische ondersteuning. [medeverdachte 1] heeft zich laten bijstaan door [medeverdachte 2]. Ik riep ze bijeen in een bespreking bij [medeverdachte 1] thuis. Ik had [medeverdachte 1] voor die tijd al de opdracht gegeven op internet te zoeken naar [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1].
Donderdag 23 augustus 2018
Ik denk niet dat [verdachte] het tegenvoorstel alleen heeft opgesteld want er staan technische aspecten in. Ik denk dat [medeverdachte 1] hem ermee heeft geholpen.
6.4 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 28 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17065 en 18022 (genummerde map 2 p. 86 t/m 96). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 3]:
Donderdag 12 juli 2018
Om en nabij half juli 2018 was een bijeenkomst bij [medeverdachte 1] thuis. Het was het verjaardagsfeestje voor de zoon van [medeverdachte 1]. De opdracht is besproken met [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte].
Zaterdag 14 juli 2018
Je kunt stellen dat ik op de 14de juli ervoor heb gezorgd dat iedereen bij elkaar kwam. We hebben verschillende malen in de groep gesproken en ook op verschillende plekken en tijdstippen.
Donderdag 9 augustus 2018
Ik kan me herinneren dat er een meeting was op 9 augustus 2018 bij [medeverdachte 1] thuis. [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] was er ook met zijn kinderen. [verdachte] zou helpen met het oprichten van [bedrijfsnaam 4]. De dag erna heb ik met [verdachte] gesproken.
Donderdag 16 augustus 2018
U houdt mij een app voor die [medeverdachte 1] aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft gestuurd op 16
(het Gerecht leest, gelet op de inhoud van D 020: 17) augustus 2018. In de app is te lezen dat [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] moet herinneren te werken aan hetgeen is afgesproken. Dat zou betrekking kunnen hebben op het voorstel van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1].
Ik heb [verdachte] opdracht gegeven om het tegenvoorstel op te maken en te sturen. We hebben het aan [bedrijfsnaam 1] gestuurd, met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] in de CC. Ik heb het tegenvoorstel met [medeverdachte 1] besproken. Er moesten zaken in worden aangepast.
7.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 24 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18028 (genummerde map 2 p. 327 t/m 330). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[verdachte]:
Ik heb een onderneming [naam onderneming] BV.
[medeverdachte 3] was statutair directeur van RdK.
7.2 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 24 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18028 (genummerde map 2 p. 375 t/m 381). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[verdachte]:
Donderdag 12 juli 2018
Ik ben al tien jaar bevriend met [medeverdachte 2]. Ik werd gebeld door [medeverdachte 2]. Hij zei: “we zitten in een situatie hier. Je wordt uitgenodigd voor een gesprek en je moet erbij zijn.” Toen ik daar kwam was iedereen al aanwezig. [medeverdachte 3] vertelde mij de opdracht. Ik moest feiten aanbrengen om te kijken wie [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] was. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] had iemand nodig om entiteiten op te richten. Ik zou [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] daarin bijstaan en meteen kijken wat voor persoon hij was. Ik kon van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gebruik maken als ik technische informatie nodig had. [medeverdachte 3] heeft duidelijk tegen iedereen gezegd wat de opdracht was en welke rol iedereen daarbij had. We ontmoetten elkaar altijd buiten kantoor. Ik rapporteerde aan [medeverdachte 3]. Ik had geen contacten over de opdracht met nog meer personen, buiten ons vieren.
Zaterdag 14 juli 2018
U zegt mij dat op 14 juli 2018 de eerste bijeenkomst tussen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en mij, [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] bij [medeverdachte 1] thuis plaatsvond. Ik werd op zaterdag uitgenodigd om kennis te maken met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] op de barbecue bij [medeverdachte 1] thuis. Ik werd door [medeverdachte 3] gebeld en [medeverdachte 2] heeft mij gebeld. Het doel was om kennis te maken met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft het gehad over de structuur van de bedrijven die hij moest oprichten. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] moest [bedrijfsnaam 4] oprichten. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft die dag ook gezegd dat ik directeur zou kunnen worden van een van de op te richten bedrijven. Ik heb gezegd laten we hier maandag verder over praten.
7.3 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 25 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18028 (genummerde map 2 p. 382 t/m 390). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[verdachte]:
Maandag 16 juli 2018
Op maandag hebben we met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] gesproken. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] kwam bij mij. We hebben het gehad over een management fee voor mij van 20.000 of 30.000 ANG. De bedragen zijn aan de hoge kant. [medeverdachte 3] was er niet bij. De afspraak was tussen mij en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn ook gekomen.
Maandag 6 augustus 2018
Er is voor het eerst over winstdeling gesproken toen [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] erbij was. Er zijn twee besprekingen met hem geweest. Ze hadden het over profit sharing. Met “ze” bedoel ik [medeverdachte 3], [naam 2], [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. Dit was bij [medeverdachte 1] thuis.
7.4 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 28 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18028 (genummerde map 2 p. 391 t/m 403). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[verdachte]:
Donderdag 9 augustus 2018
U zegt mij dat ik heb verklaard dat op 9 augustus 2018 een ontmoeting plaatsvond bij [medeverdachte 1] thuis. Dit was de dag dat [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] zijn kinderen had meegenomen. Er is toen over de winstdeling gesproken van een nieuw op te richten werkmaatschappij.
Vrijdag 10 augustus 2018
De dag daarna heb ik met [medeverdachte 3] gezeten om hierover te praten. [medeverdachte 3] zei dat [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] een bod zouden gaan doen. Hij zei: hij gaat een bod voor winstdeling doen. Dat bod zou vanuit [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] of [bedrijfsnaam 1] komen.
Vrijdag 17 augustus 2018
Op 17 augustus, voordat ik de e-mail kreeg met de overeenkomst
(het Gerecht begrijpt: het voorstel)ben ik uitgenodigd door [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en ben ik daar naartoe gegaan. [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] zei: ik ga je een contractje opsturen met een management fee en winstdeling voor het bedrijf.
Dit is de e-mail die [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] mij stuurde met de bijlage Commercial Technical Assistance agreement. Deze is gestuurd op 17 augustus 2018 om 9.33 uur. Zij deden een bod. Ik heb hem gelezen en gebeld met [medeverdachte 3].
Zaterdag 18 augustus 2018
Na de ontvangst van de e-mail van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] had ik een meeting met [medeverdachte 3]. Hij gaf mij de opdracht om een tegenvoorstel te maken. [medeverdachte 3] wist dus dat er een tegenbod gedaan zou worden. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren hier ook van op de hoogte aangezien ik die zaterdag 18 augustus 2018 met hen heb samengezeten voor de informatie die ik nodig had. Daarbij heb ik gezegd dat ik die informatie nodig had voor het tegenbod. Samengevat: [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] wisten dat ik een tegenbod zou gaan doen.
Donderdag 23 augustus 2018
Op 23 augustus 2018 stuur ik het tegenvoorstel naar [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] in de CC. Bij deze mail zitten twee bijlagen. Ik heb het tegenvoorstel opgesteld samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. Ik was daar op 18 augustus 2018 voor naar [medeverdachte 1]s huis geweest. In het tegenvoorstel staat de naam [bedrijfsnaam 3] BV. [bedrijfsnaam 1] kwam van mij.
Vrijdag 24 augustus 2018
Ik heb [medeverdachte 3] gesproken de dag nadat ik tegenbod had gestuurd.
Dinsdag 28 augustus 2018
Ik heb een gesprek met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] gehad. Dit gesprek vond plaats op 28 augustus 2018. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft tegen mij gezegd dat we het tegenbod naar Legal Department van [bedrijfsnaam 1] moeten sturen. Diezelfde avond heb ik [medeverdachte 3] uitgelegd over mijn bespreking met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en de Legal Department.
7.5 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 3 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18024 (genummerde map 2 p. 404 t/m 417). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[verdachte]:
Donderdag 23 augustus 2018
Op 23 augustus in de avond heeft een bijeenkomst plaatsgevonden. Daar waren ik, [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] bij aanwezig. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] was boos. [medeverdachte 2] begon te schreeuwen naar [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1].
Zondag 26 augustus 2018
Op zondag 26 augustus stuurde ik een bericht aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] waarin staat: [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1], goedemiddag. Ik ben in afwachting om van jou te horen. [roepnaam medeverdachte 2] zal bij jou moeten komen met het bericht. [roepnaam medeverdachte 2] moest rappelleren over wat [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] vond van het (
tegen)voorstel. Ik had [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] ook al eerder een app gestuurd om het tegenvoorstel te bespreken. [medeverdachte 2] was op 26 augustus bij mij en zou diezelfde dag nog bij [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] langsgaan.
Dinsdag28 augustus 2018
Ik heb 28 augustus nog een meeting met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] op kantoor gehad. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zei dat ze met het tegenvoorstel naar de legal department zouden gaan.
U zegt mij dat ik volgens [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] die dag aantekeningen heb gemaakt. Ik heb bevestigd dat dit mijn handschrift was. De datum op het papier is niet mijn handschrift.
8.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 26 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17056 en 18022 (genummerde map 2 p. 183 t/m 196). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 1]:
Ik ben technical manager van RdK. Ik ken [medeverdachte 3] al van de raffinaderij toen ik daar 17 jaar heb gewerkt. Ik ben lid van de projectgroep. [NAAM PROJECTGROEP] is aangetrokken als de partij die ons faciliteert bij het vinden van een operator in het tenderproces. Vanaf januari hebben partijen zich aangeboden bij de raffinaderij, zoals [bedrijfsnaam 1]. Onder mij zit [medeverdachte 2]. Ik heb een internetonderzoek gedaan naar [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. Ik vond niet veel over [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. Ik heb de informatie aan [medeverdachte 3] gegeven.
Donderdag 12 juli 2018
Op 12 juli was mijn zoon jarig. [verdachte], [medeverdachte 3], en [medeverdachte 2] waren bij mij thuis. Dit was de eerste keer dat er een meeting bij mij thuis was.
Zaterdag 14 juli 2018
Op 14 juli waren [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 3] ook bij mij thuis. Dit hadden we op 12 juli afgesproken. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] was er ook. Er is gesproken over het opzetten van bedrijven. Toen zei [medeverdachte 3] tegen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] dat [verdachte] hem kon helpen. [medeverdachte 3] kwam bij mij. Ik moest informatie geven aan [verdachte] omdat [verdachte] bezig was met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] om [bedrijfsnaam 4] op te zetten.
Maandag 16 juli 2018
Op 16 juli 2018 is er gesproken over iemand die directeur zou worden van [bedrijfsnaam 4].
Dinsdag 17 juli 2018
Op 17 juli was er een bijeenkomst bij mij thuis. Volgens mij waren we met zijn vijven, wij en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1].
Maandag 6, woensdag 8 en donderdag 9 augustus 2018,
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] stuurde mij op 5 augustus een app dat hij wilde langskomen. Ik antwoordde dat hij kon komen. Ik vroeg [medeverdachte 3] of hij ook wilde komen. We hebben op 6 augustus afgesproken. [medeverdachte 3], [medeverdachte 2], [verdachte], [naam 2], [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] waren er bij. Op 8 augustus was er een meeting bij [medeverdachte 2] thuis. Op 9 augustus stonden ze op de stoep bij mij thuis. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] en zijn twee kinderen. [verdachte] en [medeverdachte 2] kwamen ook.
8.2 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 26 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17056 en 18022 (genummerde map 2 p. 177 t/m 182). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 1]:
Zaterdag 14 juli 2018
Op 14 juli hebben we gepraat over het oprichten van [bedrijfsnaam 4].
Maandag 16 juli 2018
Op 16 juli kreeg ik een belletje van [medeverdachte 2]. Ik ben naar het kantoor van [verdachte] gegaan. Toen heb ik de structuur uitgelegd en getekend van de bedrijven die opgericht moesten worden. Ik heb dit uitgelegd aan [verdachte], [medeverdachte 2] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1].
Maandag 6 augustus 2018
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] was hongerig om een MoU te tekenen. Hij stuurde apps naar mij. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zei mij dat [BEDRIJFSNAAM 2] kwam en vroeg mij of ze mochten komen. Ik zei “als je wil komen, kom je”.
Dinsdag 28 augustus 2018
Ik heb [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] de 28ste (
augustus) gevraagd of ze een contract hadden ondertekend. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] antwoordde toen dat we later zouden praten. Ik kreeg toen een belletje van [medeverdachte 2] dat we het contact met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] moesten stopzetten.
8.3 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 1 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17056 en 18022 (genummerde map 2 p. 197 t/m 210). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 1]:
Donderdag 23 augustus 2018
Op 23 augustus was er een meeting bij de RdK. [naam 2] en [naam 3] waren ook aanwezig. De hele [ALPHABETHREEKS 2] groep was aanwezig. Er was verwarring. Het leek alsof [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] de MoU wilde tekenen. We hebben gezegd dat er niet getekend kon worden.
U zegt mij dat op 23 augustus 2018 [verdachte] het tegenvoorstel verstuurde. Ik heb [verdachte] informatie gegeven. [verdachte] vroeg mij om een aantal dingen.
8.4 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 12 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17056 en 18022 (genummerde map 2 p. 211 t/m 224). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 1]:
M
aandag 16 juli 2018
D-058. Dit zijn de diensten die [bedrijfsnaam 4] zou leveren. Het lijkt op mijn handschrift. We hebben hierover gesproken op 16 juli bij [verdachte] op kantoor. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] kwam met de bedrijfsnaam en die heb ik opgeschreven. Dit bedrijf zou [bedrijfsnaam 4] gaan ondersteunen. Ik heb gezien dat deze bedrijfsnaam terugkwam in het bod en het tegenbod.
Zaterdag 18 augustus 2018
De zaterdag voor het tegenvoorstel is [verdachte] bij mij gekomen met [medeverdachte 2].
Donderdag 23 augustus 2018
U zegt mij dat ik op de avond van 23 augustus na de meeting bij RdK aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] schrijf: Kom je naar [roepnaam medeverdachte 2] toe. Ik vraag [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] bij [medeverdachte 2] te komen. Wij waren altijd samen toch met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1].
9.1 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op26 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18024 (genummerde map 2 p. 259 t/m 263). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 2]:
Ik ben bij de RdK gaan werken als mechanical inspector.
9.2 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 27 juni 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18024 (genummerde map 2 p. 264 t/m 271). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 2]:
D
onderdag 12 juli 2018
[medeverdachte 3] zei dat hij [verdachte] zou aanbevelen aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] om hem te helpen met het oprichten van de benodigde entiteiten. Ik zou de technische ondersteuning geven aan [verdachte]. Dat is die dag besproken bij [medeverdachte 1] thuis. [medeverdachte 3] heeft ons bij elkaar geroepen.
Zaterdag 14 juli 2018
Dit is de eerste keer dat ik [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heb gezien.
Maandag 16 juli 2018
Ik kreeg een telefoontje van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en hij zei dat hij een afspraak had met [verdachte] en hij vroeg mij of ik naar het kantoor wilde komen. Toen ik daar aankwam waren [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [verdachte] aan het praten. [medeverdachte 1] is ook gekomen.
9.3 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 1 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 17064 en 18024 (genummerde map 2 p. 272 t/m 281). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 2]:
W
oensdag 8 augustus 2018
Ik kreeg een telefoontje van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] dat de Amerikanen er waren en die wilden praten. Toen heb ik [medeverdachte 3] gebeld. Hij zei dat het geen probleem was om samen te zitten bij mij thuis.
18 augustus 2018
[verdachte] heeft mij laten weten dat hij een document van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] had ontvangen. De dag nadat [verdachte] het document van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] had ontvangen zijn we samengekomen. Ik wist dat er een tegenbod gestuurd zou worden.
9.4 Een proces-verbaal van verhoor, opgemaakt in de wettelijke vorm op 16 juli 2019 door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren 18024 en18028 (genummerde map 2 p. 282 t/m 293). Dit proces-verbaal houdt in, als de op genoemde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte
[medeverdachte 2]:
Donderdag 12 juli 2018
Dit zijn de appjes uit de Whatsapp-groep die u had met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1]. Op 12 juli 2018 schrijft u “denk eraan vandaag bij [roepnaam medeverdachte 1] CS. [roepnaam verdachte] is er ook. Kijk of het ding compleet is.
[roepnaam medeverdachte 1] is [medeverdachte 1].
[roepnaam verdachte] is [verdachte].
Donderdag 23 augustus 2018
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] had mij gebeld en gezegd dat hij langs kwam
(het Gerecht begrijpt: diezelfde avond op 23 augustus 2018). Hij belde mij op en zei dat de Amerikanen zich zorgen maakten omdat er op de vergadering bij de RdK verwarring was ontstaan. En dat de Amerikanen niet blij waren. [medeverdachte 3] en [verdachte] waren ook aanwezig.
Zondag 26 augustus 2018
Ik ben naar het kantoor van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] gegaan.
Geschriften
10.1 Een geschrift, te weten een e-mailbericht van 17 augustus 2018 te 09.33 uur van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] van [bedrijfsnaam 1] companies aan [verdachte] met CC [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] met als onderwerp met als bijlage een voorstel genaamd: commercial Technical Assistance agreement International Advanced [ALPHABETHREEKS 1]. (genummerde map 4, D-008, p. 929 t/m 931). Dit bericht houdt als bijlage het volgende in:
Technical Assistance to obtain the right for the exploitation of the Terminal Business of RDK Succes Fee.
We are pleased that [bedrijfsnaam 1] Management Services BV i.o. ([bedrijfsnaam 1]) has selected [bedrijfsnaam 5] BV represented by mr [verdachte] (Contractor) to perform commercial and technical assistance (CTA) on the project [naam project] (Project) with Assets to be partially provided by RDK. We expect that the agreement (Processing, lease, purchase or terminal Agreement) between RdK and the [bedrijfsnaam 1] will be signed in the near future […]
The work performed by the Contractor will be compensated as specified below […]
Management Fee
[…]
[bedrijfsnaam 1] shall pay upon completion of all agreements to the contractor the
“management fee” as follows:
(a) A fixed administration fee of ANG 15.000 per month ill be charged by the contractor.
(b) A fixed fee of USD 0,10 barrel throughput of marketable refined products by [bedrijfsnaam 4] BV io will be charged by the Contractor
[…]
Success Fee
[…]
[bedrijfsnaam 1] shall pay upon completion of all agreements to the contractor the
“Success fee” as follows:
(a) A variable fee per barrel throughput of refined products by [bedrijfsnaam 4] BV will be charged by the contractor. The calculation of the success fee will be based on market conform processing fee whereby optimization of such cost realized by the Contractor will entitle contractor the contract to 33% of the realized optimization.
10.2 Een geschrift, te weten een tegenvoorstel genaamd: Succes Fee agreement for
Technical and commercial assistance van [verdachte] aan [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1], gedateerd 23 augustus 2018 (D-010, D-011, D-012) . Dit geschrift houdt in:
Undersigned:
1. [bedrijfsnaam 1] Company’s B.V. […]([bedrijfsnaam 1])
and
2. [verdachte] […] acting on behalf of and for the account of [bedrijfsnaam 3] BV i.o. (Contractor)
Whereas
[…]
b. the efforts of Contractor will lead to an agreement […] between RdK and the [bedrijfsnaam 1]
[…]
Agrees to the following cost compensation and fees

1.Cost compensation

a) Considering the commitment and efforts of the last months up to realization of the project, [bedrijfsnaam 1] will compensate all cost and expenses of Contractor for the amount of USD 750.000
b) Payment of the cost compensation will be done on the date the MoU for the agreement […] is signed between [bedrijfsnaam 1] and RdK.

2.Success Fee

[…]
c) The fee amounts 33% of the realized optimization, based on throughput of refined products.
[…]

3.Management fee

[…]
b)the fee amounts:
i.A fixed administration fee of USD 20.000 per month.
ii A variable fee of USD 0,10 per barrel throughput of marketable refined products.
10.3
Een geschrift, te weten een handgeschreven aantekening op een velletje papier (D-046, genummerde map 4, p. 1038). Dit geschrift houdt in, voor zover hier van belang:
agreement [verdachte] 28/8
[bedrijfsnaam 4] – RdK – Isla
5000
Escrow account
0,10 – 0,0
750
4.250.000
10.4
Geschriften, zijnde schermafbeeldingen van WhatsApp gesprekken, gevoegd als documenten in het politiedossier (genummerde map 4). Deze geschriften houden respectievelijk in, voor zover hier van belang:
Donderdag12 juli 2018 tijdstip 12.10 uur
[medeverdachte 2] ([roepnaam medeverdachte 2]) appt met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] ([roepnaam medeverdachte 1]) in groeps app (D-072)
[medeverdachte 2]: Denk eraan, vandaag gaan we naar [roepnaam medeverdachte 1] SC (senior convent). [roepnaam verdachte] is er ook. […]. Zorg dat het ding compleet is.
Vrijdag 13 juli 2018 tijdstip 13.51uur tot 14.04 uur
[medeverdachte 2] appt met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] (D-072)
[medeverdachte 2]: Is de bijeenkomst van de SC (senior convent) hetzelfde gebleven?
[medeverdachte 3]
: inderdaad
[medeverdachte 2]: ik ben er.
Vrijdag 13 juli 2018 tijdstip 00.08 uur tot zaterdag 14 juli 2018 19.35 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3] (D-083)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: [medeverdachte 3] ik ben op kantoor dus je kan even bij me langskomen […]
[…]
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ik wil graag dagdeel vrij nemen and wacht op je telefoontje. We spraken af dat je mij om 08.00 zou bellen.
[medeverdachte 3]
: Ben er wat later
[…]
[medeverdachte 3]: tegen kwart voor drie.
Zondag 15 juli 2018 tijdstip 19.16 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3] (D-016)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: […] Laat jij me weten welke onderwerpen wel of niet relevant zijn in de communicatie tussen ons en [naam 4]?
[medeverdachte 3]
: het verhaal van gisteren moet buiten elke discussie blijven. Hou het algemeen en oppervlakkig.
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: Got it.
Maandag 16 juli 2018 tijdstip 14.19 uur tot 14.24 uur
[medeverdachte 3] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-017)
[medeverdachte 3]
: bon dia, het minste wat je had kunnen doen is de telefoonnummers vragen. Here they come.
[medeverdachte 3] verstuurt vervolgens contactgegevens van [verdachte] en [medeverdachte 2] aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1].
Maandag 23 juli 2018 tijdstip 22.03 uur tot 22.08 uur
[verdachte] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-042)
[verdachte]: meneer [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] goedenavond. Do we have any progress
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ja vriend, deze week gaan we werken op het voorstel voor onze vriend. En de brief van [BEDRIJFSNAAM 2] en [bedrijfsnaam 1] gaat vandaag de deur uit.
[…]
[verdachte]: oke bon […]
Zondag 5 augustus 2018 tijdstip 22.46 uur tot 23.11 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3](D-042)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: Ik ben bereikbaar op nummer [tel nr. vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. laten we afspreken. [naam 2] komt morgen en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] is er al.
[medeverdachte 3]
: [roepnaam medeverdachte 1] coördineert het geheel. Hij zal je bellen.
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ok
Zondag 5 augustus 2018 tijdstip 22.44 uur tot maandag 6 augustus 2018 tijdstip 22.33 uur (D-034)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 1]
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ik ben bereikbaar op nummer [tel nr. vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. Spreken we morgen af?
[…]
[medeverdachte 1]: morgenavond om 8 uur ‘ s avonds bij mij.
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ok
Dinsdag 7 augustus 2018 tijdstip 18.00 uur tot 19.15 uur
[medeverdachte 1] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-034)
[medeverdachte 1]: ontmoeten wij elkaar morgen om 4.30 uur?
[…]
[medeverdachte 1]: ok morgen.
Woensdag 8 augustus 2018 tijdstip van 12.32 uur tot 20.25 uur
[verdachte] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-042)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ik ga naar kantoor
[verdachte]
: oke, ik ben in afwachting
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: vraag [roepnaam medeverdachte 2] of hij mij belt op nummer [tel nr. vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]
We moeten een ontmoeting afspreken, voor vanavond.
Woensdag 8 augustus 2018 tijdstip 19.51 uur
[medeverdachte 2] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-043)
[medeverdachte 2]: hoe gaat het met[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]
Donderdag 9 augustus 2018 tijdstip 23.59 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 1] (D-034)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: Vind je het goed als we morgen komen met de kinderen van [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] want zijn oppas kan niet komen.
Donderdag 9 augustus 2018 tijdstip 01.09 uur
[medeverdachte 2] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-043)
[medeverdachte 2]: We zijn er om acht uur. Bel me om het uit te leggen.
Zaterdag 11 augustus 2018 tijdstip 14.28 uur tot 15.04 uur
[medeverdachte 1] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-019)
[medeverdachte 1]: [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] konta. Ma kompronde ku e reunion no ta bai dor?
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: Si [roepnaam medeverdachte 2] ([medeverdachte 2]) a cancela
[…]
[medeverdachte 1]: Graag aan iets concreets werken, en als het af is, laat het mij weten zodat we een afspraak kunnen maken
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]:
[medeverdachte 1]: mijn meer discrete emailadres is[email medeverdachte 1]
Woensdag 15 augustus 2018 tijdstip 14.30 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [verdachte] (D-042)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: [verdachte], we zijn bezig met het werk. Ik meld me wanneer het zover is.
Vrijdag 17 augustus 2018 tijdstip 03.29 uur tot 06.06 uur
[medeverdachte 1] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-020)
[medeverdachte 1]: je moet [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] ([vertegenwoordiger 2 bedrijf 1]) eraan helpen herinneren op te stellen wat is afgesproken.
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ok
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]:
Is het goed dat [BEDRIJFSNAAM 2] [bedrijfsnaam 1] volgende week naar hier komt? Voor het tekenen van de MoU.
Maandag 20 augustus 2018 tijdstip 11.28 uur tot 17.31 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3] (D-041)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: lukt het om het akkoord en validatie deze week te bereiken?
[medeverdachte 3]
: Hangt van ons af toch?
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: ik vat dit als een ja op
[medeverdachte 3]
: Als we er kracht in stoppen zouden we heel ver moeten komen.
Donderdag 23 augustus 2018 tijdstip 22.30 uur tot 23.08 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 1] (D-024)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: het was vandaag een teleurstellende/verwarrende vergadering
[medeverdachte 1]: ok ik snap het.
Donderdag 23 augustus 2018 tijdstip 22.51 uur tot 23.25 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3] (D-023)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: bel me als je vrij bent. De meeting heeft een demotiverend effect op ons team.
[medeverdachte 3]
: rustig rustig. We corrigeren.
Vrijdag 24 augustus 2018 tijdstip 01.04 uur
[medeverdachte 1] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-024)
[medeverdachte 1]: kom je naar het huis van [roepnaam medeverdachte 2]?
Zaterdag 25 augustus 2018 tijdstip 19.09 uur tot 26 augustus 2018 om 00.04 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 1] (D-045)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: het lukt vandaag niet meer, Morgen kunnen we opvolgen
[medeverdachte 1]: geen probleem. Morgen is ok.
Zondag 26 augustus 2018 tijdstip 01.06 uur tot 01.20 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 2] (D-036)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: We kunnen elkaar morgen zien
[medeverdachte 2]: oke
Zondag 26 augustus 2018 tijdstip 20.07 uur tot 20.13 uur
[verdachte] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-022)
[verdachte]
: [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1], goedemiddag. Ik ben in afwachting om van jou te horen. [roepnaam medeverdachte 2] zal bij jou moeten komen met het bericht.
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] B: on
Woensdag 29 augustus 2018 tijdstip 21.00 uur
[medeverdachte 1] appt met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] (D-027)
[medeverdachte 1]: hebben jullie het contract besproken en getekend?
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]:
Woensdag29augustus 2018 tijdstip 01.54 uur tot 18.45 uur
[verdachte] appt met [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] (D-015)
[verdachte]
: [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] bon nochi. Graag als wij kunnen praten. Persoonlijk
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: hoi [verdachte]. […]. Ik heb vanmorgen alles met [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] besproken. Hij komt bij jou terug.
[verdachte]
: [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] bon tardi. Dat ik jou benader is voor de reden dat al besloten is om niet meer via [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] verder te willen.
[…]
[verdachte]
: Bon, laat hij kontakt opnemen. Maar hij moet wel concreet zijn anders hoeft het niet .
Woensdag 29 augustus 2018 tijdstip 02.11 uur tot 02.54 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3] (D-029 en D-022 en D-028)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: […] tijd voor een kop koffie morgen?
[…]
[verdachte] antwoordt op de telefoon van [medeverdachte 3]: [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] bon nochi. Wil jij die kop koffie drinken? Maar wij hebben niks bereikt toch?
[…]
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: Stop met die negatieve spelletjes en laat mij mijn werk doen.
Vrijdag 31 augustus 2018 tijdstip 12.32 uur tot 15.25 uur
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] appt met [medeverdachte 3] (D-028)
[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]: […] er is behoefte aan overleg denk ik. [roepnaam medeverdachte 2] stond gister bij mij op de stoep en we waren het niet eens met elkaar.
[medeverdachte 3]
: [..] I will feedback
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Zij heeft daartoe betoogd hetgeen in haar pleitnotities dienaangaande is opgenomen. Deze pleitnotities vat het Gerecht aldus samen dat de voor de verdachte belastende verklaringen van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] als onbetrouwbaar dienen te worden uitgesloten voor het bewijs en voorts dat [verdachte] nimmer de intentie heeft gehad om steekpenningen te vragen/aan te nemen omdat alle bijeenkomsten en handelingen en gedragingen van verdachten moeten worden gezien in het kader van een ontmaskeringsplan.
De raadsvrouw heeft in het kader van de onbetrouwbaarheid van de verklaring van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] nog gewezen op diens verklaring dat [verdachte] op 28 augustus 2018 naar het kantoor van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zijn gegaan en daar tegen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zou hebben gezegd dat hij ook 5 miljoen ineens kon storten op een escrow rekening. De daarvan overgelegde notitie zou door [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] echter met opzet zijn geantedateerd, waardoor het lijkt alsof dat bedrag verband houdt met het tegenvoorstel, hetgeen niet het geval is. Het betrof een reeds eerder opgesteld discussiestuk dat ging over het werkkapitaal van het nog op te richten [bedrijfsnaam 4].
Oordeel van het Gerecht
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting, de hierboven weergegeven bewijsmiddelen en de overige inhoud van het dossier, is omtrent de gebeurtenissen en de gang van zaken het volgende gebleken.
[medeverdachte 3] is in januari 2018 aangesteld als directeur van RdK. Zijn taak was onder meer om het belangrijke aanbestedingstraject, leidend tot een nieuwe strategische partner voor de raffinaderij, te leiden. Er is een projectteam samengesteld, het zogeheten [ALPHABETHREEKS 2]-team, met daarin, naast [medeverdachte 3], onder anderen [naam projectleider] als projectleider en [medeverdachte 1]. [NAAM PROJECTGROEP] was aangetrokken als consultant die het [ALPHABETHREEKS 2]-team moest begeleiden. In mei 2018 is begonnen met het tenderproces en in juli heeft het [ALPHABETHREEKS 2]-team verschillende participanten aangeschreven waaronder [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] van [bedrijfsnaam 1]. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] heeft toen aan het [ALPHABETHREEKS 2]-team een prestentatie gegeven en wist daarom dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] daar onderdeel van uitmaakten.
Als [medeverdachte 3], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] op 12 juli 2018 bijeenkomen bij [medeverdachte 1] thuis tijdens het verjaardagsfeest van diens zoontje, is dit niet een toevallig sociaal bezoek. [medeverdachte 2] heeft immers al eerder die dag aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] doorgegeven dat ze moeten denken aan de bijeenkomst vandaag, waar [verdachte] ook bij aanwezig zal zijn. [medeverdachte 2] zegt dat ze moeten zorgen dat “het ding” compleet is.
Naar het Gerecht aannemelijk acht was deze bijeenkomst bedoeld om te praten over de ontmoeting die de verdachten twee dagen daarna met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zouden hebben. [medeverdachte 3] had op dat moment al app-contact met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]. Op 13 en 14 juli 2018 appt [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] naar [medeverdachte 3] dat hij wacht op een telefoontje van [medeverdachte 3] voor een ontmoeting.
Op zondag 14 juli 2018 volgt de eerste ontmoeting tussen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en de vier verdachten, wederom bij [medeverdachte 1] thuis. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] wordt voorgesteld aan [medeverdachte 2] en [verdachte], die hij nog niet kent. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] had hij al bij de presentatie voor het [ALPHABETHREEKS 2]-team ontmoet. [verdachte] wordt als aanspreekpunt naar voren geschoven. [medeverdachte 3] geeft later de telefoonnummers van [verdachte] en [medeverdachte 2] aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] door en hij maakt [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] duidelijk dat “het verhaal van gisteren” buiten elke discussie met [naam projectleider], de projectleider van het [ALPHABETHREEKS 2], moet blijven.
Kort daarna, op maandag 16 juli 2018, volgt een ontmoeting tussen de vier verdachten met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] op het kantoor van [verdachte], waarbij wordt gesproken over een op te richten bedrijf [ALPHABETHREEKS 1], waarvan [verdachte] vertegenwoordiger zal worden, waarvoor hij een managementvergoeding zal ontvangen. De naam van dit bedrijf zal later terugkomen in het voorstel van 17 augustus 2018 van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1]/[vertegenwoordiger 2 bedrijf 1], evenals de management vergoeding van 15.000,- ANG per maand en andere betalingen die worden aangeboden aan [ALPHABETHREEKS 1], in de hoop/verwachting dat [bedrijfsnaam 1]/[BEDRIJFSNAAM 2] de nieuwe partner van de raffinaderij zal worden.
Daarna komt alles in een stroomversnelling, waarbij [medeverdachte 1] volgens een app van [medeverdachte 3] aan [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] op 5 augustus het geheel coördineert. De Amerikaanse partner [BEDRIJFSNAAM 2] wordt door [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] naar Curaçao gehaald en op 6 en 8 augustus 2018 vinden twee ontmoetingen plaats bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] thuis, waarbij [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] van [bedrijfsnaam 1], [naam 2] van [BEDRIJFSNAAM 2] en de verdachten elkaar ontmoeten. De gehele delegatie die meedingt in het officiële biedingstraject ontmoet twee leden van het [ALPHABETHREEKS 2]-team, te weten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1], buiten medeweten van het [ALPHABETHREEKS 2]-team. Tijdens deze bijeenkomsten wordt volgens verschillende deelnemers over de winstdeling gesproken en over hoe dit in een voorstel kan worden gegoten. Op 9 augustus 2018 vindt de ontmoeting bij [medeverdachte 1] thuis plaats, waarbij [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1]/[vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] toezeggen een voorstel op papier te zullen zetten.
Dat alle vier de verdachten van dit op handen zijnde voorstel op de hoogte zijn blijkt uit de verschillende whatsapp-berichten die men elkaar en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] daarna stuurt en waarin telkens gevraagd wordt naar de stand van zaken met betrekking tot het voorstel. [medeverdachte 1] geeft [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] een e-mailadres waar hij meer discrete informatie naartoe kan sturen. [verdachte] fungeert als tussenpersoon tussen [medeverdachte 3] en [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en nadat hij op 17 augustus 2018 op kantoor bij [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] is geweest, stuurt [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] het voorstel. [verdachte] bespreekt dit voorstel de volgende dag met [medeverdachte 3] en ook de anderen worden ervan op de hoogte gesteld. Dit voorstel houdt in dat [bedrijfsnaam 1] management aan [ALPHABETHREEKS 1], vertegenwoordigd door [verdachte], verschillende aanzienlijke vergoedingen zal betalen in de verwachting dat het contract tussen [bedrijfsnaam 1] en RdK zal worden getekend. Kort daarop volgt op 23 augustus het tegenvoorstel van de kant van de verdachten. Hierin zijn de vergoedingen verhoogd en is de meer stellige formulering opgenomen dat betaling aan [ALPHABETHREEKS 1] zal leiden tot verkrijging van het contract tussen [bedrijfsnaam 1](/[BEDRIJFSNAAM 2]) en RdK.
Later diezelfde dag hebben [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] een vergadering bij RdK met het voltallige [ALPHABETHREEKS 2]-team waarbij enige verwarring ontstaat. [naam projectleider], als projectleider van het [ALPHABETHREEKS 2], heeft het gevoel dat er andere verwachtingen leven bij [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [BEDRIJFSNAAM 2]. Hij snapt het niet.
Diezelfde avond hebben [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] een ontmoeting met de vier verdachten bij [medeverdachte 2] thuis. Er is ruzie. [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] is boos en [medeverdachte 2] schreeuwt. In een whatsapp bericht van die avond zegt [medeverdachte 3] tegen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] dat hij rustig moet blijven en dat ze gaan corrigeren.
Op 26 augustus komt [medeverdachte 2] onverwacht bij [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] op kantoor en begint over een side letter die opgesteld moet worden. Op 28 augustus stelt [verdachte] dat [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] 5 miljoen USD ineens op een escrow rekening moet storten wil hij nog kans maken op het exploitatie contract met RdK. Ook [medeverdachte 1] informeert bij [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] of hij het voorstel nog gaat tekenen. Nadat [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] zeker weet dat ook [medeverdachte 3] op de hoogte is van het verzoek van [verdachte] om 5 miljoen USD ineens te storten en zich realiseert dat de verdachten al die tijd niet namens RdK, maar steeds namens zichzelf hebben gesproken, doet hij op 1 september 2018 melding bij de minister-president over onregelmatigheden in het aanbestedingsproject.
Uit de in de bewijsmiddelen genoemde whatsapp-berichten die rondom deze gebeurtenissen worden gestuurd, blijkt dat [medeverdachte 3], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] in de periode vanaf 12 juli 2018 intensief contact hebben gehad met elkaar en met [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1]. Zij communiceren met elkaar in vage en onduidelijke bewoordingen over de zaken waarmee zij op dat moment bezig zijn, waarbij zij elkaar kennelijk wel begrijpen. Dit naar alle waarschijnlijkheid om eventueel meelezende derden/opsporingsinstanties op een dwaalspoor te zetten en te misleiden, om te voorkomen dat ontdekt wordt waar men mee bezig is.
In dit licht moeten ook de vele privé ontmoetingen bij elkaar thuis worden gezien, waar men elkaar onder het mom van een verjaardagsfeestje of een BBQ ontmoet, om vervolgens, buiten het officiële aanbestedingsproces om, zaken met elkaar te bespreken die tot uiteindelijk doel hebben het vragen om steekpenningen in ruil voor de toekenning van het strategisch partnerschap.
[naam projectleider], de projectleider van dit aanbestedingsproject, noch [naam voorzitter], voorzitter van de RvC van RdK, zijn door de verdachten op de hoogte gesteld van deze ontmoetingen en zij wisten er dus niets van af, laat staan dat zij hun toestemming daarvoor hebben gegeven.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij deze ontmoetingen bewust geheim heeft gehouden omdat hij [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] wilde ontmaskeren en wilde voorkomen dat dit plan vroegtijdig zou uitlekken.
Deze verklaring snijdt echter geen hout. In de eerste plaats ontbreekt een vooraf opgestelde beschrijving van dat plan en van de te volgen werkwijze. Het Gerecht acht het onaannemelijk dat een bestuurder van het kaliber van [medeverdachte 3] een dergelijk traject zou ingaan zonder zich vooraf, of toch zeker op het moment dat concrete voorstellen van de tegenpartij op tafel kwamen, te voorzien van de steun van in ieder geval de voorzitter van de RvC, dan wel anderszins vast te leggen dat men met een dergelijk traject bezig is, al was het maar om te voorkomen dat op enig moment de indruk zou kunnen ontstaan dat hij en de andere betrokkenen met strafbare feiten bezig waren.
Ook na afloop heeft [medeverdachte 3] de RvC niet volledig ingelicht. Uit de verklaring van [naam voorzitter] (blz. 635) blijkt dat [medeverdachte 3], wanneer [naam voorzitter] hem op 1 september 2018 per mail voorhoudt wat hem ter ore is gekomen, te weten de concrete inhoud van het tegenvoorstel van [ALPHABETHREEKS 1] aan [bedrijfsnaam 1], slechts antwoordt dat hij weet dat [bedrijfsnaam 1]/[BEDRIJFSNAAM 2] een van de mededingers is, maar dat hij geen details weet. [medeverdachte 3] heeft niet op bevredigende wijze kunnen uitleggen waarom hij op dat moment [naam voorzitter] niet heeft geïnformeerd over datgene waarmee hij samen met zijn mededaders al een aantal weken bezig was en wat had geleid tot juist het tegenvoorstel van 23 augustus, waarmee [naam voorzitter] [medeverdachte 3] in zijn whatsapp bericht confronteerde. Uit de verklaring van [naam voorzitter] blijkt voorts dat [medeverdachte 3] tijdens zijn presentatie aan de RvC op 12 oktober 2018 heeft gezegd dat hij toevallig op een sociale bijeenkomst was waar [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] ook aanwezig was, dit terwijl er in werkelijkheid sprake was geweest van een reeks aan ontmoetingen bij betrokkenen thuis.
Tenslotte kan in geen enkel tussen de verdachten gewisseld bericht ondersteuning gevonden worden voor de stelling dat de bewezen verklaarde handelingen plaatsvonden in het kader van een plan om [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] te ontmaskeren/onderzoeken.
Op grond van al het bovenstaande concludeert het Gerecht dat het tegenvoorstel van 23 augustus 2018 geen onderdeel vormt van een ontmaskeringsplan/betrouwbaarheidsonderzoek, maar gaat over datgene wat daarin ook letterlijk vermeld staat, namelijk het vragen om steekpenningen in ruil voor het krijgen van een overeenkomst tussen RdK en [bedrijfsnaam 1].
Betrouwbaarheid verklaringen [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1]
Wat betreft de gestelde onbetrouwbaarheid van de verklaringen van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] overweegt het Gerecht dat hun verklaringen worden ondersteund door anderszins uit het dossier objectief vast te stellen gegevens, met name de aangetroffen whatsapp gesprekken en de andere documenten. De verklaringen van deze getuigen zijn uitvoerig, gedetailleerd en op de hoofdlijnen consistent en ondersteunen elkaar. Ook sluiten zij aan bij hetgeen de anderen, onder wie de verdachten zelf, hebben verklaard. Dat de getuigen zich daarbij mogelijk een aantal keren in het noemen van data, tijdstippen en/of namen zullen hebben vergist en zij zichzelf of elkaar op ondergeschikte punten hebben tegengesproken, doet daaraan niet af. Het Gerecht acht die – voor het bewijs gebezigde – verklaringen van [vertegenwoordiger 1 bedrijf 1] en [vertegenwoordiger 2 bedrijf 1] dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Het verweer wordt verworpen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft voorts aangevoerd dat het interview met de verdachte, zoals opgenomen in het door Ivy Advocaten opgestelde rapport, onrechtmatig is geweest, hetgeen zou moeten leiden tot uitsluiting van dat rapport van het bewijs. Daartoe heeft de raadsvrouw – naar het Gerecht begrijpt - aangevoerd dat op het handelen van de advocaten van Ivy het Wetboek van Strafvordering van toepassing is, aangezien het interview van meet van af aan sterk het karakter had van een strafrechtelijk verhoor. De centrale onderzoeksvragen die aan het onderzoek ten grondslag hebben gelegen, hebben alle een strafrechtelijk karakter, aldus de stelling van de raadsvrouw, want bij het onderzoek is concreet aandacht besteed aan de vraag of zich strafbare feiten hebben voorgedaan in het aanbestedingsproces. De raadsvrouw heeft erop gewezen dat in dat geval haar client de cautie had moeten worden gegeven en hem ook had moeten worden meegedeeld dat hij recht had op bijstand van een advocaat. Nu dit niet is gebeurd zijn de rechten van de verdachte ernstig geschonden en dient het aldus verkregen rapport van Ivy en zijn daarin opgenomen verklaring van het bewijs te worden uitgesloten.
Oordeel van het Gerecht
Het verweer treft geen doel, reeds omdat het rapport van Ivy niet voor het bewijs wordt gebruikt.
Ten overvloede overweegt het Gerecht nog als volgt. Bewijsuitsluiting als een in artikel 413 Sv voorzien rechtsgevolg kan uitsluitend aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen en de verdachte door dat handelen is getroffen in een belang dat de overtreden norm beoogt te beschermen. En voorts dat door de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden.
Voorop staat dat de rechter niet is gehouden te onderzoeken of de gegevens die door een particulier onderzoeksbureau naar aanleiding van een intern onderzoek, zijn verkregen, rechtmatig zijn verkregen. Slechts op grond van bijzondere omstandigheden kan een dergelijk intern onderzoek een zodanige schending vormen van een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel, dat het resultaat daarvan niet kan meewerken tot het bewijs. Daarvan kan echter alleen sprake zijn indien overheidsdienaren, of opsporingsambtenaren op enigerlei wijze direct of indirect betrokken zijn bij dat gewraakte onderzoek dan wel op enige wijze dat onderzoek hebben geïnitieerd dan wel gefaciliteerd. Hiervan is echter niet gebleken.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Het bewezen verklaarde wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van het als ambtenaar voor zich zelf of een ander een gift of belofte vragen, teneinde hem zelf te bewegen om in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van de tijd door de verdachte in voorarrest doorgebracht.
De raadsvrouw heeft verzocht, indien het Gerecht tot een bewezenverklaring komt, rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat een veroordeling vrijwel zeker zal leiden tot faillissement van zijn bedrijf, met alle gevolgen van dien.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het Gerecht gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vragen van enkele miljoenen aan steekpenningen.
Hij heeft samen met de directeur van en andere als ambtenaren te beschouwen medewerkers van RdK, misbruik gemaakt van de positie van zijn mededaders, om zijn eigen financiële voordeel te dienen, in plaats van de belangen van het Land en de burgers van Curaçao. Dit, terwijl deze ambtenaren juist waren aangesteld om de selectie van een nieuwe strategische partner voor de raffinaderij, waarmee een groot landsbelang is gemoeid, in goede banen te leiden. Hij heeft daarmee het vertrouwen dat door anderen in hen werd gesteld zeer ernstig geschonden.
Het bekend worden van het omkopingsschandaal levert bovendien ernstige imagoschade op voor het Land, waardoor toekomstige investeerders en anderen kunnen worden afgeschrikt om met Curaçao zaken te doen. Daarmee heeft het handelen van de verdachte ook een ondermijnende invloed op de samenleving als geheel.
Het bewezen verklaarde feit is zo ernstig, dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.
De verdachte heeft ter zitting volhard in zijn ontkenning zich te hebben schuldig gemaakt aan omkoping. Hij heeft de stelling betrokken dat zijn handelen integer was en erop was gericht om mogelijk strafwaardig handelen van derden te onderzoeken, aan de kaak te stellen of te ontmaskeren. Dit verweer is door het Gerecht verworpen en moet als onoprecht worden beoordeeld. Het Gerecht constateert dat de verdachte er met die houding geen enkele blijk van heeft gegeven het strafbare en verwerpelijke van zijn handelen in te zien.
Al deze omstandigheden leiden ertoe dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een straf die een vrijheidsbeneming van aanzienlijke duur meebrengt.
Anderzijds weegt in zijn voordeel mee dat de verdachte nooit eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Ook houdt het Gerecht rekening met de sociale en maatschappelijke gevolgen die deze zaak voor de verdachte al heeft gehad en nog zal hebben, alsook met de omstandigheid dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit uiteindelijk niet is verrijkt, omdat de steekpenningen niet zijn uitbetaald.
Al het voorgaande in aanmerking nemende is het Gerecht van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden passend en geboden is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:123 en 2:351 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor omschreven en verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
30 (dertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. drs. S.M. van Lieshout, bijgestaan door mr. F. Kruiswijk, zittingsgriffier, en op 25 februari 2020 in tegenwoordigheid voornoemde griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.