Conclusie
1.Inleiding
2.Bespreking van de cassatiemiddelen
Kolassa/Barclays Bankwaarin is beslist dat de gerechten van de woonplaats van de verzoeker uit hoofde van het intreden van de schade bevoegd zijn op grond van art. 5 sub 3 EEX-Vo, wanneer die schade zich rechtstreeks voordoet op de bankrekening van die verzoeker bij een in het rechtsgebied van die gerechten gevestigde bank (rov. 36). In de beslissing inzake
Universal Musicrelativeert het Hof de beslissing inzake
Kolassa/Barclays Bankdoor te overwegen:
Kolassa/Barclays Bankwaren die omstandigheden, kort gezegd, als volgt. De in Oostenrijk woonachtige Kolassa heeft in Oostenrijk bij een Oostenrijkse bank beleggingen gedaan in certificaten (obligaties aan toonder) die zijn uitgegeven door Barclays Bank, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde bank. Deze Engelse bank heeft bij de uitgifte van de certificaten een prospectus opgesteld, die ook in Oostenrijk is verspreid. Nadat de certificaten hun waarde geheel hebben verloren, heeft Kolassa zich als gedupeerde belegger tot de Oostenrijkse rechter gewend en van de Engelse bank schadevergoeding gevorderd wegens kort gezegd prospectusaansprakelijkheid. Het Hof heeft onder meer het volgende overwogen:
Universal Musicoverwogen dat zuiver financiële schade die rechtstreeks intreedt op de bankrekening van Universal Music zonder bijkomende omstandigheden niet kan worden aangemerkt als een relevant aanknopingspunt voor de toepassing van art. 5 sub 3 EEX-Vo. Het hof voegt daaraan toe dat het niet is uitgesloten dat een vennootschap als Universal Music de keuze had tussen meerdere bankrekeningen ten laste waarvan zij het schikkingsbedrag had kunnen voldoen. In dat geval zou de plaats waar deze bankrekening is gelegen niet noodzakelijkerwijs een betrouwbaar aanknopingspunt vormen (rov. 38). Het Hof overweegt verder dat uitsluitend in de situatie waarin de andere bijzondere omstandigheden van de zaak er eveneens toe bijdragen bevoegdheid toe te kennen aan het gerecht van de plaats waar zuiver financiële schade is ingetreden, dergelijke schade zou kunnen rechtvaardigen dat de verzoeker zijn zaak bij dit gerecht aanbrengt (rov. 39). Kortom, wanneer de benadeelde uitsluitend financiële schade in een lidstaat heeft geleden, is dat zonder bijkomende omstandigheden onvoldoende voor toepassing van art. 5 sub 3 EEX-Vo. [8]