Conclusie
eerste middelklaagt dat het hof op ontoereikende gronden heeft geoordeeld dat de extrapolatie van bevindingen gedurende 66 dagen (de referentieperiode) representatief is voor de gehele onderzoeksperiode van 99 dagen.
Schatting van het voordeel
medegelet op het grote aantal getapte gesprekken in de referentieperiode en de inhoud van de andere bewijsmiddelen in deze zaak,
zoalsde grote hoeveelheden inbeslaggenomen harddrugs (cursiveringen van mij, AG, waarop ik later terugkom).
tweede middelklaagt dat het hof ontoereikend heeft gemotiveerd dat de winstmarge van de verkoop van de verdovende middelen 50% bedraagt, omdat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet altijd zou kunnen worden afgeleid welk verdovend middel wordt bedoeld.
Ten aanzien van de winstmarge (uitgangspunt V)
“B. Betekenis verhullende termen en overzicht van de verkoopprijzen
Overige verdovende middelen
koffie van 10, heb je nog of moet ik brengen. [betrokkene 4] zegt: breng 200.
50paracetamols voor me hebt of kan regelen heb ze vanavond nodig ja of nee mattie?
pillen? NN-man: wat? [verdachte]: pillen. NN-man: ja die zijn er ja. [verdachte]: wat? NN-man: ja die zijner, hoeveel wil je? [verdachte]: ik heb
50nodig. NN-man: hoeveel 50? [verdachte]: ja 50. NN-man: ja het is er. [verdachte]: die heb ik dadelijk nodig, doe die apart. NN-man: hoelang? [verdachte]: ’s avonds. NN-man: ja is goed.
300 pillen verkocht voor een euro twintigtoch? NN-man [verdachte] zegt: ja. NN-man 2662 zegt: ik heb hem 320 euro gegeven, maar hij moet me 360 euro geven, ik heb een fout gemaakt. NN-man [verdachte] zegt: geeft niet. NN-man 2662 verontschuldigt zich hiervoor dat hij nog 40 euro tekort komt. NN-man [verdachte] zegt dat het niet erg is.
C. De tapgesprekken en daarbij berekende omzet
13.april 2008 totaal € 30.000,-
ronde brood, wat is daar de prijs van? [betrokkene 4] zegt: hij heeft gezegd 1100. [medeverdachte] zegt: wat? [betrokkene 4] zegt: 1100. [medeverdachte] zegt: mogelijk doet hij er wat van af, ik weet niet. [medeverdachte] zegt:
die mensen zoeken zo’n 30 kilo nu, en als het hun bevalt, je weet, zij komen elke week terug, begrijp je. [betrokkene 4] zegt: ja. [betrokkene 4] zegt: wat denk je? [medeverdachte] zegt: mogelijk kunnen wij daar 100 er vanaf doen, dan laat hij het voor 1000. [betrokkene 4] zegt: ik zal hem bellen, hebben zij het hier nodig of daar onder? [medeverdachte] zegt: mogelijk hebben zij het daar onder nodig, in de hoofdstad. [betrokkene 4] zegt: oké, is goed.
derde middel– dat erover klaagt dat de inzendtermijn in cassatie met vier maanden is overschreden [6] – deelt nu hetzelfde lot. Aangezien de andere middelen met toepassing van art. 80a RO kunnen worden afgedaan, rechtvaardigt ingevolge vaste rechtspraak van de Hoge Raad de aangevoerde klacht geen behandeling in cassatie omdat de betrokkene dan gezegd kan worden klaarblijkelijk onvoldoende belang te hebben bij het cassatieberoep. [7]