ECLI:NL:PHR:2019:905

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juli 2019
Publicatiedatum
17 september 2019
Zaaknummer
18/03024
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep in verband met te late indiening

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat te laat is ingesteld door de verdachte, die in 2003 bij verstek is veroordeeld voor medeplegen van valsheid in geschrift. De verdachte is op 6 juni 2003 door het Gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken, met aftrek van voorarrest. Het cassatieberoep is pas op 15 mei 2018 ingesteld, terwijl de verdachte al sinds 2004 op de hoogte was van het arrest. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad, E.J. Hofstee, concludeert dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het cassatieberoep, omdat dit niet tijdig is ingediend. De conclusie is gebaseerd op de wettelijke bepalingen van het Wetboek van Strafvordering, die vereisen dat een cassatieberoep binnen een bepaalde termijn moet worden ingesteld. De verdachte had kennis van het arrest en had de mogelijkheid om tijdig beroep in cassatie aan te tekenen, maar heeft dit nagelaten. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het beroep, wat betekent dat de Hoge Raad niet verder zal ingaan op de inhoud van de zaak.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer18/03024
Zitting9 juli 2019
CONCLUSIE
E.J. Hofstee
In de zaak
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
hierna: de verdachte.
De verdachte is blijkens het extract-arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 juni 2003 (met rolnummer 23/003278-01) bij verstek wegens “medeplegen van valsheid in geschrift” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken met aftrek van het voorarrest.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. S.B. Kleerekooper, advocaat te Hoenderloo, heeft een schriftuur ingediend.

Inleiding

3. Vooropgesteld dient te worden dat volgens HR 6 december 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT57 een ‘extract-arrest’ niet is een arrest dat voldoet aan de ingevolge art. 415 Sv toepasselijke wettelijke eisen, in het bijzonder die van art. 365a in verbinding met art. 138b Sv. Ik meen evenwel dat deze rechtspraak geen consequenties heeft voor het onderhavige geval en licht dit als volgt toe.

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep

4. Vanaf 14 april 2004 is sprake geweest van een signaleringsdatum ten einde het arrest van het gerechtshof van 6 juni 2003 aan de verdachte te doen betekenen. Uit de stukken van het geding kan worden afgeleid dat het arrest op 26 april 2007 respectievelijk 26 oktober 2007 aan de verdachte is betekend. Voorts blijkt uit de gedingstukken dat de raadsman van de verdachte op 13 oktober 2008 ter zake van het arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 juni 2003 met rolnummer 23/003278-01 namens de verdachte een gratieverzoek heeft ingediend bij (de betreffende dienst van) het Ministerie van Justitie en dat de verdachte daartoe een voorstel heeft gedaan aan dit gerechtshof in het adviesformulier. Uit zowel het gratieverzoek (het beslisschema) als het adviesformulier blijkt dat de verdachte toen reeds ermee bekend was dat voormeld arrest van het hof onherroepelijk was (en is). [1] Derhalve heeft zich in de onderhavige zaak een omstandigheid voorgedaan waaruit voortvloeit dat meergenoemd arrest de verdachte reeds op 26 april 2007 respectievelijk 26 oktober 2007 en in ieder geval op 13 oktober 2008 bekend was.
5. Nu het beroep in cassatie pas op 15 mei 2018 is ingesteld, is de verdachte ingevolge art. 432, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk in het beroep.
6. Deze conclusie strekt tot het niet-ontvankelijk verklaren van de verdachte in het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG

Voetnoten

1.Het verbaast dan ook dat in de schriftuur te lezen valt dat na het bekend worden van het arrest bij de verdachte tijdig cassatie is ingesteld.