Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
middelkeert zich tegen de motivering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf en valt in twee deelklachten uiteen.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
hogerdient te zijn dan gevorderd. Kennelijk heeft het hof de met de vordering tot bevestiging van het vonnis (impliciet) gevorderde gevangenisstraf van twee maanden niet voldoende passend geacht, omdat deze hoger was dan het hof gepast vond. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Overigens ontgaat mij welk belang de steller van het middel met deze klacht voor ogen staat.