ECLI:NL:HR:2012:BX5268
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Onttrekking aan het verkeer van een stiletto in verband met winkelcriminaliteit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1991, was in hoger beroep veroordeeld voor een (winkel)diefstal. Tijdens het onderzoek naar deze diefstal was een stiletto in beslag genomen, en het Hof had besloten deze onttrokken aan het verkeer te verklaren op basis van artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat, mr. A.P. Stipdonk, middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klacht van de verdachte over de onttrekking aan het verkeer van de stiletto niet voldeed aan de vereisten voor een middel van cassatie. De Hoge Raad herhaalt de uitleg van "soortgelijke feiten" zoals eerder vastgesteld in HR LJN ZC9322. De Hoge Raad oordeelt dat zonder nadere motivering niet kan worden ingezien hoe de inbeslaggenomen stiletto kan dienen voor het begaan of voorbereiden van een vergelijkbaar vermogensdelict als de bewezenverklaarde (winkel)diefstal. Aangezien het voorhanden hebben van de stiletto als zelfstandig feit is bewezen, kan na vernietiging van de bestreden uitspraak geen andere beslissing volgen dan onttrekking aan het verkeer op basis van artikel 36c, aanhef en onder 2 Sr.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte, waarmee de beslissing van het Hof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.