‘1.
zij op 14 juni 2015, in de gemeente Zwijndrecht,
in strijd met het bepaalde bij en krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,
telkens een vervoermiddel, waarin zich gevaarlijke stoffen of resten daarvan bevinden, heeft laten staan op het rangeeremplacement Kijfhoek, te weten:
(op spoor 116)
een reservoirwagen met wagennummer 3380 7809 678-5, leeg en ongereinigd van ETHYLEENOXIDE MET STIKSTOF, GEVI 263, UN 1040, klasse 2, en
(op spoor 118)
een reservoirwagen met wagennummer 3380 7846 086-6, beladen met ACRYLNITRIL, GESTABILISEERD, GEVI 336, UN 1093, klasse 3, verpakkingsgroep I,
zonder door Onze Minister gestelde regels in de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG) en de bij de VSG behorende bijlagen in acht te nemen, immers,
in strijd met bepaling 1.9.5.1 NE van bijlage 2 van de VSG (Aanvullende voorschriften)
heeft zij, verdachte, als vervoerder, genoemde reservoirwagens met die gevaarlijke stoffen of resten daarvan, zijnde gevaarlijke goederen met een hoog gevarenpotentieel als bedoeld in voorschrift 1.10.3.1.2 van bijlage 1 van de VSG (RID), telkens langer dan 8 uur laten staan op dat rangeeremplacement zonder dat die reservoirwagens ten minste elke acht uur werden gecontroleerd op onregelmatigheden
(als bedoeld in het vierde lid van bepaling 1.9.5.1 NE van artikel 3 van bijlage 2 van de VSG);
2.
zij op 21 juni 2015, in de gemeente Zwijndrecht,
in strijd met het bepaalde bij en krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,
telkens een vervoermiddel, waarin zich gevaarlijke stoffen of resten daarvan bevinden, heeft laten staan op het rangeeremplacement Kijfhoek, te weten:
(op spoor 113)
een reservoirwagen met wagennummer 3784 7809 159-8, beladen met BUTADIENEN, GESTABILISEERD,GEVI 239, UN 1010, klasse 2, classificatiecode 2F, en
(op spoor 115)
een reservoirwagen met wagennr 3380 7813 707-6, leeg en ongereinigd van AMMONIAK, WATERVRIJ, GEVI 268, UN 1005, klasse 2,
zonder door Onze Minister gestelde regels in de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG) en de bij de VSG behorende bijlagen in acht te nemen, immers,
in strijd met bepaling 1.9.5.1 NE van bijlage 2 van de VSG (Aanvullende voorschriften)
heeft zij, verdachte, als vervoerder, genoemde reservoirwagens met die gevaarlijke stoffen of resten daarvan, zijnde gevaarlijke goederen met een hoog gevarenpotentieel als bedoeld in voorschrift 1.10.3.1.2 van bijlage 1 van de VSG (RID), telkens (langer dan 8 uur) laten staan op dat rangeeremplacement zonder dat die reservoirwagens ten minste elke acht uur werden gecontroleerd op onregelmatigheden
(als bedoeld in het vierde lid van bepaling 1.9.5.1 NE van artikel 3 van bijlage 2 van de VSG).’