Conclusie
medeplegen van een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen, meermalen gepleegd’ tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts heeft het hof de benadeelde partij [betrokkene 1] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding en de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partij [betrokkene 2] en [betrokkene 3] toegewezen en aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, een en ander zoals in het arrest omschreven.
eerste middelklaagt dat uit het arrest noch uit het verhandelde ter zitting blijkt dat sprake is van
“kwetsbare slachtoffers”,zodat de onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde feiten en de strafmotivering onvoldoende met redenen zijn omkleed.
[betrokkene 4] dreigend toegevoegd de woorden (van de strekking): “Als je het niet doet, ben je nog lang niet van ons af” en “Als jullie het niet doen dan zijn de consequenties voor jullie, dan gaan we jullie leven zuur maken”, en
misbruik gemaakt van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of de kwetsbare positie van [betrokkene 4] ;
het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van telefoonabonnementen bij telecomproviders en een lening voor een televisie en
de afgifte van telefoons en een televisie toebehorende aan [betrokkene 2] , immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader (dreigend) gezegd tegen [betrokkene 2] dat hij moest doen wat hem gezegd werd, anders zou hij iets krijgen en
de portier van een auto waarin [betrokkene 2] zich bevond op slot gedaan en [betrokkene 2] met die auto vervoerd naar één of meer winkel(s)/ telecomprovider(s) om [betrokkene 2] daar telefoonabonnementen en lening op diens naam te laten afsluiten en
misbruik gemaakt van uit feitelijke omstandigheden voorvloeiend overwicht en/of de kwetsbare positie van [betrokkene 2] .
het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van telefoonabonnementen bij telecomproviders en
de afgifte van telefoons, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 3] ,
[betrokkene 3] dreigend de woorden toegevoegd: ‘We weten waar je woont. Je moet even een paar dingen voor ons doen. Dat is beter voor jou en je familie’ en ‘het is beter als je doorgaat, dan laten we je met rust. Dan hoor je niets meer van ons’ en
misbruik gemaakt van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/ of de kwetsbare positie van [betrokkene 3] .”
“Strafmotivering”overweegt het hof het volgende:
.Of bij toepassing van art. 273f Sr sprake is van een dergelijke positie moet blijken uit het feitelijk bewezenverklaarde. [2]
tweede middelkomt op tegen de toewijzing van de vordering van de benadeelde partijen [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . Het middel klaagt in de kern genomen dat zich geen geval heeft voorgedaan als bedoeld in art. 6:106 BW, zodat de toewijzing van immateriële schadevergoeding aan deze benadeelde partijen getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, dan wel de toewijzing van dit deel van de vordering van de benadeelde partij en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel onvoldoende met redenen zijn omkleed.
Vordering tot schadevergoeding [betrokkene 2]
“Vordering immateriële schadevergoeding:
als je niet doel wat ik zeg dan krijg je wat” of woorden van gelijke strekking, diverse abonnementen hij telefoonproviders afgesloten alsook een televisie op afbetaling aangekocht. Dit alles onder dwang.
“Immateriële schade
Vergelijkbare jurisprudentie
derde middelklaagt over de schending van de redelijke termijn.