1 Zie de rov. 2.1-2.7 van het bestreden arrest.
2 Zie rov. 2.1 van het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 3 juni 2009.
3 In het bestreden arrest ontbreekt een rov. 5.3.
4 Mogelijk is hier "niet die" in plaats van "die" bedoeld.
5 Naar ik aanneem is hier bedoeld: naast de duur van de rechterlijke procedure.
6 M. Schreuder-Vlasblom, Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure (2011), nr. 1.9.1.2.
7 Zie onder meer AbRvS 17 juni 2009, nr. 200901365/2/H2, LJN: BI8475, JV 2009, 326, rov. 2.4.2: "(...) Evenals de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 28 april 2009, zaaknr. 08/499 (www.rechtspraak.nl; LJN BI2748), is de Afdeling van oordeel dat geen aanspraak op schadevergoeding bestaat in de situatie waarin de behandelingsduur in de bezwaarfase te lang is geweest maar het geschil daarna niet aan de rechter is voorgelegd. (...)"
8 EHRM 9 december 1994 (Schouten en Meldrum tegen Nederland), nr. 48/1993, LJN: AL0471, AB 1995, 599, m.nt. I.C. van der Vlies, § 62. Blijkens § 38 had de uitspraak betrekking op de bevestiging van een eerdere beslissing bij een voor beroep vatbare beschikking: "At the material time, a common feature of all the above social-security legislation was the rule that an interested party who wished to contest a decision of an occupational association concerning contributions must request formal confirmation in writing. Such formal confirmation, which included the grounds on which the decision was based, was an admissibility requirement for an appeal to a tribunal."
9 AbRvS 24 december 2008, nr. 200802629/1, LJN: BG8294, AB 2009, 213, m.nt. B.P.M. van Ravels en A.M.L. Jansen, rov. 2.4.2.
10 AbRvS 17 april 2009, nr. 200806348/1/V2, LJN: BI2283, JV 2009, 240, rov. 2.2.3.
11 Zie onder meer EHRM 29 maart 2006 (Scordino tegen Italië), nr. 36813/97, LJN: AW8901, AB 2006, 294, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik, § 204, alsmede EHRM 29 maart 2006 (Pizzati tegen Italië), nr. 62361/00, LJN: AX7382, JB 2006, 134, m.nt. AMLJ, § 94: "Regarding non-pecuniary damage, the Court (...) assumes that there is a strong but rebuttable presumption that excessively long proceedings will occasion non-pecuniary damage. It (In de zaak Pizzati gebruikt het EHRM hier de woorden "The Court"; LK) also accepts that, in some cases, the length of proceedings may result in only minimal non-pecuniary damage or no non-pecuniary damage at all (...). The domestic courts will then have to justify their decision by giving sufficient reasons.". Onder "non-pecuniary damage" pleegt het EHRM "anxiety, inconvenience and uncertainty caused by the violation, and other non-pecuniary loss" te begrijpen; zie bijv. EHRM (kleine kamer) 10 november 2004 (Pizzati tegen Italië), nr. 62361/00, LJN: AS3856, AB 2005, 257, m.nt. T. Barkhuysen, §25. Vgl. voor een nationale toepassing van deze rechtspraak CRvB 22 september 2006 (X/SVB), LJN: AY8871, JB 2006, 312, m.nt. AMLJ: "Naar het oordeel van de Raad moet uit het arrest van de Grand Chamber van het EHRM van 29 maart 2006, Pizzati vs Italië, nr. 62361/00, worden afgeleid dat in het geval van een schending van de redelijke termijn daadwerkelijke spanning en frustratie wordt voorondersteld."
12 CRvB 22 september 2006 (X/SVB), LJN: AY8871, JB 2006, 312, m.nt. AMLJ: "Naar het oordeel van de Raad moet uit het arrest van de Grand Chamber van het EHRM van 29 maart 2006, Pizzati vs Italië, nr. 62361/00, worden afgeleid dat in het geval van een schending van de redelijke termijn daadwerkelijke spanning en frustratie wordt voorondersteld."
13 Zie onder meer EHRM 5 oktober 2000 (Maaouia tegen Frankrijk), nr. 39652/98, LJN: AD4680, NJ 2002, 424.
14 AbRvS 3 december 2008, LJN: BG5910, AB 2009, 70, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik.
15 HR 10 juni 2011, LJN: BO5046, BNB 2011, 232, m.nt. P.J. van Amersfoort.
16 HR 22 oktober 2010 (Eindhoven/Van Ingen en Van den Dungen q.q.), LJN: BM7040, NJ 2011, 6, m.nt. M.R. Mok, punt 3.4.2.
17 Zie voor het zich hier niet voordoende geval van een ambtshalve te nemen besluit inzake een verblijfsvergunning AbRvS 24 mei 2005, nr. 200500099/1, LJN: AT6503, AB 2005, 260, m.nt. I. Sewandono, JB 2005, 194, m.nt. EvdL.