Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 augustus 2014 heeft de raadsman het navolgende aangevoerd:
“(parketnr. 856042-10)
37. Dan resteren nog de twee feiten op de “korte dagvaarding”, de mishandeling (1) en bedreiging (2) van [getuige 1]. Ook daarvan verzoek ik u cliënt vrij te spreken. Het verzoek om de in de appelschriftuur genoemde getuigen te horen, wordt op deze plaats herhaald in subsidiaire vorm. Als u niet vrijspreekt, wil de verdediging de opgegeven getuigen horen over de toedracht en de door [getuige 1] direct na het feit aan de als getuige benoemde verbalisanten vertelde versie van het gebeurde.
38. Cliënt zegt dat hij heeft gehoord dat [getuige 1] tegen de politie ter plaatse zou hebben gezegd dat hij door cliënt met de vuist in het gezicht was geslagen. Daarop zou de politie hebben gezegd dat dit niet geloofwaardig was omdat je de effecten van een vuistslag van mijn cliënt in het gelaat zou moeten kunnen zien. Als ik kijk naar cliënts lichaamsbouw en boksverleden en de kwetsuren van [betrokkene 1] en [betrokkene 2], begrijp ik dat maar al te goed. Pas daarna zou [getuige 1], op de ongeloofwaardigheid van zijn eerste versie van het gebeurde gewezen, met het verhaal van de open hand in plaats van een vuist zijn gekomen.
39. Of dit zo is gebeurd, is van belang voor de geloofwaardigheid van [getuige 1] en wat hij vertelt. Als het voor uw hof daarop aankomt, als u overweegt om [getuige 1] versie van het gebeurde te volgen, dienen de opgegeven getuigen volgens de verdediging te worden gehoord.
40. Het is de vraag of dat nodig is. De getuige heeft aangegeven dat hij het raampje van zijn auto ongeveer 15 centimeter zou hebben opengedraaid. Anders dan de rechtbank meen ik dat 15 centimeter niet genoeg is om een persoon in die auto met kracht in het gelaat te slaan. Als de hand van cliënt er al doorheen zou passen (en dan moet je goed mikken) loop je het aanmerkelijke risico om jezelf te bezeren. Glas breekt nogal makkelijk en achter zo'n hand zit een polsslagader.
41. Ook hier wijken overigens de verklaringen van de broers (die natuurlijk niet over de af te leggen verklaring met elkaar hebben gesproken...) af als ze om details worden gevraagd.
Ook wezenlijke details. Eén klap of twee? À propos: door diezelfde kier in het raampje? Dat is dubbel knap!
42. Wie liegt over de toedracht, kan niet worden geloofd. Je weet immers nooit precies wanneer een leugenaar ophoudt met liegen. Dat betekent dat er volgens mij geen overtuigend bewijs is voor de feiten. Cliënt geeft toe dat hij heeft beledigd (en biedt excuses aan), niet dat hij heeft bedreigd. Daarvoor is geen betrouwbare verklaring, zodat zowel van de mishandeling als de bedreiging moet worden vrijgesproken.”