Conclusie
middelkeert zich bezien in samenhang met de toelichting tegen de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij wat betreft de schadepost “eigen risico”.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de verdachte tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot doodslag en had een gevangenisstraf van 40 maanden opgelegd gekregen. De vordering van de benadeelde partij, die betrekking had op medische kosten, werd door het hof gedeeltelijk toegewezen. De verdachte betwistte de toewijzing van de schadepost 'eigen risico', omdat er geen duidelijk verband zou zijn tussen de medische kosten en het handelen van de verdachte. De advocaat van de verdachte voerde aan dat er geen informatie beschikbaar was over andere medische kosten die de benadeelde partij in 2015 had gemaakt, waardoor het niet vastgesteld kon worden dat het eigen risico rechtstreeks verband hield met het bewezenverklaarde feit.
De advocaat-generaal (AG) adviseerde de Hoge Raad om het cassatieberoep te verwerpen. De AG stelde dat het hof op juiste wijze had vastgesteld dat de medische kosten, inclusief het eigen risico van € 375,00, in rechtstreeks verband stonden met het handelen van de verdachte. De AG wees op het geringe tijdsverloop tussen de schadeveroorzakende gedraging op 26 januari 2015, de ziekenhuisopname en de factuurdatum van 16 februari 2015. De conclusie van de AG was dat de argumenten van de verdediging niet voldoende waren om de uitspraak van het hof te ondermijnen.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de AG overgenomen en het cassatieberoep verworpen. De uitspraak van het hof werd bevestigd, waarbij het hof ook inging op de vordering van de benadeelde partij en de argumenten van de verdediging. De Hoge Raad oordeelde dat er geen gronden waren om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, en dat de vordering van de benadeelde partij terecht was toegewezen.