ECLI:NL:PHR:2018:1467

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
30 januari 2019
Zaaknummer
17/04063
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in cassatieberoep na intrekking van het middel

In deze zaak, die betrekking heeft op een cassatieberoep, is de verdachte eerder door het gerechtshof 's-Gravenhage veroordeeld voor valsheid in geschrift. De veroordeling vond plaats op 31 augustus 2006, waarbij de verdachte een taakstraf van honderd uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren opgelegd kreeg. De onderhavige zaak is samenhangend met een ontnemingszaak, genummerd 17/04062, waarover ook een conclusie wordt getrokken.

Namens de verdachte heeft mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, op 29 januari 2018 een middel van cassatie ingediend. Echter, op 6 februari 2018 heeft de raadsman deze schriftuur ingetrokken. Door deze intrekking zijn er geen middelen van cassatie meer over, wat betekent dat de verdachte niet in het cassatieberoep kan worden ontvangen. De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad is dan ook dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.

De zaak is behandeld op 30 oktober 2018, en de relevante uitspraak van de Hoge Raad is ECLI:NL:HR:2019:109. De samenhang met de ontnemingszaak is van belang voor de context van deze uitspraak, maar de focus ligt op de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het cassatieberoep.

Conclusie

Nr. 17/04063
Zitting: 30 oktober 2018
Mr. F.W. Bleichrodt
Conclusie inzake:
[verdachte]
De verdachte is bij arrest van 31 augustus 2006 door het gerechtshof 's-Gravenhage wegens “valsheid in geschrift” veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van honderd uren subsidiair vijftig dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren.
De onderhavige zaak hangt samen met de ontnemingszaak tegen de verdachte met nr. 17/04062. In deze zaak zal ik vandaag ook concluderen.
Tegen genoemd arrest is namens de verdachte beroep in cassatie ingesteld.
Namens de verdachte heeft mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur van 29 januari 2018 één middel van cassatie ingediend. Bij brief van 6 februari 2018 heeft de raadsman zijn schriftuur ingetrokken.
Nu als gevolg van deze intrekking geen middelen van cassatie meer resteren, kan de verdachte niet in het cassatieberoep worden ontvangen.
Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG