Conclusie
mr. L.E.G. van der Hut, advocaat te Den Haag, een middel van cassatie voorgesteld.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de onttrekking aan het verkeer van een mes dat in beslag is genomen bij de verdachte, die eerder is veroordeeld voor diefstal. De Hoge Raad behandelt de vraag of het mes kan dienen voor het begaan of voorbereiden van soortgelijke misdrijven, zoals bedoeld in artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had twee kledingstukken gestolen, en het hof had het mes aan het verkeer onttrokken zonder voldoende motivering. De Hoge Raad oordeelt dat zonder nadere uitleg niet kan worden vastgesteld dat het mes relevant is voor het soort misdrijf dat de verdachte heeft gepleegd. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de bestreden uitspraak moet worden vernietigd, maar alleen wat betreft de beslissing tot onttrekking van het mes. De zaak wordt terugverwezen naar het gerechtshof Den Haag voor herbehandeling. De eerdere veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van twee weken blijft staan, maar de onttrekking van het mes wordt ter discussie gesteld. De zaak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij beslissingen over de onttrekking van in beslag genomen voorwerpen.