Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
Verklaring van verdachte.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de verdachte, geboren in 1972, die door het gerechtshof 's-Hertogenbosch is veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen en lokaalvredebreuk. De verdachte heeft op 30 juli 2018 in Helmond samen met een medeverdachte een geldbedrag van 1500 euro weggenomen van het slachtoffer door gebruik te maken van een bankpas en bijbehorende pincode, zonder toestemming van het slachtoffer. De rechtbank Oost-Brabant had eerder een gevangenisstraf van zestig dagen opgelegd, waarvan twintig dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Het hof bevestigde dit vonnis, maar de verdachte ging in cassatie en voerde aan dat er sprake was van psychische overmacht.
Het hof heeft het beroep op psychische overmacht verworpen. De verdediging stelde dat de verdachte onder druk was gezet door een medeverdachte, die had gedreigd met geweld tegen zijn gezin als hij niet zou betalen. Het hof oordeelde dat, hoewel de verdachte zich in een benarde situatie bevond, hij redelijkerwijs een andere uitweg had kunnen kiezen, zoals het inschakelen van de politie. De verwerping van het verweer werd als toereikend gemotiveerd beschouwd. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft geconcludeerd dat het beroep moet worden verworpen, zonder dat er gronden zijn aangetroffen die tot vernietiging van de uitspraak zouden leiden.