ECLI:NL:HR:2012:BV8280
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verduistering en wederrechtelijke toe-eigening in het strafrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die was vrijgesproken van verduistering, zoals ten laste gelegd onder artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had samen met een medeverdachte dvd's van de TV-serie Charmed te koop aangeboden en had hiervoor geldbedragen ontvangen van kopers. Echter, de levering van de dvd's was uitgebleven, wat leidde tot de tenlastelegging van verduistering.
De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie en oordeelde dat de geldbedragen die door de kopers aan de verdachte waren overgemaakt, na ontvangst niet meer voor wederrechtelijke toe-eigening vatbaar waren. Dit oordeel was gebaseerd op de opvatting dat de ontvangen koopsom, na effectuering van de betaling, tot het vermogen van de verkoper was gaan behoren, ongeacht het feit dat de tegenprestatie niet was geleverd. De Hoge Raad verwierp het beroep van de Advocaat-Generaal, die had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest van het Hof en terugwijzing van de zaak.
De uitspraak benadrukt de juridische nuance van wat onder wederrechtelijke toe-eigening valt en bevestigt dat het enkele feit dat een verkoper zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst niet nakomt, niet automatisch leidt tot een strafbare verduistering. De Hoge Raad bevestigde daarmee de vrijspraak van de verdachte en verklaarde het cassatieberoep ongegrond.