Conclusie
1.Feiten
2.Procesverloop
3.Bespreking van het cassatiemiddel
Naar het oordeel van het hof verliest [eiser] daarbij uit het oog dat de depotovereenkomst is opgemaakt tussen hem en Challenge enerzijds en de notaris anderzijds en dat daarin de verplichtingen tussen [eiser] en Challenge en de notaris anderzijds met betrekking tot het onder de notaris gedeponeerde bedrag van € 1.650,- zijn [eiser] en Challenge gerezen geschiluitsluitend(onderstreping door hof) betrekking heeft op de betaling van een rentevergoeding in verband met het niet nakomen van een eerdere afnameverplichting, berust op een onjuiste lezing van de depotovereenkomst. Daarin is immers niet meer en niet minder vermeld dan dat tussen [eiser] en Challenge verschil van mening is gerezen over de betaling door [eiser] aan Challenge van een rentevergoeding ad € 1.650,- in verband met het niet nakomen van eerdere afnameverplichtingen(onderstreping door hof) door [eiser] en dat is op zichzelf juist. Daaruit volgt echter niet dat Challenge afstand heeft gedaan van haar aanspraken op de contractuele boete. Op het voorstel van [eiser] tot betaling van de helft van de rentevergoeding met als alternatief een depot van de gehele vergoeding heeft Challenge immers gereageerd met de woorden: betaling op 17 maart 2016 of de contractuele boete, waarna geen betaling is gevolgd.