Het eerste middel
3. Het eerste middel bevat de klacht dat de aantekening van het mondeling arrest van het hof een “pleegdatum en -plaats” vermeldt die “niet overeenkomen met hetgeen in de inleidende dagvaarding is opgenomen en in eerste aanleg is bewezenverklaard, terwijl het hof het vonnis waarvan beroep heeft bevestigd”. Aangevoerd wordt dat het hof daarmee de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten, althans dat het arrest van het hof daarom innerlijk tegenstrijdig is.
4. In aansluiting bij de klacht, geef ik hier achtereenvolgens weer: de inhoud van de tenlastelegging zoals die in de inleidende dagvaarding is opgenomen, de bewezenverklaring van de politierechter en de tenlastelegging zoals die is weergegeven in het arrest van het hof.
5. Aan de verdachte is bij inleidende dagvaarding ten laste gelegd dat:
“1
hij op of omstreeks 18 september 2019 te 's-Gravenhage terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Steijnlaan, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd
[…]
2 hij op of omstreeks 18 september 2019 te 's-Gravenhage terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Steijnlaan, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd”.
6. Het proces-verbaal van de terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Den Haag, waarin het mondeling vonnis is aangetekend zoals is voorgeschreven in art. 378, tweede lid onder c, Sv, houdt het volgende in:
“Parketnummer: 96/224781-19; 96/061690-17 (tul); 96/160821-18 (tul);
en 96/190712-17 (tul)
[…]
1 hij op 18 september 2019 te 's-Gravenhage terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Steijnlaan, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd
[…]
2 hij op 18 september 2019 te 's-Gravenhage terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Steijnlaan, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd”.
7. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 september 2020, waarin het arrest is aangetekend zoals is voorgeschreven in art. 425, derde lid onder c, Sv, houdt het volgende in:
“Rolnummer: 22-005648-19
Parketnummers: 96-224781-19
96-061690-17, 96-190712-17 en
96-160821-18 (TULLEN)
[…]
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 2 april 2017 te 's-Gravenhage terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Stille Veerkade, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
2
hij op of omstreeks 2 april 2017 te 's-Gravenhage terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen ongeldig, was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Stille Veerkade, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.”
8. Het hof heeft in de aantekening mondeling arrest de inhoud van een tenlastelegging opgenomen die afwijkt van de inhoud van de inleidende tenlastelegging en van de bewezenverklaring door de politierechter. De feiten waarop de inleidende dagvaarding en de door de politierechter bewezenverklaarde feiten betrekking hebben, zijn begaan op de Steijnlaan te ’s-Gravenhage op 18 september 2019, terwijl de feiten waarop de tenlastelegging betrekking heeft die in de aantekening mondeling arrest zijn opgenomen, zijn begaan op (of omstreeks) 2 april 2017 op de Stille Veerkade te ’s-Gravenhage. De juridische kwalificatie van de feiten is gelijkluidend. Het feit onder 1 betreft telkens, kort gezegd, besturen ondanks ontzegging, het feit onder 2 betreft telkens, kort gezegd, besturen met een ongeldig verklaard rijbewijs.
9. De inhoud van de tenlastelegging zoals die is weergegeven in de aantekening mondeling arrest, heeft betrekking op feiten die ten laste van de verdachte bewezen zijn verklaard door de politierechter in de rechtbank Den Haag van 21 februari 2019 met parketnummer 96-061690-17. Dit kan onder meer worden opgemaakt uit de Justitiële Documentatie die zich bevindt bij de stukken die aan de Hoge Raad zijn gezonden zoals is voorgeschreven in art. 434, eerste lid, Sv, en waarvan de korte inhoud mondeling is medegedeeld door de voorzitter ter terechtzitting van het hof van 15 september 2020, zoals blijkt uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal. Bij dit vonnis is de verdachte veroordeeld tot drie weken voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft in de onderhavige zaak de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde straf gelast. Hieruit maak ik op dat de weergave van de tekst van de tenlastelegging in de aantekening mondeling arrest, berust op een kennelijke misslag. Het opnemen van de tekst van deze tenlastelegging betekent niet, zoals wordt aangevoerd, dat het hof de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten. Uit de aantekening mondeling arrest blijkt namelijk dat het hof het vonnis heeft bevestigd met parketnummer 96-224781-19. Dat parketnummer is immers als eerste genoemd in het proces-verbaal waarin het mondeling arrest is aangetekend, terwijl op de volgende regels de parketnummers zijn vermeld waarop de vorderingen tenuitvoerlegging betrekking hebben.
10. Wanneer de aantekening mondeling arrest wordt gelezen zonder de kennelijke misslag, dan faalt het middel bij gebrek aan feitelijke grondslag.