ECLI:NL:PHR:2020:1051
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Medeplegen gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie met betrekking tot hawala-bankieren
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie. De veroordeling volgde na een eerdere vernietiging van een uitspraak door de Hoge Raad in 2014, waarbij de zaak was teruggewezen naar het hof. Op 5 juli 2018 werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, met aftrek van voorarrest, en werd er verbeurdverklaring uitgesproken van een bestelauto en een geldbedrag van € 100.000,-. De zaak is samenhangend met andere zaken tegen medeverdachten, en het cassatieberoep is ingesteld zonder dat er middelen zijn ingediend. De aanzegging van de betekening van het cassatieberoep aan de verdachte vond plaats op 12 juli 2019, en de raadsman werd op 24 juli 2019 op de hoogte gesteld. Aangezien de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur heeft ingediend, kan hij niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.